nu zijn, kunnen wij niet accepteren dat archivarissen of registratuurmensen, om redenen waarvan wij denken dat zij niet vakinhoudelijk zijn maar met centen te maken hebben of met het gemak dat ermee gediend wordt, óns gaan vertellen dat wij ons vak nu voortaan maar zo moeten beoefenen, of dat wij de bronnen zó aangereikt krijgen, dat wij ons vak niet anders kunnen beoefenen. Dat is fundamenteel. Ketelaar Daar wil ik best een apart gesprek over voeren, maar dat is niet de inzet van deze discussie. Den Teuling De financiële component heeft bij ons nooit een rol gespeeld. Ik denk dat dat secundair is. Als je kijkt naar de manier waarop je materiële voorzieningen, bijvoorbeeld strekkende meters ar chiefruimte, tot stand moet brengen, dan wordt daarbij nooit over geld gediscussieerd. Ketelaar Ik vind wel dat de heer Huussen in zo verre gelijk heeft, dat op rijksniveau geld wel een rol speelt. Niet zozeer bij het eigen departement, hoe wel, ik heb aan de voorganger van mijn voorganger kunnen meemaken waartoe het kan leiden als je als archivaris wèl meent het departement naar je hand te kunnen zetten. Je probeert natuurlijk te komen met verstandige voorstellen, maar ik geef direct toe, dat je nogal eens wordt geconfronteerd met de archiefvor mende administratie, die met een geweldig pro bleem zit en die je onder een geweldige druk zet. Dan spelen dus uiteraard de middelen een rol. Den Teuling Dat is een praktijk die bij de rijks overheid speelt, maar die heb ik bij de gemeenten nooit opgemerkt. Ik heb meermalen zelfs gemeenten zélf moeten zeggen dat zij het archief wilden laten se lecteren door een extern bureau dat volgens mij veel te hoge prijzen rekent en dat dat voor de helft minder kon. Soms doen zij dat dan toch, wel, als zij dat geld dan daaraan uit willen geven, dan doen zij dat maar. Welke gesprekspartner heeft u in de discussie ge mist? Huussen Ik wil de hand in eigen boezem steken: ik heb gemist de georganiseerde historici en met na me het nhg, tot september jl. Dat was laat. Wat ik ook zéér betreur, laat ik mij nu eens diplomatiek pro beren uit te drukken, is de reactie van de Stichting Historisch Onderzoek van nwo: die laat zich niet horen. Daarentegen vind ik dat bijvoorbeeld het In stituut voor Nederlandse Geschiedenis een voortref felijke reactie heeft geschreven op de Nota-Klep. Die is nog niet openbaar, maar dat ziet u straks wel. Den Teuling Ik heb de registratuur gemist en ook de bestuurlijke kant. Janssen Ik had in ieder geval verwacht dat de ar chiefvormers zich ermee zouden bemoeien. Ketelaar Als je de discussie uitbreidt tot de No ta-Klep, dan vind ik het opvallend dat weliswaar het Centraal Bureau voor Genealogie een reactie heeft geschreven, maar er verder uit de genealogische hoek geen bijdrage is gekomen. Huussen Dat is ook niet belangrijk, de spullen voor dat soort van belangstellenden worden toch wel bewaard. Ketelaar Dan toch, die andere gebruikers dan vakhistorici heb ik gemist. En, daar zijn wij het over eens, dat het na de jaarrede in 1991 twee jaar heeft moeten duren voor het nhg in actie kwam, vind ik te lang. Van de registratuur heb ik het idee dat die toch geneigd zijn om te denken dat die archivarissen dat maar uit moeten zoeken. Ik ben bang dat een hele grote groep in het bestuur, in de administratie, het zelfde denkt. Op een gegeven moment heeft Docters van Leeuwen bijvoorbeeld zich beklaagd bij zijn mi nister: 'Wordt de bvd nu de dupe van de discussie tussen de archivarissen en de historici?' Het was voor de administratie misschien ook wel haar belang om er een beetje buiten te blijven. Er is in de administratie ook niet goed gediscus sieerd over Omslag in Opslag. We hebben één reactie gekregen van de voorzitter van de s o d en één of twee stukjes in Overheidsdocumentatie. Den Teuling Het gebrek aan reacties uit de ad ministratie is misschien te verklaren uit het ontoe gankelijk taalgebruik in het boek. Vanuit de archief wereld is wèl gereageerd.18 16 1 Janssen Het komt wellicht ook doordat men Omslag in Opslag met direct op de selectieproblema tiek kon terugvoeren. Daarnaast is de selectiediscus sie natuurlijk een relatief korte tijd echt gaande op de manier zoals het nu gebeurt. Ik mis de gemeentelijke kant van de archiefwereld. Er is een Werkverband Gemeentelijke Archiefinspecteurs, dat een reactie heeft geschreven die in feite verwoordt dat het een rijksprobleem is. De contacten die ik heb met andere gemeentearchivarissen spreken ook een beetje in de ze richting. Ketelaar In deze discussie ging het over de grondslagen van de selectie, maar er is natuurlijk een heel belangrijk aspect, dat hoe dan ook een keer goed aan de orde moet komen, zeker binnen de archiefwe reld maar ook daarbuiten: het bewaarniveau. Dat houdt in dat de Rijkarchivaris in Overijssel bijvoor beeld zou kunnen zeggen: 'Je kunt wel op centraal niveau vinden dat dat stuk over dat brugwachters huisje in Zwartsluis weg moet, maar ik heb ook nog wat te zeggen over regionale geschiedenis' Wij zijn zo gewend om te denken in rijk - provin cie - gemeente - waterschap - gemeenschappelijke re geling. Dat beeld klopt al niet meer door de privatise ring. Wij kijken nu vanuit pivot ook zeer sterk naar de private kant. Ik heb weieens gekscherend gezegd dat als je de archieven van de anwb en van de Vereni ging tot Behoud van de Waddenzee zou bewaren, je een heleboel overheidsarchieven waarschijnlijk weg zou kunnen gooien. Ik denk dat de vervlechtingen in de overheidsadministratie en daarmee de vervlech tingen in het bronnenmateriaal, ook nog een keer een aparte discussie rechtvaardigen, waar de gemeentear chivarissen zich dan niet aan kunnen onttrekken. Wijzelf krijgen nu binnen de Rijksarchiefdienst, binnen het convent, al dit soort discussies. Janssen De gemeentearchivarissen reageren waarschijnlijk niet omdat zij vinden dat ze het wel goeddoen. Ketelaar De gemeentelijke vernietigingslijst biedt ook ruimte voor het rekening houden met een culturele component. Overigens valt het mij op dat er weinig geklaagd wordt over absolute missers die begaan zijn bij de selectie van archieven. Ik kan er in de literatuur in ieder geval weinig over vinden. Huussen Die missers worden volgens mij zeker wel begaan, maar historici schrijven het niet op. Er zijn heus wel voorbeelden voorradig. Historici kla gen geregeld over het gebrek aan bronnenmateriaal. Ketelaar In dat geval zou het nuttig zijn om eens een lijst van missers op tafel te krijgen, bijvoorbeeld in de Rijkscommissie voor de Archieven. Dan zou kunnen worden geanalyseerd waar het fout gegaan is, of er een fout in het selectiesysteem valt te ontdek ken of dat het fouten van individuen betreft. Wat vindt u van de kwaliteit van de discussie? Ketelaar De discussie, en dan vooral de échte discussie, het luisteren naar elkaar, is te laat geko men. Huussen Dit themanummer van het nab en het onlangs in de bmgn gepubliceerde dossier zijn mis schien een goed middel om verdere discussie op gang te brengen. Janssen Wat mij betreft is de discussie verwor den tot een loopgravenoorlog. Vanaf het symposium van 1989 tot nu is er wel ontwikkeling geweest en is er hier en daar naar elkaar geluisterd, maar nu is er weinig onderlinge communicatie meer. Ik denk dat nu een patstelling bereikt is. Bent u het daarmee eens? Huussen Dit nummer van het nab zal toch een vervolg van de discussie zijn. Hier vindt een inventa risatie van meningen plaats, waar zeker beleid op zal volgen. Ook de Rijkscommissie voor de Archieven zal een standpunt moeten innemen. Daarnaast heeft het nhg zich institutioneel kandidaat gesteld om mee te praten. De Koninklijke Akademie van We tenschappen heeft een reactie gestuurd, die gepubli ceerd zal worden. Uiteindelijk zullen institutionele beslissingen voortvloeien uit het debat. Ketelaar De publikaties volgen elkaar nu in snel tempo op. Het archivistisch en historisch veld wacht in spanning op het advies van de Raad voor het Cul- [17J

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 9