Ontsluiting
van huis- en familiearchieven
Ervaringen in Oost-Nederland1
Jan Folkerts
Wie zich realiseert hoe groot bij veel openbare archiefdiensten de bewer
kingsachterstand is van de overheidsarchieven zou zich terecht kunnen
afvragen of archivarissen ooit nog aan particuliere archieven toekomen.
Binnen de groep niet-overheidsarchieven nemen vanouds de huis- en fa
miliearchieven een bijzondere plaats in. Zijn deze archieven het kind van
de rekening geworden nu - onder invloed van verkorte overbrengingster
mijnen - een nieuwe lichting archiefmanagers veel energie en aandacht op
de overheidsarchieven richt? Wat doen archivarissen van de openbare ar
chiefdiensten nu nog met huis- en familiearchieven? En houden ze bij de
bewerking van huis- en familiearchieven wel voldoende rekening met de
gebruikers van het eindprodukt, de inventaris? In dit artikel tracht Jan
Folkerts, tot voor kort hoofd inventarisatie van het Rijksarchief in Over
ijssel, thans gemeentearchivaris van Zwolle, enkele antwoorden te vinden
op deze vragen naar aanleiding van het verschijnen van de inventarissen
van de huisarchieven Almelo en Twickel.
Inleiding
Aanleiding voor dit artikel is het beschikbaar ko
men van de twee omvangrijke inventarissen (elk ze
ven delen) op de Twentse huisarchieven Almelo en
Twickel, waarvan de laatste met een kleine tiendui
zend inventarisnummers de omvangrijkste inven
taris is die ooit door het Rijksarchief in Overijssel
in druk is uitgegeven. Wellicht zal men zich afvra
gen of de totstandkoming van deze inventarissen
nu juist niet het bewijs is dat ook de Rijksarchief
dienst kennelijk nog voldoende het belang van
huis- en familiearchieven ziet, en er ook tijd, perso
neel en dus geld in wil stoppen. De werkelijkheid is
iets gecompliceerder.
Voor een betere bepaling van ons onderwerp is het
nodig kort iets te zeggen over wat huis- en familie
archieven eigenlijk zijn. Een familiearchief, zo defi
nieert het Lexicon van Nederlandse Archieftermen, is
een overgeleverde combinatie van archieven van
personen die tot elkaar in familiebetrekking staan1;
een huisarchief is volgens hetzelfde lexicon een
overgeleverde combinatie van archieven van perso
nen of families die hetzelfde huis (kasteel of land
goed) hebben bewoond.3 Voor de niet-archivaris
schieten we misschien met deze definities niet erg
op: ze verwijzen naar combinaties van overgelever
de archieven, maar wat dan wel een archief is? Vol
staan kan worden met de constatering dat huis- en
familiearchieven blijkens de genoemde definities in
ieder geval als echte archieven worden beschouwd.
Hieronder zal blijken dat dat lang niet altijd zo ge
weest is, en dat de houding van de Rijksarchief
dienst met betrekking tot huis- en familiearchieven
een belangrijke ontwikkeling heeft doorgemaakt.
[24]
Huis- en familiearchieven in
Oost-Nederland
Dit betoog beperkt zich nu verder tot Oost-Neder
land, namelijk tot de Rijksarchieven in Drenthe,
Overijssel en Gelderland. De totale hoeveelheid
archiefmateriaal voor zover overgebracht naar de
rijksarchieven is niet zeer indrukwekkend, in to
taal gaat het om honderden meters planklengte,
zeker niet om kilometers. In het Rijksarchief in
Overijssel beslaan de verzamelde huis- en familie
archieven ongeveer 170 meter, zo'n 2,5% van het
totale bestand; het op kasteel Twickel bewaarde
huisarchief alleen is al groter dan alle in Zwolle be
waarde huis- en familiearchieven bij elkaar. Het
Rijksarchief in Gelderland heeft veel meer: circa
750 meter aan huis- en familiearchieven op een to
taal van ongeveer 14 kilometer archief, hier maken
de huis- en familiearchieven nuim 5% uit van het
totaal.
Percentueel gaat het dus met om zeer veel ar
chief. Meters zeggen echter weinig over het soorte
lijk gewicht en over de belangstelling van uiteenlo
pende onderzoekers. De Overijsselse huis- en fa
miliearchieven werden in het laatste decennium
zo n achtduizend keer geraadpleegd, 8,5% van het
totaal aantal raadplegingen. Het aantal raadplegin
gen van huis- en familiearchieven in Gelderland
varieerde in de jaren 1985-1992 van 9% tot 21%
van het totaal; zelfs als we het laagste percentage
aanhouden kunnen we spreken van een - gezien de
omvang - relatief intensief gebruik van deze archie
ven.
Het bezit aan huis- en familiearchieven in het
Rijksarchief in Gelderland kenmerkt zich door een
relatief omvangrijk aantal middelgrote en grote be
standen: Middachten-Bentinck, Kernhem, Ruur-
lo-Bingerden, Rozendaal, Enghuizen, Hackfort en
Keppel om slechts enkele belangrijke te noemen; in
Zwolle is het aantal verschillende huis- en familie
archieven relatief gering en worden twee huisar
chieven meer geraadpleegd dan alle andere bij el
kaar: bedoeld worden de huisarchieven van Almelo
en Rechteren. In Drenthe is de situatie weer anders:
er zijn vele tientallen kleine archieven van meest
niet-adellijke families en een klein aantal huisar
chieven.
Van de huis- en familiearchieven in Oost-Ne
derland welke bewaard zijn gebleven en dan bo
vendien ook nog voor het publiek toegankelijk
zijn, berust de overgrote meerderheid bij de Rijks
archiefdienst. Daarnaast worden door verschillen
de gemeente- en streekarchiefdiensten nog huis-
en familiearchieven beheerd. Slechts enkele grote
familie- en huisarchieven in onze regio zijn nog in
particulier beheer: het huisarchief Bergh te 's-Hee-
renbergh, het familiearchief De Stuers op de Wier-
se bij Vorden en het grootste, het archief van Twic
kel. In de orde van grootte van enkele meters tot
enkele tientallen meters zijn er wel wat meer nog in
eigen beheer, zoals bijvoorbeeld het archief van de
Bentincks op het kasteel Schoonheeten vlak bij
Raalte en dat van Weldam.
Belang
voor historisch onderzoek
Waarom zijn al deze huis- en familiearchieven voor
het historisch onderzoek van zo'n groot belang?
Hieraan liggen twee belangrijke oorzaken ten
grondslag: enerzijds heeft dit te maken met de spe
cifieke geschiedenis van Oost-Nederland en de bij
zondere rol van de geslachten die deze archieven
hebben gevormd, anderzijds met enkele bijzonde
re eigenaardigheden van dit soort archieven.
Om met de eerste oorzaak te beginnen: meer
dan elders speelden de adellijke geslachten die de
meeste huis- en familiearchieven hebben gevormd
een belangrijke rol in de gewestelijke politiek en in
de maatschappij van vóór 1795. Zelfs in Drenthe,
waar de inheemse adel tijdens het Ancien Régime
slechts bestond uit een zeer klein aantal geslachten,
vormde de Ridderschap samen met de Eigenerf
den het gewestelijk bestuur; in Overijssel moest de
Ridderschap de politieke macht delen met de drie
IJsselsteden, in de kwartieren van Gelderland met
de stemhebbende steden. Weliswaar behoorden
edellieden niet automatisch tot de ridderschap
(katholieke edelen waren bijvoorbeeld uitgeslo
ten), maar adellijke geboorte was wel een noodza
kelijke voorwaarde voor admissie tot de Ridder
schap in elk van deze gewesten.
In dit opzicht, dus op het terrein van de politieke
L 2-5 1