Making accessible family and estate archives, mainly in the Eastern part of The Netherlands As two extensive inventories (each in seven parts) of estate archives from Twente have recently become accessible Jan Folkerts discusses the special characteristics and significance of private archives. geraadpleegde genealogische bronnen zoals doop trouw- en begraafboeken, de oude rechterlijke ar chieven etc. De toekomst Kan het ook allemaal heel anders? Moeten de ar chivarissen niet een meer documentaire ontslui ting van hun huis- en familiearchieven nastreven? Het zou natuurlijk weinig verstandig zijn de theo retische winst van de afgelopen decennia te laten schieten door huis- en familiearchieven in afzon derlijke documenten uiteen te gaan rafelen. Om aan een legitieme, meer documentaire informatie behoefte van de onderzoeker te voldoen kan echter een geheel andere weg worden ingeslagen, name lijk die van de automatisering. Terwijl enerzijds materieel de archieven als zelf standige beheerseenheden gewoon onaangetast blijven, kan anderzijds de informatie uit die ar chieven kriskras bevraagbaar worden gemaakt in een databasesysteem. Een dergelijk systeem is mo menteel bij de Rijksarchiefdienst volop in ontwik keling. Het heet lias, Leeszaal Informatie en Aan vraag Systeem, en het moet in 1996-1997 operatio neel worden. Op drie niveaus zal informatie uit de archieven in dit systeem bevraagbaar zijn, namelijk op het macroniveau van de afzonderlijke archief bestanden, op het mesoniveau van de beschrijvin gen van de archivistische eenheden, zeg maar de huidige inventaris, en op het microniveau van de nadere toegang, vergelijk nu regestenlijst, of index. lias moet bij uitstek een middel worden om het in het archiefwezen inmiddels gevleugelde begrip van de brug van brein naar bron gestalte te geven: als het goed is zal een aantal heuristische problemen die voor de meeste onderzoekers in de studiezalen nu nog moeilijkheden opleveren door lias tot het verleden behoren. Het lijkt een welhaast paradijse lijke situatie: de onderzoeker ondervindt geen 'hinder' meer van de eigenaardigheden van de tra ditionele archivistiek en kan snel zijn documentai re informatiebehoefte bevredigen, terwijl ander zijds de archivaris de oude principes van respect de fonds en bestemmingsbeginsel bij de ontsluiting en het beheer van de archieven niet opzij hoeft te zetten! Of wij werkelijk dit heuristische walhalla zullen betreden over enkele jaren hangt mijns in ziens vooral af van de conceptuele voetangels en klemmen die de bedenkers en ontwikkelaars van al dit moois op hun weg nog tegenkomen. Ik kom terug bij mijn uitgangspunt. Vele decennia liggen er tussen Fruins excommunicatie van de (meeste) familiearchieven en de publikatie in no vember 1993 - mede door de Rijksarchiefdienst - van de inventaris van het op een na grootste huisar chiefvan ons land: het huisarchief Twickel. De ge schiedenis van de huis- en familiearchieven laat zien dat in een schijnbaar soms zo dogmatisch inge steld vakgebied als de archivistiek de oekazes van de aartsvaders niet altijd werden nageleefd. Integen deel, zonder zich om een theoretische grondslag te bekommeren, zegevierde bij de archivarissen in de praktijk gewoon het gezonde verstand. De archiva rissen van de vorige en de voor-vorige generatie, vaak met een behoorlijke staat van dienst als histo ricus, zagen maar al te goed het cultureel-histori- sche belang van deze belangrijke groep archieven, ook wanneer er geen ambtelijke stukken in waren afgedwaald. Sinds het eind van de vorige eeuw is in de praktijk de acquisitie en de beschrijving van huis- en familiearchieven gewoon doorgegaan, soms met veel moeilijkheden en regelmatig onder broken door al die andere aktiviteiten die steeds be langrijker waren. In het Rijksarchief in Overijssel is in deze traditie met de inventarisatie van de huisar chieven van Almelo en Twickel een mijlpaal be reikt. Het toont eens te meer aan dat de kracht van het openbaar archiefwezen ook ligt in de ontslui ting van belangrijke historische bronnen van parti culiere herkomst. Almelo en Twickel laten zien dat deze traditie nog springlevend is. Summary 32. Noten i Dit artikel is gebaseerd op de tekst van een voordracht van de auteur op het symposium van het Neder lands Historisch Genootschap Huis- en familiearchieven als bron voor sociaal-culturele geschiedenis op 19 november 1993 op kasteel Twic kel bij Delden. 2 Lexicon van Nederlandse archiefier- men, 14, def. 3. 3 Lexicon van Nederlandse archie f er- men, 14, def. 4. 4 Zie over hem M. Bruggeman, 'Ernst Hendrik van Ittersum (1669-1733), politicus', in: J. Folkertse.a., red., Overijsselse Biografieën, 2 (Meppel, Amster dam, 1992), 80-83. 5 A. Th. van Deursen, S. Groenveld, Cultuurgeschiedenis van de Repu bliek in de zeventiende eeuw (Den Haag, 1990). 6 Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven(vroa),xl (1917), 19, 'Over familiearchieven'. 7 Van Schilfgaarde meende dat de betreffende passage in de Handlei ding afkomstig was van Muller, die - in zijn woorden - 'nu eenmaal niet gewoon was zaken, die hem niet aanstonden of die hij niet begreep, met ook maar de geringste sympa thie te bejegenen.' A. P. van Schilf gaarde, Huis- en familiearchie ven', in: Nederlands Archieven- blad64(i<)6ó), 152. Nadere analy se van het manuscript van de Handleiding door P.J. Horsman heeft echter aangetoond dat deze paragraaf noch van Fruin, noch van Muller was, maar van de Groningse rijksarchivarisJ.A. Feith. F.C.J. Ketelaar, DeHandleiding9ojaar', in: Nederlands Archievenblad*/ 2 (1988), 148-151overzicht van au teurs der paragrafen op p. 150. De concl usie moet wel zij n dat over de ze kwestie in het driemanschap weinig verschil van mening be stond. 8 G.W.A. Panhuysen,'Deherzie ningvan de Handleiding. De Ne derlandse oorsprong van het "be ginsel van herkomst'", Nederlands Archievenbladèz (1957/1958), 32- 33- 9 J. Huizinga, 'De taak der cultuur geschiedenis', in: Verzamelde wer ken, vu, 35-94,p. 49. 10 Ibidem, 79. 11 Niet onvermeld mag blijven dat archivarissen in de na-oorlogse jaren op eigen kracht en principieel de houdbaarheid van de stelling dat een archief een organisch ge heel is in twijfel gingen trekken. Voor een overzicht van de toen ontstanediscussiezieW.J. van Hoboken, 'Organisch geheel: definitie of beeldspraak?', Neder lands Archievenbladèz (1957/ 1958), 123-126. 12 W.J. van Hoboken, 'Naschrift', bij M.J. Dreese, 'Organischgeheel', Nederlands Archievenblad^ 2 (ï957/i958), 185. 13 J. A. A. Bervoetse.a., 'Het conglo meraat ontward. Aanwijzingen voor het inventariseren van fami liearchieven', Nederlands Archie- venblad%% (1984) 196. 14 L. P L. Pirenne (red.), De rijksar chieven in Nederland (Den Haag, I975)> 394- Mullersstandpunt met betrekking tot particuliere archieven wordt ook besproken in F. C.J. Ketelaar, 'S. MullerFz. en het Nederlands archiefwezen', Nederlands Archievenblad]^, (1974), 198-210. 15 Van Schilfgaarde was rijksarchiva ris tussen 1946 en 1961. 16 vroa, xl (1917), Tweede Deel, 383. 17 vroa, xliv (1921), Tweede Deel, 255- 18 vroa, xlv (1922), Tweede Deel, 349- 19 A. J. Mensema, R. M. de Raat, C. C. van der Woude, Inventaris van het huisarchief Almelo 1236-191/ (t933)(Zwolle 1993), i,xxiii-xxiv. 20 G.J. ter Kuile, Inventaris van het archief van het Kasteel Eerde bij Ommen, 1425-1867, 2delen (typoscript, 1953,1961). 21 G.J. ter Kuile, Inventaris van het Huisarchief van de voormalige havezate De Berg 1348-1850. Met regesten tot 1598, 2 delen (typo script, 1961,1963). 22 G.J. ter Kuile, Inventaris van het huisarchief van de voormalige havezate De Gelder, 143 5-1913 (typoscript, 1959). 23 J. Bos, W.J. Kuppers, Inventaris van het archief van het Huis Mensinge te Roden (1376-19/2) (Assen 1986) 9-10. Een andere gecompliceerde acquisitie in Drenthe betrof het huisarchief Echten. Zie P. Brood, Inventaris van de archieven van het huis te Echten en de Algemene Compagnie van/ooo morgen teHoogeveen (I27S)I3I6-i9Z2(Assen, 1980), 20-21. Een opmerkelijk geval in Gelderland betreft het archief van de Cannenburgh bij Vaassen waar van tussen i88oen spinde Gelderse jaarverslagen 22 maal aanwinsten worden vermeld. A. P. van Schilfgaarde, 'Huis- en familie archieven', Nederlands Archieven- blad(s4(i^6o), 159. [33]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 17