Geen woorden maar handelingen Werken aan een nieuwe verhouding tussen archief- en geschiedwetenschap Theo H. P. M. Thomassen kabinet der Koningin word t inte- graal bewaard. De vernietiging van andere stukken dan kb 's uit dat ar chief is niet uitgesloten, dus dit past niet in het begrip integrale bewa ring. 2 'Gelderse kantongerechtsarchieven, vernietigings- en inventarisatiepro blemen' nab 81(1977) 127-167. 3 'So? What else is new? The ideology ofappraisal yesterday and today', in: ArchivalAppraisal: Theory and practiceProceedings of theJoint Meetingofthe Association of British Columbia Archivists and the Northwest Archivists Association, Vancouver, April 26-28,1990 (Vancouver, 1990) 1-14. 14 In een briefaan schrijver dezes d.d. 22december 1993. Het geciteerde artikel is de tekst van een redevoe ring zonder notenapparaat. Als voornaamste literatuur noemt zij Paola Carucci, 'Lo scarto come elemento qualificante delle fonti', Rassegna degliArchivi di Stato xxxv(i975) 254-256; Elio Lodolini, 'Questioni di basedell' archivistica', Ibidem xxx1970) 341 -3 50; Elio Lodolini, Archivistica. PrincipieProblemióaed. (Milano, 1993) 232-233 (in the isted., 1984, pp. 198-199); Marcelo Bazan Lazcano, 'El Descarte', Revistadel Archivo general de la nación, 2z.11, «,2(Buenos Aires, 1973); Antonia Heredia Herrera, Archivistica general. Teorlayprdctica (Sevilla, 1986). Deze ontbreken in de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief en ook via het inter- bibliothecair leerverkeer kon ik deze niet of niet meer op tijd te pakken krijgen. Mevrouw Duranti werkt haar stellingen nader uit in een artikel, dat in de the American Archivist zal verschijnen in 1994 onder de titel 'The concept of Appraisal and Archival Theory'. [106] De verhouding tussen archivarissen en historici is te gevoelig om in het openbaar te worden behandeld. Piet de Rooy, 'Sirenezangen uit het archief', De Gids, 152 (1989)33. 'De Nederlandse archivaris is in de vorige eeuw begonnen als historicus werd in deze eeuw archiefambtenaar en zal in de komende jaren, vooral door technologische ontwikkelingen, steeds meer een professional worden: een specialist in de behandeling van procesgebonden informatie, in de be handeling van informatie met een historische dimensie en in de waarde ring van de kwaliteit van procesgebonden informatie'... dat is de kern van het betoog dat drs Theo Thomassen, directeur van de Rijksarchiefschool, in dit artikel naar voren brengt. De schrijver trekt de lijn door naar de structuur en inhoud van de archiefopleidingen in Nederland en wijst er dan op dat 'staat' en 'status' van de archivistiek pas een fundamentele ver andering ten goede kunnen ondergaan wanneer in de opleidingen een koppeling tussen onderwijs en onderzoek tot stand wordt aangebracht. Selectie, wetenschap en opleiding In de discussie over de archiefselectie staan twee the ma's centraal: de selectiemethodiek en de selectiecri teria. De nieuwe selectiemethodiek staat niet op zichzelf. Ze maakt deel uit van een ontwikkeling van de archiefwetenschap van hulpwetenschap van de geschiedenis naar autonome wetenschapsdiscipline. Ook aan de discussie over de selectiecriteria zit een vakinhoudelijke kant. Ze gaat niet alleen over de doelstelling van de selectie, dus over het selectiebe leid, maar ook over de vraag in hoeverre deze criteria kunnen worden ontleend aan de intrinsieke infor- matiewaarde van het materiaal. De discussie over de selectie brengt veranderingen aan het licht in de verhouding tussen archiefweten schap en geschiedwetenschap en daarmee in de rela tie tussen archivarissen en historici. Ze geeft uit drukking aan een verandering van het beroepsprofiel van de archivaris, die gevolgen moet hebben voor de beroepsopleiding. De implicaties van de ontwikkelingen in de archief selectie voor de relaties tussen archiefwetenschap en [107]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 54