bepalingen provincie Rotterdam). De commissie vond de archiefpassage in het voorontwerp te be houdend, met name het voorstel om de discussie over een eventuele aanpassing van de Archiefwet uit te stellen tot aan het moment van werkelijke over brenging over twintig jaar. Zij stelde dat de vorming van stadsprovincies juist alle aanleiding gaf nu de discussie te voeren over de verandering van de orga nisatie van het openbaar archiefwezen. Een van de belangrijkste aspecten, die aan de orde zouden moeten komen, was de vraag of de provin- cies-nieuwe-stijl naar analogie van de gemeenten blijvend met de zorg voor hun archiefbescheiden dienden te worden belast gelet op de veranderde, i.e. zwaardere taken en bevoegdheden. De volgende vraag zou dan direct moeten zijn, wat de consequentie daarvan was voor de archiefzorg bij bestaande provincies: moet dat dan niet analoog geregeld worden, om te voorkomen dat in provincie- land een tweedeling ontstaat tussen provincies met en provincies zonder eigen archiefdienst? De Rijks commissie vroeg zich tevens af, of er van werkelijke vernieuwing sprake kon zijn zolang de gemeenten slechts op vrijwillige basis via een gemeenschappelij ke regeling hun archieftaken konden overdragen aan de provincie. Tevens stelde zij de positie van de wa terschappen en de relatie tussen provinciaal archief- toezicht (toezicht op de zorg) en toezicht door de ge meentearchivarissen (toezicht op het beheer) aan de orde. Stof genoeg voor discussie, reden waarom de stu diedag van de kvan op 19 mei j.l. werd georgani seerd. Vorming provinciale archiefdienst Waar de rijkscommissie nog slechts tentatief het ar chiefbeheer door de provincie-nieuwe-stijl aan de orde stelt en de discussie over dit onderwerp nog niet is afgerond, is het ministerie van Binnenlandse Za ken, verantwoordelijk voor de totstandkoming van de lex specialis, kennelijk al een stap verder. Want blijkens een aanvulling op archiefparagraaf 5.6.7 van de lex specialis is er op dit departement in het voorjaar van 1994 een wijzigingsvoorstel voorbe reid om in de nieuwe provincie een provinciale archi varis aan te stellen. Dit wijzigingsvoorstel werd ver werkt in het meest recente ontwerp van de lex specia lis, momenteel bij de Raad van State. Volgens het bijgestelde wetsontwerp, dat hierin de Rotterdamse nota Profiel 11 volgt, zal de nieuwe pro vinciale archiefdienst, waarin de huidige gemeente lijke archiefdienst Rotterdam zal opgaan, de archie ven gaan beheren van de nieuwe provincie, van de voormalige gemeente Rotterdam en van de op het grondgebied van de voormalige gemeente Rotter dam gevormde nieuwe gemeenten. Dit laatste wordt niet in de tekst van de wet geregeld, maar slechts in de memorie van toelichting aanbevolen. Opnieuw blijkt, dat de overdracht van archieftaken door deze gemeenten slechts op vrijwillige basis kan geschie den. Bij de genoemde gemeenten kunnen zich des gewenst andere gemeenten in de nieuwe provincie aansluiten. Bovendien kunnen alle oOR-gemeenten bepaalde, beperkte archieftaken overdragen aan de provincie; gedacht wordt aan steunfuncties die het lokale niveau overstijgen, zoals restauratie, conserve ring en het beheer van machineleesbare gegevensbe standen.2 Voordelen van een provinciale archiefdienst Met het oog op de veranderde, want 'zwaardere' ta ken en bevoegdheden is het goed dat de provincie- nieuwe-stijl zich straks mag verheugen in het bezit van een eigen archiefdienst met overkoepelende ta ken op de eerdergenoemde terreinen. Dit biedt kans rijke mogelijkheden tot verbetering van de archief- zorg. Vormen van samenwerking tussen de provin ciale archiefdienst, de overige archiefdiensten en de gemeenten zonder archivaris liggen gelet op de schaal van het gebied voor de hand. Aandacht ver dient daarbij de overbrenging van de archieven van de gemeenten op het grondgebied van het voorma lige Rotterdam. Dit dient bij voorkeur niet op vrij willige basis te gebeuren, maar wettelijk te worden vastgelegd, om te voorkomen dat versnippering van het archiefbeheer van deze nieuwe gemeenten gaat plaatsvinden.3 Ook ten aanzien van de archieven van waterschappen binnen het gebied - niet genoemd in de wettekst noch in de memorie van toelichting - [210] dient een regeling te worden getroffen. Zoals eerder door de Rijkscommissie is aanbevolen, moet op den duur tevens een goede oplossing gevonden worden voor de discrepantie tussen het archiefbeheer bij de provincies-oude-stijl en dat bij de provincies-nieu- we-stijl. Daarvoor zou wijziging van de Archiefwet het beste middel zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor het behandelen van klachten over de toegankelijkheid van de archieven, die in zijn eigen depots berusten. Ook ten aanzien van het beoordelen van de werkzaamheden verricht door de archiefdienst (selectie, inventarisatie) en het bemiddelen bij problemen tussen archiefdienst en bestuur gaat het wringen. Bundeling van taken: toezicht op jezelf? Samenwerking ter verbetering van de archiefzorg is vanuit het oogpunt van doelmatigheid en bundeling van kosten en mankracht toe te juichen. Er moet daarbij echter worden gewaakt voor vermenging van taken die om principiële redenen gescheiden moeten blijven. Volgens de memorie van toelichting op het bijgestelde wetsontwerp zou het niet doelmatig zijn de nieuwe provincie Rotterdam te verplichten om, zoals elders, een provinciale inspecteur te belasten met het toezicht op het beheer van de provinciale ar chiefbescheiden en met de uitoefening van het aan gedeputeerde staten opgedragen toezicht op de zorg voor de archiefbescheiden der gemeenten en water schappen. Deze taken worden in de wettekst zonder nadere toelichting opgedragen aan de provinciale ar chivaris. Op het eerste gezicht lijkt deze dubbelfunctie wat op die van rijksarchivaris/provinciale archiefinspecteur uit het verleden, die thans nog in werking is in de provincie Flevoland. Er is echter een belangrijk prin cipieel verschil met dien verstande, dat de rijksarchi varis in zijn hoedanigheid van inspecteur toezicht had op archieven die hij in verreweg de meeste geval len niet zelf beheerde. De provinciale archivaris an nex inspecteur gaat wel de te inspecteren archieven zelf beheren en zal dus de facto toezicht moeten gaan houden op zichzelf. Dit nu is geheel in strijd met de scheiding van verantwoordelijkheden zoals de Ar chiefwet die regelt. Vroeg of laat zal een dergelijke dubbelrol in de prak tijk tot problemen leiden. Bedenken we bijvoor beeld dat de provinciale archivaris in staat moet wor den geacht in het belang van de openbaarheid van de archieven in zijn provincie objectief te functioneren. De inspecteur in persoon en het dekkend net Naast het toezicht houden op het functioneren van de bestaande archiefdiensten en het bemiddelen tus sen archiefdiensten en gemeente- en waterschapsbe sturen is een derde belangrijke taak van de huidige provinciale toezichthouders het streven naar dich ting van het net daar, waar nog geen archivaris is aan gesteld. Bij het ontbreken van een wettelijke ver plichting doen de huidige inspecteurs dit, namens de provinciebesturen, vooral langs de weg van de stimu leringssubsidies, de overreding en het opwekken van enthousiasme. Men hoeft de jaarverslagen van de provinciale inspecteurs van de afgelopen decennia maar door te lezen om te zien dat dit tot op heden in alle provincies heeft geleid tot een steeds dekkender net. Ffoe zal dat nu gaan in de nieuwe provincie Rot terdam? In principe blijft, blijkens de memorie van toe lichting op het laatste ontwerp van de lex specialis, de archiefzorg opgedragen aan de gemeente- en water schapsbesturen; samenwerking met de nieuwe pro vincie gaat op vrijwillige basis. In dit opzicht niets nieuws dus vergeleken met de huidige situatie. Hoe de archieforganisatie in de nieuwe provincie er ook definitief uit komt te zien, zeker is de centrale rol van de provinciale archivaris, die zoals voorheen de provinciale inspecteur de lagere overheden, ook die zonder gekwalificeerde archivaris, moet stimule ren een in alle opzichten optimale archiefzorg na te streven. Maar, anders dan zijn voorganger, heeft hij zelf potentieel belang bij de onderbrenging van deze archieven bij zijn dienst. Het is dus bijzonder moei lijk voor hem daarin een als objectief ervaren advies uit te brengen aan de verschillende gemeente- en wa terschapsbesturen. Ook hier moet de verstrengeling van taken zich wel gaan wreken. [211

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 14