Duostadsamen werking Sinds enkele jaren werken de gemeenten Roosen daal en Nispen en Bergen op Zoom intensief sa men, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau. Voor de beide gemeentearchieven houdt die sa menwerking vooral in de uitwisseling van kennis en ervaring en waar mogelijk het gezamenlijk ont wikkelen van activiteiten. In 1994 zijn twee samenwerkingsprojecten tot stand gekomen. Allereerst is naar aanleiding van het 50-jarig jubileum van de bevrijding als geza menlijk produkt een publikatie verzorgd, getiteld: 'De Bevrijding van West-Brabant, een streek en haar bewoners, temidden van verwoesting en oor logsgeweld, september 1944- mei 1945'. Het tweede duostadproject vormde de organisatie van de Brabantse Archivarissendag. Het ochtend programma vond plaats in Roosendaal in schouw burg De Kring, terwijl het middagprogramma in het Markiezenhof en het gebouw van de gemeente lijke archiefdienst te Bergen op Zoom plaatsvond. Raad van Brabant In het ochtendprogramma was een lezing opgeno men van dr E. Put, werkzaam bij het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Als co-referent trad mw dr B.C.M. Jacobs op. Zij is als universitair hoofddo cent verbonden aan de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg en als zodanig een frequent ar chiefbezoeker. Het onderwerp was de inventarisatie van het archief van de Raad van Brabant en de daarbij be horende keuzes die de inventarisator moet maken om het archief toegankelijk te maken voor de ge- bruiker-onderzoeker. Onder de titel 'Is gesneden brood gebruiksvriendelijk?' vroeg Eddy Put zich af hoe ver de archivaris moet gaan bij het toeganke lijk maken om tegemoet te komen aan de wensen van de (toekomstige) archiefgebruiker. Het archief van de Raad van Brabant is eigen lijke een conglomeraat van archieven waarvan de belangrijkste twee bestaan uit het kernarchief, aan gelegd door de griffiers en secretarissen voor in tern gebruik, en uit de serie procesdossiers die door de bij het geschil betrokken partijen werden in geleverd en nooit werden gelicht. Het eerste be stand omvat ongeveer 1000 en het tweede circa 1500 strekkende meter. De meeste onderzoekers maken gebruik van de procesdossiers om hun ver haal te stofferen. Het kernarchief wordt niet of nauwelijks geraadpleegd. De specifieke problemen voor de inventarisator bij het toegankelijk maken van het archief van de Raad van Brabant zijn de complexiteit van de orga nisatiestructuur, de verscheidene procesgangen en de tamelijk willekeurige werkverdeling tussen grif fiers en secretarissen en tussen deze beide functio narissen onderling. De reconstructie van de oude orde is een moeizaam proces. Zo blijkt in het verle den meer dan eens gezondigd te zijn tegen het her- komstbeginsel. Grote reeksen van bijvoorbeeld verbalen en getuigenverhoren zijn, zonder reke ning te houden met de administratie waaruit ze voortkwamen, chronologisch bij elkaar gevoegd. De procesdossiers zijn weer thematisch geordend. Zo lijkt het dat onderzoekers 'gesneden brood' voorgeschoteld krijgen, maar het is volgens Put verkeerd gesneden brood. De door de administra tie aangebrachte orde is immers volledig zoek ge raakt en nauwelijks meer herstelbaar. Put ziet het dan ook als zijn voornaamste taak om de toekom stige gebruiker zoekinstructies aan te reiken en hem zo veel mogelijk wegwijs te maken in de ad ministratieve procedures en procesgangen. Op die manier wordt de onderzoeker een 'scherp mes in handen gegeven waarmee hij zelf zijn brood kan snijden'. Mw Jacobs ging in op de gebruiksvriendelijk heid van de toegangen voor de onderzoeker. Biedt herstel van de oude orde meer of minder voor de gebruiker? Zij meent dat de klassieke inventaris vooral bij seriële archiefbestanden tekort schiet. Het toegankelijk maken is meer dan het afleveren van een inventaris. Nadere toegangen zijn veelal onontbeerlijk waarbij wellicht concessies gedaan moeten worden aan de 'archiefwetenschap'. In de daarop volgende discussies bleek dat er tussen archivarissen en onderzoekers-gebruikers een spanningsveld bestaat. Beide partijen maken keuzes waarbij het kosten-batenaspect vaak een be langrijke, zo niet doorslaggevende rol speelt. Maar helaas lopen de belangen niet altijd parallel. Voor [312] de onderzoeker is er niet snel een teveel aan infor matie en toegankelijkheid. Voor de archivaris daarentegen is het ondoenlijk en onmogelijk om afdoende rekening te houden met de toekomstige vragen van onderzoekers. Hij zal in de meeste ge vallen toch enkel volstaan met het aanreiken van het scherpe mes en hier en daar wat gesneden brood waarin hij zelf (als onderzoeker) trek had. Bergen op Zoom In het middagprogramma, gehouden te Bergen op Zoom, belichtte gemeentearchivaris drs W. A. van Ham de inventarisatie van het archief van de secre tarie van de stad Bergen op Zoom (1397-1810). Dit archief is, naast de archieven van de raad en re kenkamer van de markiezen, het oudste en histo risch gezien meeste belangrijke archief dat zich binnen de grenzen van de gemeente Bergen op Zoom bevindt. Hoewel verschillende archiefbe heerders reeds vanaf 1886 pogingen in het werk hadden gesteld om tot een wetenschappelijk ver antwoorde ordening en inventarisatie te komen, bestond er in 1965 nog steeds geen volledig over zicht van de inhoud van de stedelijke archieven. Van Ham heeft in deze lacune voorzien en binnen kort zal een gedrukte inventaris verschijnen. Bij het vooronderzoek van de inventarisatie bleek, dat de administratie van de stad Bergen op Zoom in de loop van de vijftiende eeuw een splitsing heeft ondergaan. Naast de secretarie, die oorspron kelijk de gehele stedelijke organisatie had bestre ken, werden een griffie, een weeskamer en afzon derlijke kantoren voor de accijnsmeesters en hun controleur(s) ingericht. Aan gemelde splitsing wa ren dus reeds enige eeuwen archiefvorming vooraf gegaan; de oudste bescheiden gingen helaas in hun geheel verloren door een stadsbrand in 1397. Als oudste en voornaamste archiefstukken gol den ook te Bergen op Zoom de charters. Deze wer den sinds de stadsbrand van 1 397 tot aan de troe belen in 1573 afzonderlijk in een kist of 'komme' in de kerk bewaard, daarna ten stadhuize. In 1835 is er in een inventaris nog sprake van oude Privileges of copiën 1287-1615. Nadien blijken zij, op een twaalftal na, verdwenen te zijn. De charters en andere belangrijke regelingen werden opgetekend in het Stadsregister. Door ge noemde stadsbrand gingen de oudere registers ver loren. Onmiddellijk daarna werd een nieuw regis ter aangelegd, dat op folio 10 Register ville de Bergis supra Zomam wordt genoemd. Later zijn nog ande re cartularia en ordonnantieregisters aangelegd. In de loop van de vijftiende eeuw zijn enige series pro tocollen aangelegd waarvan de inhoud gedurende een korte periode parallel loopt met die van het stadsregister, dat in 1447 was volgeschreven. Omdat het belangrijk was allerlei beslissingen vast te leggen, werden belangrijke resoluties opge tekend, eerst in de ordonnantieregisters, later in af zonderlijke boekdelen. Hoewel de stedelijke orga nisatie tamelijk ingewikkeld was volstond men toch met één serie waarin de beslissingen van alle bestuursorganen werden afgeschreven. Bij de vor ming van afzonderlijke administraties naast de se cretarie ontstonden afzonderlijke archieven, het geen blijkt uit de bewaard gebleven inventarislijs ten. In het archief van de weeskamer, belast met het toezicht op het beheer van de boedels van we zen, zijn vanaf 1452 belangrijke registers bewaard gebleven over de uitvoering van de daarmee ver band houdende taken. Dit archief werd beter be waard dan dat van de griffie, dat de handelingen van de door de schepenen en burgemeesters met betrekking tot de rechtspraak bevatte. Het griffie archief bevat weinig stukken die van vóór 1600 da teren. De archieven van de accijnsmeesters en hun controleurs zijn niet bewaard gebleven; bewijs stukken, aan de magistraat bij het afhoren van re keningen van hun administraties overlegd, zijn in het archief van de secretarie opgenomen. Het archief van de secretarie bleek zich niet in zijn geheel te bevinden in de archieven die, evenals el ders, bekend staan als het 'administratieve' archief van de stad Bergen op Zoom. Een deel van die be scheiden was opgenomen in het zogenaamde 'rechterlijke' archief. Deze situatie was ontstaan in de Franse tijd. In juli 1 811 droeg de maire van Ber gen op Zoom de archieven van de griffie van de voormalige schepenbank en van de inmiddels eveneens opgeheven Hoge Vierschaar over aan de griffier van eerste aanleg in het arrrondissement Breda. [313]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 33