Gedurende drie dagen konden konden de meer dan 3 50 deelnemers uit ruim 30 landen - onder wie 11 Nederlanders - een keuze maken uit een groot aantal lezingen, demonstraties en rapportages. Als gevolg van het succes van Maastricht werd opnieuw voor een opzet in plenaire en parallelle sessies geko zen met daarnaast ook nog de series lezingen die in het bijzonder op de archiefrestauratoren waren ge richt. Deze formule bewees zichzelf wederom en maakte het voor iedereen mogelijk een interessant programma samen te stellen.1 Succes hebben en/of succes krijgen Het thema 'Strategies for succes' geeft aan dat archi varissen niet twijfelen aan het belang van hun werk zaamheden en er ook van overtuigd zijn dat succes binnen ieders bereik kan liggen. De verschillende manieren waarop dat succes gerealiseerd zou kun nen worden, werden in een aantal thema's uitge werkt. Toetsing van het begrip succesvol vraagt om geformuleerde doelstellingen. Een uniforme doel stelling is evenwel onhaalbaar omdat onder meer politieke, juridische, economische en culturele fac toren veelal per land en per archiefinstelling ver schillen en bovendien vaak na verloop van tijd bijgesteld worden. Het was ook duidelijk dat het bereiken van succes samenhangt met een 'europa- wijde' verandering in het denken over de taken van de overheid, gecombineerd met de gevolgen van de economische recessie. Een archief als 'House of history' of 'Clearing house' In de eerste officiële lezingencyclus werden moge lijkheden voor succes aangeboden in verschillende varianten. Zo kan een archiefinstelling een 'house of history' zijn, al dan niet samenwerkend met of geïntegreerd in een centrum voor geschiedbeoefe ning. Een voorbeeld van een dergelijke invulling werd gegeven met het Hessisches Staatsarchiv in Darmstadt dat dit jaar een ware 'cultuurtempel' heeft betrokken, met naast archieftechnische ook museale en bibliothecaire mogelijkheden. Daar naast kan voor de archivaris een belangrijke rol weg gelegd zijn bij de begeleiding van het archiefmate riaal gedurende zijn gehele levenscyclus. Bij dit 'clearing house' concept, waarbij het gemeentear chiefvan Breda als lichtend voorbeeld diende, wor den hoge eisen gesteld aan de aandacht voor de waardering en selectie van recent materiaal. De in druk was dat dit Nederlandse voorbeeld veel waar dering oogstte en nieuwsgierigheid wekte bij de buitenlandse collega's vanwege de betrekkelijk on bekendheid met deze mogelijkheid. De dubbele rol - administratief en cultureel, de Januskop - van ar chieven in het algemeen kwam nadrukkelijk ter sprake met daaraan gekoppeld de vaststelling dat de appreciatie van het levenscyclus-concept van uni verseel belang geacht moet worden De oude en de nieuwe archivaris In een aantal zowel theoretisch als meer praktisch gerichte lezingen en voordrachten kwam aan de or de hoe verschillende aspecten met betrekking tot acquisitie, conservering, personeelsmanagement, informatiesystemen, communicatiemethoden en netwerkvorming kunnen bijdragen tot een optima le uitoefening van de verschillende werkzaamheden van de archivaris. Een tegenstelling werd gesignal eerd tussen de inhoudelijk gerichte vakman en de sterk op werkprocessen ingestelde manager. Dit as pect kwam ook terug in de voordrachten over com municatiemethoden en pr-beleid. Met name het geconstateerde verschil in waardering voor deze twee soorten archivarissen leidde tot levendige dis cussies die gedeeltelijk nog eens herhaald werden in de sessies die carrière-ontwikkeling als onderwerp hadden. 'How to do more with less' Veel sprekers benadrukten het belang om doelstel lingen van het eigen beleid van een archiefdienst duidelijk en helder te formuleren om zo de identi teit te versterken. Juist in deze tijd is het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten bijzonder be langrijk. Het uitbuiten van de sterke punten van je dienst en deze assertief naar voren brengen, zonder [290] 'valse bescheidenheid' of'ivoren-toren mentaliteit' is noodzakelijk. Tijdens de lezingen over de communicatieme thoden, kwam het motto 'How to do more, with less' juist op deze punten goed tot zijn recht. De overgang van 'technical expert' naar 'departmental manager' De plenaire lezingen over onderwerpen als organi- satie-psychologie, planning en output-budgette- ring zorgden ervoor dat bij veel deelnemers nu toch het besef doordrong dat ook archiefinstellingen met hun tijd mee moeten gaan en dat er niet meer valt te ontkomen aan de implementatie van moderne ma- nagementstechnieken en hulpmiddelen om daad werkelijk succes te krijgen. Een duidelijker appèl op de noodzaak de twee soorten archivarissen in één te verenigen had niet beter op een andere manier ge daan kunnen worden. In een tijd waarin de over heid nauwkeurig toeziet op een zo effectief mogelij ke besteding van middelen en zich terugtrekt van een aantal aandachtsgebieden worden hoge eisen gesteld aan dienstverleni ng en het efficiënt inspelen op de wensen van de verschillende gebruikers van archieven. Progressieve raadpleegbaarheid versus conservatieve bewaring Kon vroeger gebruik en raadpleging nog wel eens ondergeschikt worden gemaakt aan toegankelijk maken en bewaren, nu is toch vrijwel iedere archi varis ervan overtuigd dat deze drie aspecten van ar chiefbeheer gelijkwaardige grootheden zijn. Om een praktische voorbeeld te geven: vooral voor die archiefbeheerders die moeite hebben met het ter be schikking stellen van originele archiefstukken aan bijvoorbeeld leerlingen in klaslokalen en studenten in collegeruimtes werd herhaaldelijk gewezen op de noodzaak om de archiefstukken te betrekken bij het lesgeven over de lokale en regionale geschiedenis en het onderrichten van het bronnenonderzoek. Uit de voordrachten bleek duidelijk dat de Franse, maar zeker de Engelse collega's aanschouwelijk onderwijs met originele archiefstukken niet schuwen. In geu ren en kleuren werden de enthousiaste reacties van met name schoolkinderen geschetst door de spreker uit Lancashire. Ook het medium van de tentoon stellingen kwam in dit kader aan bod. En wederom waren het de Engelse en Franse collega's die duide lijk het voortouw hadden genomen in deze ontwik keling. 'Management of cultural heritage' Een dringend beroep werd gedaan om - vooral wan neer voor het 'house of history' concept gekozen wordt - zoveel mogelijk samen te werken met de 're lated professions', de museummensen, de infor matietechnologen en de bibliotheekmedewerkers maar wel te vermijden in 'shot-gun marriages' met deze partners verzeild te raken. In hun vakgebieden is men over het algemeen veel verder met het pu blieksgerichte beleid en het aantrekken van speci fieke bezoekersgroepen. Juist in Nederland waar vooral de mensen die de weg naar een archief al ge vonden hebben, goed begeleid worden, maar de nog niet 'binnengehaalde' groepen niet bereikt worden, kunnen wij hieruit lering trekken. Met het 'nieuwe' vak omgevingsgeschiedenis krijgen wij trouwens kansen om vooral jonge mensen te moti veren het archief te bezoeken. Overigens viel tijdens de Britse voordrachten en in individuele gesprek ken herhaaldelijk de term 'management of cultural heritage'. Een vorm van exploitatie van het cultu reel erfgoed dat in Nederland enigszins vergele ken kan worden met het cultuurtoerisme. In het Verenigd Koninkrijk is men echter al zo ver gevor derd dat men hiervan aan enkele universiteiten een specialisatie in de letterenstudie heeft gemaakt en er een graad kan worden gehaald in deze specifie ke vorm van management. De Britse voorbeelden van deze exploitatie van het cultureel erfgoed in de door de lokale en regionale archiefdiensten in sa menwerking met historische verenigigingen e.d. gegeven presentaties, waren zonder meer indruk wekkend. [291]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 22