Regiovorming
en de organisatie
van het archiefwezen 1
Een koers voor de inrichting
van het decentraal openbaar bestuur
mrdrs A.J. Modderkolk
Studiedag 'Regiovorming'
Het lijkt alsof in toenemende mate factoren van
buitenaf de archiefwereld niet alleen dwingen tot
diepe bezinning op theoretische uitgangspunten,
maar ook tot grote slagvaardigheid als het gaat om
de verdediging van directe belangen. Zowel de pro
blematiek van selectie en vernietiging, als ook de
vraagstukken met betrekking tot bewaren en behe
ren van machineleesbare gegevensbestanden, laten
zien dat bezinning en actie noodzakelijk zijn. Bij de
twee genoemde terreinen waarop archivarissen zich
bezinnend, maar vooral ook met opgestroopte
mouwen moeten bewegen, heeft zich een derde ge
voegd: de bestuurlijke reorganisatie in Nederland.
In snel tempo worden op regionaal niveau bestuur
lijke entiteiten in het leven geroepen - provincies-
nieuwe-stijl - die niet meer lijken te passen binnen
de kaders van de Archiefwet: regiovorming raakt de
verhouding tussen gemeente- en streekarchieven
onderling; regiovorming beïnvloedt de verhouding
tussen gemeente en Rijk; regiovorming stelt de or
ganisatie van gemeente- en streekarchieven, maar
ook die van de Rijksarchiefdienst ter discussie; re
giovorming raakt de positie van de provinciale ar
chiefinspecties! Alle reden voor de Koninklijke van
om tijdens een studiedag, die op 19 mei jongstleden
in Den Haag gehouden werd, het thema 'regiovor
ming' van alle kanten te (laten) bekijken.
De studiedag liet zien dat regiovorming vele gezich
ten kent en dat archiefdiensten op zeer verschillen
de manieren participeren in regionale ontwikkelin
gen. Naast de 'zuivere' bestuurlijke regiovorming-
nieuwe-stijl (op basis van de Kaderwet Bestuur in
Verandering), hebben ook de schaalvergrotingen
binnen het kader van de 'oude' Wet Gemeenschap
pelijke Regelingen grote gevolgen voor archiefdien
sten. Maar ook buiten genoemde bestuurlijke ka
ders kan van regiovorming worden gesproken, bij
voorbeeld als het gaat om samenwerkingsverban
den tussen gemeente- en streekarchieven of tussen
een gemeente- en een rijksarchief.
Dit nummer van het Nederlands Archievenbladbt-
vat de integrale teksten van een drietal lezingen, ge
houden tijdens de ochtendsessie, die voor de verde
re discussie over de consequenties van die 'zuivere'
bestuurlijke regiovorming voor de organisatie van
het Nederlands archiefwezen van belang zijn. Op
grond van de lezingen en discussies tijdens de stu
diedag is er in de kring van provinciale archiefin
specteurs behoefte ontstaan de ontwikkelingen in
de Randstad, waar op korte termijn al een provin-
cie-nieuwe-stijl zal bestaan, aan een nadere be
schouwing te onderwerpen. De teksten van de le
zingen worden daarom gevolgd door een artikel van
de archiefinspecteurs van Noord- en Zuid-Holland
en van Utrecht, waarin zij niet alleen de voor- en
nadelen van regiovorming nog eens op een rij zet
ten, maar vooral ook de concrete plannen voor de
regio Rotterdam aangrijpen om te pleiten voor on
verkorte handhaving van een onafhankelijke ar
chiefinspectie.
In het volgende nummer van dit blad komt de re
giovorming in 'ruime zin' nader aan de orde. Op
grond van de inleidingen en discussies tijdens het
middagprogramma, dat de stituatie in de verschil
lende regio's behandelde, zal een overzicht worden
gegeven van de vele manieren waarop archiefdien
sten binnen of buiten bestuurlijke kaders, inhoud
geven aanregiovo rming'
[186]
Studiedag 'Regiovorming'
De discussie over de bestuurlijke organisatie van Nederland is in de afgelo
penjaren in een stroomversnelling geraakt. Mrdrs A.J. Modderkolk, griffier
van de provincie Noord-Brabant, schetst op heldere wijze de ontwikkelin
gen in die discussie in de afgelopen decennia. Vervolgens geeft hij aan hoe in
zijn ogen het 'regionale gat' gedicht zou kunnen worden. Archivarissen vin
den in dit artikel veel aanknopingspunten om na te denken over de vraag
binnen welke politiek-bestuurlijke grenzen hun organisatie zich moet en
kan ontwikkelen.
1
Algemeen
Discussies over de bestuurlijke organisatie hebben
met zonnevlekken, meteoriet-inslagen en economi
sche depressies gemeen dat zij periodiek zijn. De
thans lopende discussie is vijfjaar geleden begonnen
met het rapport van de commissie Montijn over de
agglomeratieproblematiek van de grootste steden in
ons land en is via de Nota Bestuur op Niveau (bon-
)2 inmiddels uitgegroeid tot een discussie over regio
nalisatie in het algemeen.1
Hoewel ik bedenkingen heb bij deze ontwikkeling in
het denken over de organisatie van het openbaar be
stuur (oplossingen voor een specifieke problematiek
worden veralgemeniseerd voor het hele land), is een
pluspunt van de thans lopende discussie dat er een kli
maat groeiende is, waarin wezenlijke veranderingen
meer dan voorheen bespreekbaar zijn. Gevestigde po
sities gelden minder als absoluut uitgangspunt en op
zaken als gemeentelijke schaalvergroting en aanpas
sing van provinciegrenzen rust niet meer zo het taboe
van weleer. Indien deze signalen zouden worden ge
negeerd of als er niet adequaat op zou worden inge
speeld, moet van een gemiste kans worden gesproken
die nog jarenlang in negatieve zin zal nawerken.
In mijn inleiding wil ik nader ingaan op het verande-
rings- en vernieuwingsproces van het openbaar be
stuur.
Ik zal eerst enige kanttekeningen plaatsen bij de
veranderingen die opgetreden zijn in de taken en be
voegdheden van de overheid en in de bestuursfiloso-
fievan de overheid.
Daarna laat ik de jongste geschiedenis met betrek
king tot de regiovorming de revue passeren. Vervol
gens wil ik een aantal kernpunten behandelen die
mijns inziens wezenlijk zijn voor het scheppen van
een duurzaam kader voor de inrichting van het bin
nenlands bestuur.1
2
Ontwikkelingen in het taken-
en bevoegdhedenpakket
Het taken- en bevoegdhedenpakket van de overheid
heeft sinds de tweede helft van de vorige eeuw - en
dus niet alleen de laatste jaren - voortdurend belang-
[187]