chiefzorg en beheer in de nieuwe provincies naar het provinciale niveau te tillen. Op dat niveau zal er immers sprake kunnen zijn van een behoorlijk vo lume voor een goed beleid inzake planning en uit voering van de opgedragen taken. En voor het be stuur misschien belangrijker, op dat niveau zal er sprake kunnen zijn van behoorlijk volume voor een goed beleid ten aanzien van personeels- en organi satiefunctie en ten aanzien van financiële planning en control. Ik wijd, tegen mijn zin, nu niet uit over deze grandioze kans van straks voor vak en mede werkers zich echt te ontplooien. Het aardige van de ze ontwikkeling is dat de provincies nieuwe stijl zul len zijn verlost van een historische vergissing, na melijk van een inspectie die niet gekoppeld is aan een toekomstig beheer. Ik weet best dat schaalvergroting niet op alle terrei nen zaligmakend zal zijn. Niet iedereen van ons gaat even gemakkelijk met veranderingen om. En zoals vaker zal straks ook hierbij de geest aanvankelijk ge willig en het vlees vervolgens zwak zijn. Zo'n tien jaar geleden had de van een voorzitter die in zijn jaarrede regelmatig citeerde uit het werk van Marten Toonder. Ik heb in het begin al veel geciteerd, daar om parafraseer ik nu. 'Alleen Olivier B. Bommel ver mag de vooruitgang te stuiten.' Collega's, de wals gaat door, U mag naar verkiezing, al naar gelang uw aard, daarbij denken aan dans en werktuig. Archiva rissen stuiten de vooruitgang niet. Daarom is het zaaks dat wij allen een balboekje aanschaffen. Een balboekje waarin wij met potlood de namen van on ze aanstaande partners schrijven voor elke dans waarin wij tezamen kunnen excelleren. Hopelijk zal zo een ieder vele potentiële partners weten te identi ficeren. Het zal U nu niet meer verbazen dat ik verbaasd, zo niet ontzet was toen ik, in de eerste mij toegezonden stukken betreffende de 'bestuurlijke verruiming re gio Rotterdam,' een tekst aantrof waaruit kon wor den afgeleid dat het voornemen bestond de provin- cies-nieuwe-stijl op te nemen in de rijksarchieforga nisatie, als waren zij gelijk aan provincies oude stijl, en dat omdat de Archiefwet dat zou voorschrijven. Wel grappig overigens, dat bijna tegelijkertijd ter- wille van de kwaliteit van het archiefbeheer op rijks niveau het rijksarchief in Zuid-Holland, als herken bare eenheid en daarmee vergelijkbaar met de ande re rijksarchieven, werd opgeheven. Ook de Archief wet lijkt multi-interpretabel op het moment dat het rijksbelang dat vraagt. Kennelijk is de vorm belang rijker dan de inhoud. Dat krijg je wanneer je letter- gewijs krantenberichten communiceert. De volle digheid gebiedt mij op te merken dat er in deze stukken ook sprake van was, dat er naast zo'n nieuw rijksarchief ruimte zou zijn voor een eigen invulling door de onderhavige regio van de organisatie van het archiefbeheer op gemeentelijk en regionaal ni veau. Ik was niet alleen ontzet, ik was ook boos, boos om dat deze benadering mijn verstand te boven gaat en boos omdat ik, hoewel ervaren boomkijker, niet met de mogelijkheid van zo'n voorstel rekening had gehouden. En opnieuw begreep ik dat het Rijk al leen het rijksbelang belangrijk acht. Openbaarheid van bestuur en cultuurbehoud, prima, maar niet overal en niet voor iedereen. Ik ken nog meer gezeg den, bijvoorbeeld 'dat het hemd nader dan de rok is', wat dat betreft is de hoed het hoofd ook nader dan de rand. Ik voelde mij machteloos en plaatsver vangend boos. Boos vanwege de gemiste kansen. Nu had de held van mijn verhaal de mogelijkheid om te laten zien wat hij waard is, en wat blijkt, de minister is in het ongerede geraakt, met de hoed zijn kennelijk ook de kleren weggewaaid. Waarin minis ters al geen keizer kunnen zijn. Kortom, de minister dient het Rijk, het land wordt aan de laars gelapt. Blijkens de tekst die nu voorligt, blijken letter knechten ook aan rolwisseling te kunnen doen, dat doen zij door hun pet op, danwel af te zetten. Pet-af heeft, als welopgevoede plattelander, mijn voor keur. Blootshoofds wordt de schedel het best ge koeld, en daarmee het gebruik van gezond verstand het meest bevorderd. Bestuurlijke vernieuwing is niet een gril. De be hoefte daaraan zweeft al lang boven ons. Het is ken nelijk moeilijk zo'n behoefte om te zetten in concre te wet- en regelgeving daarom duurt de zweeftocht al zo lang. Op lokaal en regionaal niveau wordt de behoefte aan bestuurlijke vernieuwing het meest gevoeld, de huidige ontwikkelingen zijn van bene den af, door boomkijkers, geïnitieerd. Het is daar mee niet verbazingwekkend dat de meeste gemeen- [204] tearchivarissen, al dan niet daartoe gestimuleerd door hun gemeentebestuur, begonnen zijn hun buurgemeenten uit te leggen waarom het zo belang rijk is dat archieven goed worden beheerd. Waarom het zo belangrijk is dat archieven naar openbare be waarplaatsen worden overgebracht. Waarom het zo belangrijk is dat archieven fysiek in studiezalen kunnen worden geraadpleegd. Waarom het zo be langrijk is dat dat deel van ons cultureel erfgoed dat archieven heet wordt veilig gesteld. Waarom het zo belangrijk is dat niet alleen overheidsarchieven maar ook particuliere archieven voor hen die na ons komen in onze depots worden opgenomen. U merkt het, openbaarheid van bestuur noem ik niet: sommige bestuurders, ook op gemeentelijk niveau, vinden dat bedreigend. Dan is het wel wat lastig om uit te moeten leggen dat de minister geen tijd, dan wel geen goesting heeft om voor wat archieven be treft het landsbelang te dienen. Gelukkig hebben de meeste gemeentebesturen gezond verstand, ze blij ven in de kleren en als ze in bomen klimmen beper ken ze zich meestal tot knotwilgen, en die worden regelmatig geschoren. Gelukkig ook dat zo vele ge meentebesturen uiteindelijk tot geloof kunnen worden gebracht. Het geloof dat het behoud van dat deel van ons cultureel erfgoed dat archieven heet én de openbaarheid en de controleerbaarheid van ons bestuur, een sluitend net van archiefbeheer nodig hebben. De kalo vergadert tweemaal per jaar. In iedere vergadering zijn er wel collega's die onder applaus der aanwezigen melden dat zij voor taan ook gemeentearchivaris zijn in de gemeente a, q of z. Onder de thee horen we dan hoe de desbe treffende gemeente overtuigd kon worden voortaan op de begroting geld te ramen voor een nieuwe post. Tegenwoordig voorwaar geen kleinigheid. Ik weet dat ik nu een kans voor open doel weggeef: want het lij kt er op dat ik hiermee zeg dat wij boom kijkers het rijk niet echt nodig hebben, en dat we het op gemeente- en regio- niveau gezamenlijk wel kunnen klaren. Het lijkt niet alleen zo, het is ook zo. Ik schiet dus zelfs in eigen doel. Dat zal ik wel moeten blijven doen tot dat de minister zijn ver antwoordelijkheid neemt en zich weer een ver antwoordelijk minister betoont. Verantwoordelijk voor de optelsom van 's-rijks-, provinciaal-, regio- en gemeentelijk belang, een optelsom die 's-lands belang heet. Pas dan haal ik de bal weer uit het doel. Regiovorming? Prima. Het zal blijken dat vele we gen naar het Rome van een sluitend net van archief beheer leiden. Een sluitend net van óf gemeente- en streekarchieven en rijksarchieven, óf van regioar chieven met onderhorigheden, waarnaast de huidi ge Rijksarchiefdienst met een al dan niet gewijzigde organisatie. Een sluitend net, waarin vakbekwaam personeel in goede bewaarplaatsen uitvoering geeft aan de Archiefwet. Een sluitend net, waarin colle ga's samenwerking zoeken en vinden, zowel op ei gen als op binnen-landelijk niveau. Ook zal blijken dat in elk geval de gemeentearchivarissen door drongen zijn van hun verantwoordelijkheid. Dan ook zal blijken dat velen van hen al begonnen zijn met het uitdragen van hun, van ons aller missie. Het zou mooi zijn wanneer het Rijk, in welke hoedanig heid dan ook - en eerlijk gezegd geldt dat ook voor een aantal provinciale archiefinspecties - het platte land, dat ernst maakt met het dienen van het lands belang, daarbij niet hindert. Summary Knowing what's what or 21 years on In the discussions about the reform of local government and the forming of regions the minister ial responsibility towards the archives is an impor tant issue. The author argues that the Minister is too much concerned with the national interest and should listen more to the needs at regional and local levels. lUoten 3 Ibidemxq. DiscussienotaArchiefbeleid, Üs-Gtz- 4 Ibidemi5 venhage/'s-Hertogenbosch/Vught, 1 nab 78 (1974) 36. 5 Ibidem4,5. 1982)3. 2 nab 78 (1974) 2-36. 6 CommissieNotaarchiefbeleid, [205]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 11