Besluit van aandacht is namelijk de mogelijke belangstelling bij derden voor deze stukken en documentatie. On der bepaalde voorwaarden zouden d ze geschonken of in permanente bruikleen gegeven kunnen wor den. De 'Gedragslijn voor museale beroepsethiek', die ook door het NAi ondertekend is, schrijft zelfs voor dat de stukken eerst aan andere musea aangebo den moeten worden.2 Men moet zich daarbij wel realiseren dat het veelal zal gaan om stukken met een geringe waarde, waarvan het openlijk 'uitventen' voorkomen moet worden. Casus 1 Het archief Van Waning B.V. (1904-1938) Dit archief is afkomstig van een aannemer gespecia liseerd in betonwerken. Er waren twee redenen om tot acquisitie over te gaan. Ten eerste documenteert het de vroegste toepassing van betonconstructies. Bovendien is het een van de weinige overgebleven ar chieven op dit gebied. Het archief was echter derma te omvangrijk dat besloten werd het slechts ten dele te acquireren. Daartoe is allereerst in overleg met de 'Commissie geschiedenis van het beton' een tweedeling in de tijd gemaakt naar de beschikbaarheid van bronnenmate riaal en de toepassing van beton in de bouw. Daarbij is de periode tot 1920 aangemerkt als 'pionierstijd perk'. De toepassing van beton werd als revolutio nair gezien en vond slechts op beperkte schaal, zij het in toenemende mate plaats. Voor deze periode is nauwelijks bronnenmateriaal voorhanden. Na 1920 kan de toepassing als algemeen aanvaard worden be schouwd, aan bronnenmateriaal uit deze periode is beslist geen tekort. Op grond van deze tweedeling werd besloten alle dossiers van voor 1920 (9 50 stuks) te bewaren. Voor de periode na 1920 is aan de hand van de dossierlijst een selectie van te bewaren projecten ge maakt. Stuksgewijze schoning van de dossiers was immers uitgesloten, gezien de omvang van het ar chief. In overleg met de archiefvormer, een intern deskundige (architectuurhistoricus) en een extern deskundige (op het gebied van de bouwtechniek) zijn de navolgende categorieën van dossiers voor be waring aangewezen: alle nieuwbouwopdrachten waarvoor de aanne mer de volledige betonwerken uitvoerde alle werken voor het eigen bedrijf en de familie alle werken van innoverend karakter alle werken van architectuurhistorisch belang grafkelders documentadedossiers bijzondere onderwerpen zoals octrooiaanvragen. Voor de periode na 1920 ging het om circa 250 dos siers. In de inventaris is de oude dossierlijst opgenomen zodat een complete werkenlijst beschikbaar blijft. Casus 2 het archief Groosman Partners architecten/Total planning (1948-1975) Het architectenbureau bood het archief in zijn geheel aan het instituut aan. Gezien de omvang (175 meter) en de architectuurhistorische kwaliteit werd besloten tot gedeeltelijke acquisitie. Het ar chief is vooral interessant vanwege het stempel dat de archiefvormer op de na-oorlogse wederopbouw heeft gedrukt en de vroege toepassing van systeem bouw (Coignet en Muwi-systeem). Ook hier is ge kozen voor projectgerichte selectie. Allereerst heeft het bureau een lijst van 42 projec ten (8,5 meter) opgesteld die het bewaren waard ge vonden werden. Een tweede lijst met te bewaren werken is opge steld door een intern deskundige in samenwerking met een extern deskundige op het gebied van de mo derne architectuur. Op basis van deze twee voorstellen is een selectie- voorstel geformuleerd dat een geschoond archief moest opleveren dat aan de volgende voorwaarden voldoet: het is representatief voor de produktie van het bu reau, zowel in de tijd als voor de aard van de uitge voerde werken het toont het belang van het bureau voor de we deropbouwperiode het documenteert beide gebruikte methoden van systeembouw en de toepassing daarvan in nieuw bouwwijken [80] het bevat alle werken van architectuurhistorisch belang Uiteindelijk zijn bewaard: alle projecten van vóór i960 (50 dossiers) vanwe ge het relatief grote belang van het bureau voor de wederopbouwperiode alle dossiers betreffende de ontwikkeling en toe passing van het Coignet- en het MUWl-systeem na i960 minimaal 1 dossier van elk type project (hotels, par ticuliere woonhuizen, kerken, scholen, serviceflats, kantoorgebouwen, restaurants, winkelcentra etc) alle belangrijke gebouwen (waaronder hoofdkan toor ah te Zaandam, wegrestaurant/motel te Lei derdorp, het Alpha hotel te Amsterdam, gebouw Wereldhaven, het Schouwburgpleinproject, de uit breiding van het Rijnhotel en het sportcomplex Ahoy te Rotterdam) andersoortige projecten (bestemmingsplannen en een ontwikkelingsplan voor experimentele wo ningbouw te Amsterdam) De selectiecriteria die het NAi hanteert zijn gebaseerd op het blijvend belang van de stukken voor het histo risch onderzoek, het zijn culturele selectiecriteria. Zulke criteria liggen echter niet vast, ze worden per archief geconcretiseerd op basis van de doelstelling van het NAi. In de praktijk is dat een goed werkbare methode. Over het algemeen vormt zich snel een consensus over wat voor bewaring in aanmerking komt en wat niet. De discussie blijkt zich toe te spitsen op een zeer klein deel van het materiaal, de grensgevallen. Een goede procedure bewijst hier haar nut. Door het be trekken van zowel interne als externe deskundigen van verschillende disciplines en de archiefvormer zelf wordt een zo zorgvuldig mogelijk oordeel ge vormd. Bovendien wordt zo vermeden dat de con sensus het resultaat is van binnen het instituut leven de cultuurhistorische opvattingen. Natuurlijk is die consensus gebaseerd op opvattingen die veranderlijk zijn in de tijd. Allicht worden bepaalde stromingen in de architectuur over 100 jaar anders gewaardeerd dan nu het geval is. Alleen door een zo breed mogelij ke collectie op te bouwen, wordt voorkomen dat van wat nu minder belangrijk geacht wordt straks hele maal niets bewaard blijkt. Bijlage Lijst van categorieën van stukken die voor schoning in aanmerking komen 1 geleidebrieven 2 begrotingen, proces-verbaal van aanbesteding, offertes van (onder)aannemers en leveranciers, fac turen van geleverde materialen, staten van (verreke ning van) meer en minder werk, s.b. oplevering, sta ten van eenheidsprijzen 3 bouwvergunningen, bouwvoorschriften en -ver ordeningen van overheidsorganen 4 constructieberekeningen 5 werktekeningen van elektrische, (warm)water en c.v installaties, verlichtingsplannen 6 weekstaten, -rapporten, deze zijn de neerslag van het werk van de aannemer (opzichtersdagboek en notulen van bouwvergaderingen wél bewaren), hei- registers 7 correspondentie met opdrachtgevers, uitvoerders, (onder)aannemers en leveranciers, voorzover het routinematige zaken en handelingen betreft (bet alingstermijnen aannemer, overleg over kleine aan passingen, verslag van voortgang van het werk, etc) 8 dubbelen (van dubbele tekeningen bij voorkeur de transparanten bewaren i.v.m reproductie), klad berekeningen 9 stukken betreffende materiële, personele (over zichten van aan het bureau verbonden architecten en tekenaars wel bewaren) en financiële voorzienin gen van het bureau (biografisch materiaal is hier na drukkelijk van uitgezonderd) 10reclame en documentatie m.b.t. bouwmaterialen (evt documentatie m.b.t. door de architect toegepas te materialen bewaren) 11 documentatie van prijsvragen waaraan niet deel genomen is 12 stukken waarvan het origineel in een institutio neel of overheidsarchief archief berust: a notulen, circulaires en verslagen van (commissies van) beroepsverenigingen (bna, bni etc) b notulen welstandscommissies [81]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 41