Moten 1 A. R.Falck in een toespraak bij de instituering van het Provisioneel Bestuurvan Amsterdam op 16-11- 1813, gecit. bij Joh. E. Elias, De Geschiedenis van eenAmsterdamsche Regentenfamilie Het Geslacht Elias ('s-Gravenhage, 1937) 210. 2 Brieven van de gouverneur en van TenSandein: Gemeentearchief Amsterdam (ook de overige archief bronnen in het GAA), archiefvan de Secretarieafdeling Algemene Zaken, 5181/1413,1747,1907 (1821); behandeling van de kwestie in de raad: notulen raad, arch. 5079/5blz. 69,70,75,76,96. 3 In juli 1820 hadden al enige raads leden over deze kwestie een brief aan de raad geschreven. Besloten werd de zaak op te schuiven tot het rap port van de Commissie van onder zoek naar het Reglement van Orde gereedzouzijn (arch. 5079/4, blz. 104,105). 4 Reglement voor het Bestuur der Stad Amsterdam 18 24) art. 60. 5 L. Blok, Stemmen en kiezen. Het kiesstelsel in Nederland in de periode 1814-1850 (Groningen, 1987) 106, 107. 6 Idem114,115De stukken be treffende het ontwerpen van de Amsterdamse reglementen in het archiefvan de Secretarieafdeling Algemene Zaken, 5181/2827. 7 A.C.M. Kappelhof,'Degemeente lijke organisatie in de ïyeen 20e eeuw. Een case-study: 's-Hertogen- bosch 1800-1940', in: nab 97 (1993)244. 8 ZieM.J.A.V.Koeken, Vanstads en plattelandsbestuur naargemeente- bestuur ('s-Gravenhage, 1973)272, 273. 9 Het volgende is gebaseerd op het Reglement voor hetStedelijk Bestuur der StadAmsterdam^. 815 en 1824) en op Blok, 'Stemmen en kiezen'; vanwege de grote hoeveelheid artikelen in beide reglementen is er vanaf gezien om steeds expliciet in noten naar de specifieke artikelen te verwijzen; hoofdlijnen van de gemeentelijke bestuursinrichting vindt men in: Koeken 'Van stads en plattelandsbestuur' 10 Geciteerd in Elias, 'De geschiede nis', 212. 11 M. Wagenaar Amsterdam 1876-1914. Economisch herstel, ruimtelijke expansie en de veranderende ordening van het stedelijk grondgebruik (Amsterdam, 1990)112,113 12 JanvanEeghen (1789-1838), raadslid 1828-1838,lidvan de fa. Van Eeghen Co, directeur Nederlandse Bank; Abraham Mendes de Leon 1764-1818) raadslid 1814-1818koopman, president van het consistorie in de circumscriptie Amsterdam; volgens J. Michman (red.) in: Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeen schap in NederlandEde/Antwer pen/Amsterdam, 1992), 104, was Mendes de Leon de rijkste joodse Amsterdammer in zijn tijd ('le plus riche juifd' Amsterdam'), ookzijn zoonjacob werd raadslid (nl. van 1828 tot 1842); voor Jan Brouwer zie het biografische portret elders in dit artikel. 13 Het lidmaatschap van de raad was onverenigbaar met dat van Gedepu teerde Staten (1824). 14 Blok,'Stemmen en kiezen', 120, 121. 15 Ook: eenmeerderheidvanderaad zonder burgemeesters. 16 De vergadering van 5 oktober 1815 (arch. 5079/1, blz. 137). 17 Benoemd werden de burgemeesters door de koning. 18 Voordracht b&w, benoeming door raad (1815), voordracht - samen met b&w - aan de koning, die benoemde 18 24)ook de opstelling van de instructies voor de stadssecretaris sen was een taak van de raad; de schorsing was een zaak van Provin ciale Staten, ontslag door de koning. 19 De instructie van de stadssecretaris werd door b&w vastgesteld, onder goedkeuri ng van de raad. 20 Op voordracht (dubbeltal) van die besturen. 21 Ditgoldvoordeuitvaardigingvan verordeningen, schorsing en ontslag ambtenaren, het voeren van proces sen vanwege de stad, besluiten over leningen ofbelastingen en de ver vreemding (overdracht) van stede lijke goederen. 22 BesluitWillemi.d.d. 9-7-1818 (arch. 5079/3, blz. 71,72). 23 Kappelhof'De gemeentelijke orga nisatie', 244. 24 Arch. 5079/1,3,7,8,12,18,21,24 en 27. 25 Arch. 5079/4, blz. 104,105. 26 Het gaat om 31 juli en 4 augustus (arch. 5079/12), 13 augustus en 1 o sept. 18 34 (arch. 5079/18), 25 augustus 1848 (arch. 5079/27) 27 Arch. 5079/5blz. 60. 28 Met dank aan drs M. L. P. Hoffen drs GT. F. Hesp voor hun mede werking. 29 Bron: Herenboekjes avet deze jaren. 30 Bron: Ibidem. 31 Rapport van de Raad van State over de nieuwe reglementen in 1824/25 (Blok,'Stemmenen kiezen', 116). 3 2Zie bijvoorbeeld het aftreden van P.A. van Boetzelaer, D. W. Elias, G. Blaauw(arch. 5079/3, blz. 109, 110,146,265, 308:4, blz. 165- 167). 33 Zie bijvoorbeeld 1819: arch. 5079/3, blz. 149. 34 Th. van Tijn, 'Tien jaren liberale 266 oppositie in Amsterdam (1844- 1854), Bijdragen voorde Geschiedenis derNederlandenxvu (1963) 182 (Elias en Van de Poll)Elias 'De Geschiedenis', 212 (Boetzelaer en Brouwer); laatstgenoemde komt ook voor op de lijst van de honderd hoogstaangeslagenen te Amster dam in 1813 (L. van Nierop, 'De honderd hoogst aangeslagenen te Amsterdam in 1813', 39,40; over druk uit ehjb 11,1925). 3 5 Met uitzondering van de betrekking van plaatvervangers binnen de rech terlijke macht. 36 J. Z. Kannegieter, 'Het belasting- oproer te Amsterdam', Jrb. Amstelodamum 32(1935) 249-313- 37 In 1815 stond er: 'bij voorkeur' door burgemeesters. 38 Wanneer het ging om door de raad vastgestelde verordeningen, moes ten zij dit meldden. 39 Besluit van Willem 1d.d. 9-7-1818 (arch. 5079/3,blz.71,72); deze kon overigens 'disponeren naar be vind vanzaken' (1824,art. 53). Over de bedoeling van het artikel 46 van het stedelijk reglement (1815) heerste verwarring bij het - redelijk bestuur en besloten werd dit voor te leggen aan de koning (arch. 5079/5, blz. 39-41,14-3-1821). 40 Een deel van dit salaris diende echter te worden afgezonderd en diende als presentiegeld ter onder linge verdeling (naar rato van het aantal zittingen dat zij hadden bij gewoond). 41 Zo werd bij de instelling van de kiescolleges naar het verleden ver wezen: 'gelijkvanouds' bestonden; hierover Blok, 'Stemmen en kiezen', 107. 42 Idem, 136. 43 Volgens Blok en De Meere lean echter over de drie belastingen (grond, personeel en patent) opge merkt worden 'dat zij geen zuivere afspiegeling van de welstand zijn, omdat niet de werkelijke draag kracht van de belastingplichtigen werd aangesproken; het gaat in de regel om afgeleide kenmerken. Vooral de hoogste inkomens waren hierdoor in het voordeel; de werke lijke weistandsverschillen zullen vermoedelijk groter zij n geweest L. BlokenJ.M.M.deMeere, 'Welstand, ongelijkheid in welstand en censuskiesrecht in Nederland omstreeks het midden van de 19 de eeuw', Economisch- en Sociaal-Histo risch Jaarboek 41 ('s-Gravenhage, 1978) 200. 44 En - al stond dit als zodanig niet in de reglementen - alleen mannen. 45 Voor een volledige lijst Blok, 'Stem men en kiezen' (bijlage 2) 285-287; die van Amsterdam zijn te vinden in het reglement van 1815 onder de art.nrs. 65 en 66 en in die van 1824 onder de art.nrs. 2 en 23. 46 Advies van de Raad van State, in: Idem, Il7en 122. 47 Niet ondertekende stembiljetten werden ongeldig verklaard. 48 Volgens de reglementen; in de jaren rond i82ovondhetopenen van de stembiljetten en het op maken van het resultaat plaats door een commissie, bestaande uit de burgemeester, twee raadsleden, met behulp van de stadssecretarissen, die dan vervolgens verslag deden aan de raad (zie arch. 5079/4,^2.93, 106). 49 Er is voor Amsterdam uitgegaan van het aantal van 7400 uitgereikte stembiljetten zoals genoemd in twee bronnen (zie noot 56); alleen voori8i9eni8zotrofik een exact aantal uitgereikte stembriefjes aan, wat overigens nog niet hoeft overeen te komen met het aantal stemge rechtigden; door het bestuur werd doorgaans een aantal van 6000 ge noemd. Het aantal van 7400 stem biljetten is afgezet tegen een gemid delde mannelijke bevolking van ongeveer 51.000 (van 2 5 jaar en ouder), gebaseerd op de volkstellin gen van i829en 1839: Debevolking van Amsterdam dl. 11: De uitkomsten der tienjaarlijksche volkstellingen van 1830 tot ip3o(Amsx.etAam, 1934, blz 7). Voor de overige steden: Blok, 'Stemmen en kiezen', 129. 50 Blok,'Stemmen en kiezen', 142. 51 Van i8i9en 1820 zijn naast het aantal ingeleverde, ook het aantal uitgereikte stembiljetten bekend, nl. 73 90 en 7460 (het aantal uitge reikte biljetten in 1821 werd niet genoemd)op grond van deze cijfers valt te concluderen dat de politieke desinteresse in deze jaren noggroter was (arch. 5079/301 mun. 64, 302 mun. 47,303 mun. 45)De cijfers van de jaren dertig zijn te vinden in het adres van Huidekoper aan de raad (zienoot73). De cijfers over de jaren veertigzijn uit Blok, 'Stem men en kiezen', 306 (van 1842), Van Tijn, 'Tien jaren', 200,299, 309,318 (1847:7883 stembiljetten uitge deeld, 1848:6264,1849:6186, 1851:5993); volgens Van Ti jn is het aanmerkelijklagereaantal uitge deelde biljetten in het laatstgenoem de jaar toe te schrijven aan een nauwkeuriger opstelling van de lijsten der stemgerechtigden. 52 De benoeming van kiezers vond tot 1824 plaats in eerste week van okto ber, daarna in de loop van de maand september. 5 3 J. Corver Hooft, verhuisde naar 's-Graveland (arch. 5079/15, blz. 106-107). 54 Ouderdom: H. Verwit Asschen- bergh, L. Grampré Moliere (arch. 5079/14, blz. 105-107) enA. Backer (arch. 5181/149, stuknrs. 6080 en [267]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 10