Nieuwe provincies,
nieuwe archieven?
Prof dr F.C.J. Ketelaar
the way the discussion developed through the past
decades and concludes with some recommendations
with regard to an effective and democratic public
administration.
Noten
1 H.J.Rang, 'Regionaalbestuur
tussen landsdelen en gemeenten,
Bestuurswetensehappen(l<)<)E)
85.
2 De teksten van het taken-en be-
voegdhedenpakket en de regiovor
ming zijn ontleend aan de discus
sienotitie van de vng inzake de
positie van de gemeente, maart
1994, terwijl de tekst over de kern
punten binnenlands bestuur is
gebaseerd op de open brief van de
zogenaamde 's-Hertogenbosch-
groep aan leden van de Eerste
Kamer ten behoeve van de behan
delingvan de Kaderwet Bestuur in
Verandering. De inleider maakt
deel uit van deze groep.
3 Zie hierover ondermeer de inlei
ding Culturele aspecten van de
vernieuwing lokaal bestuur,
W.T. van Gelder, voor de rbb op
3 december 1993.
4 Over de relatie tussen de gemeente
en de burgers zie hoofdstuk 4 van
De kracht van gemeenten.
5 Het ontbreken van een geschikt
bestuurlijk kader voor de beharti
ging van in oorsprong veelal ge
meentelijke taken, die met name
door de maatschappelijke en
technische schaalvergroting zijn
komen te zweven tussen provincie
en gemeenten. MVT wgr, Stb.
1984, nr. 667.
6 DeCommissie-Koelmahadals
opdracht te adviseren over de wijze
waarop moet worden voorzien in
gemeenschappelijke belangen
voor de grote stedelijke gemeenten
en de omliggende kleinere gemeen
ten. Verslag, 8 september 1947.
7 tk 1969-1970,10.310, nr. 2.
8 tk 1970-1971,11.246, nr. 2.
9 tk 1976-1977,14.322, nrs. 1-4.
10 Decentralisatienota t98ouitge-
werkt in decentralisatieplan,
tk 1983-1984,16492, nr. 8.
n tk 1982-1983,17.994,nr-
12 Grote steden, grote kamen, Externe
comm. issiegr0 te stedenbeleidDe n
Haag, 1989); Advies over het bestuur
in grootstedelij ke gebieden, Raad
voor het binnenlands bestuur (Den
Haag, 1989); Van de stad en de rand,
Wetenschappelijke raad voor het rege
ringsbeleid, Rapporten aan de rege
ring, nr. 37(Den Haag, 1989).
13 tk 1990-1991, 21.062, nrs. 3,4
en7;TK 1992-1993, 21.062, nr. 21.
14TK 1992-1993,23.048, nr. 1-2.
15 TK 1992-1993, 23.139 A, Wijziging
van de wg r in verband met aan
passing en uitbreiding van de bepa
lingen inzake verplichte samen
werking, Overlegnotitie herziening
wGR-indeling, april 1993 en Nader
kabinetsstandpunt over de WGR-
indeling in relatie tot de functionele
gebiedsindeling, oktober 1993.
[l94]
Studiedag 'Regiovorming'
Provincies-nieuwe-stijl zoals die nu vooral in de Randstad vorm krijgen (in
de eerste plaats in de regio Rotterdam), doen de vraag rijzen of er nu ook een
archieforganisatie-nieuwe-stijl nodig is. De algemeen rijksarchivaris, prof
dr F.C.J. Ketelaar, zet een aantal zaken op een rij en gaat vooral in op deposi
tie van de Rijksarchiefdienst. Belangrijk is het toetsingskader dat hij aan
geeft bij het ontwerpen van nieuwe archieforganisaties.
Nieuwe provincies komen er. Formeel zijn er zeven
BON- (Bestuur op Niveau-) gebieden, waarover de
Kaderwet Bestuur in Verandering handelt.1 De rege
ring ziet voor die zeven BON-gebieden als perspec
tief: de provincie-nieuwe-stijl. De provincie-nieu-
we-stijl is het door de regering geboden en wenselijk
geachte eindperspectief voor alle BON-gebieden.
Hiermee is echter niet gezegd dat er in alle BON-ge
bieden na de ROL-fase (Regionaal Openbaar Li
chaam) een provincie-nieuwe-stijl komt. Bovendien
maken regering en parlement onderscheid tussen
oor (regio Rotterdam), roa (regio Amsterdam) en
Haaglanden (regio Den Haag) enerzijds en de vier
andere BON-gebieden anderzijds. Een cesuur tussen
de drie grootstedelijke regio's en de vier stedelijke ge
bieden.
Voor de niet-BON gebieden moet, aldus de regering,
in principe de intergemeentelijke samenwerking op
basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen
voldoende zijn.
Als ik als algemeen rijksarchivaris over nieuwe
provincies, nieuwe archieven' spreek, richt ik mijn
aandacht op de zeven BON-gebieden en dan weer in
het bijzonder op Rotterdam, Amsterdam en 's-Gra-
venhage, omdat het daar nodig zal zijn om te over
denken of de historische gegroeide verhouding van
de Rijksarchiefdienst met de provincies, gecontinu
eerd dan wel gewijzigd moet en kan worden. Uiter
aard volg ik ook de ontwikkeling in de rest van Ne
derland met grote belangstelling. Daar, dus buiten Ac
BON-gebieden, gaat het echter niet in de eerste plaats
om nieuwe bestuurlijke structuren waarin de Rijks
archiefdienst al of niet een plaats heeft. Het gaat daar
enerzijds om vormen van intergemeentelijke samen
werking, ook op archiefgebied, waarbij de Rijksar
chiefdienst soms betrokken is. Anderzijds om vor
men van samenwerking tussen een rijksarchief en
een of meer gemeenten, ter verhoging van de effi
ciency en effectiviteit van behouden, bewerken en
benutten van archieven.
Er bestaat geen blauwdruk voor een nieuwe bestuur
lijke indeling van het hele land. De regering ontkent
het bestaan van een 2 5 -regiomodel of 2 5 -provincies-
nieuwe-stijl model. Dat is dus een essentieel verschil
met de situatie in de jaren zeventig, toen de regering
in elkaar opeenvolgende wetsontwerpen poogde de
bestuurlijke organisatie in het hele land op nieuwe
leest te schoeien. Ook het archiefwezen heeft toen
geprobeerd om de gebreken in de lokale archiefzorg-
buiten de gemeenten met een archivaris - te verbete
ren door met geheel nieuwe structuren te komen. Ik
haal die geschiedenis nu niet op - men kan het alle-
[i95]