[46] wordt aangewezen. Het gevolg is dat de meeste dos siers in de gemeenten moeten worden bewaard, een kleiner deel bij de regionale rijksadministratie, even tueel ook bij de provinciale diensten, een nog gerin ger deel op het hoogste beroepsniveau, dat van het ministerie. De administratie zelf kan de uitvoering van die selectie gemakkelijk verzekeren. Bestendig overleg met de uitvoerende ambtenaren is nodig, zo als ook pivot voorschrijft. Eerlijkheidshalve dienen we te herhalen dat de informatie van te wisselvallige waarde is. Het is één van de taakgebieden waarop in de nabije toekomst een nadere selectie zal moeten bepleit worden. De dossiers van de Eetwareninspec- tie De dossiers van de Eetwareninspectie vormen een schoolvoorbeeld van wat bereikt kan worden met een beoordeling vanuit het beleid en de toepas sing van wet- en regelgeving. Immers, in de uitvoe ringsdossiers vinden we: a informatie over produkten, additieven en verpak kingen. Uitbreiding van wetenschappelijke kennis kan op dit niveau niet door archiefonderzoek bekomen wor den.1'' De vorser vindt alle informatie in gespeciali seerde publikaties. b briefwisseling met producenten en handelaars. Deze informatie is niet interessant. Het geheel van de activiteiten van één firma, laat staan het geheel van de betrokken sectoren, is er op geen enkel gebied uit kenbaar. Het beleid inzake de inspectie vindt men op drie plaatsen: bij de adviserende Raad, in bepaalde dossierseries van het centraal archief bestand, bij de inspecteurs, in dossiers die zijn samenge steld in voorbereiding of ter correctie van het beleid, maar die meestal gerangschikt zijn tussen de uitvoe ringsdossiers. Ons advies voor het ordeningsplan bestond erin dat we in het centraal dossierbestand de oorspronkelijke orde als consequente toepassing volgens wet en re gelgeving hielpen herstellen. De dienst werkt nu aan een bewaar- en vernietigingslijst, zoekt in dit ver band naar een middel om de elementen van beleid aan te wijzen in de dossiers bij de inspecteurs. Hoe diep ging het studiewerk inzake wet- en regelge ving? Zodra vaststond dat de aanwezige gegevensbe standen geen wetenschappelijk inzicht bijbrachten, volstond het de nadruk op het beleid te leggen. Het institutioneel vooronderzoek kon behoorlijk inge kort worden. Immers, een inspectiedienst contro leert, stelt overtredingen vast en legt klacht neer bij de rechtbank, geeft advies, rapporteert. Zaken wor den schriftelijk afgehandeld, advies kan ook telefo nisch gegeven worden. Daarmee is alles gezegd. We konden in dit geval voorbijgaan aan alle nadere wet en regelgeving en dito handelingen. Een globaal in zicht in de opdrachten, in het bestaan van specialis men per inspecteur en een diepgaander inzicht in de archiefvorming met bijhorend geautomatiseerd be heerssysteem, volstonden. Om dit te bereiken werd veel overlegd. De stofjas werd niet uitgehaald, maar dit had te maken met de nette bewaring. De dossiers van een secretariaat-ge neraal In een secretariaat-generaal (i.e. van Fi nanciën) vinden we een 'officiële' en een 'officieuze' archiefvorming. 'Officieel' noemen we wat moet aan- wezigzijn, uitgaandevan deopdrachten, dikwijls ver mengd met veel documentatie om snel werken toe te laten. 'Officieus' is wat betrokkenen 'persoonlijke do cumentatie' noemen, een amalgaam van vaststellin gen, beoordelingen, geheugensteuntjes, 'gelardeerd' met copies allerhande en met eigenlijke documenta tie. Het officieuze is op dit niveau niet minder 'beleid' dan het officiële. Het belang ervan kan blijken uit on derzoek ter plekke, maar dit wordt zelden geaccep teerd. Het blijkt vooral uit vroegere overdrachten, zoals bij de neerlegging 1992 door het Algemeen Se cretariaat van Financiën. Aan die overdracht werd ar chief en documentatie toegevoegd van vroegere lei dinggevende ambtenaren en van diverse adviserende commissies. Het bevatte informatie over de oorlogs- en naoorlogsjaren. We vinden er het politieke beleid omdat de secretarissen-generaal tijdens de wereld oorlog een belangrijke, soms eigenzinnig geachte rol hebben gespeeld. Hoe zouden we aandacht hebben gehad voor deze 'documentatie' vanuit wet- en regel geving? Het punt is, lijkt ons, dat we in secretariaten-gene raal in het algemeen dergelijke informatie alleen kunnen redden onder de noemer van het historisch belang met een facet 'beleid' als onderdeel. Nu het officiële. Op een aantal persoonlijk bijgehou den dossiers na, zijn secretarissen-generaal en direc teurs-generaal van ministeriële departementen meest al geen belangrijke archiefvormers. Het zijn wel belangrijke bewakers van de taken. Ze fungeren als coördinator voor de diensten en als tussenschakel tus sen politiek beleid en administratieve uitvoering. Van zodra opdrachten specifieke officiële archiefvorming vragen, worden ze doorgegeven aan personeelsleden onder de directeurs-generaal en worden er zo nodig specifieke afdelingen gecreëerd. Vooral in afdelingen van de directies-generaal 'Algemene diensten' wordt een grote hoeveelheid archief gevormd. Dit archief mag men niet automatisch beschouwen als beleidsar- chief, al is dit her en der aanwezig. Zelfs wanneer het om beleid gaat, hoeft daarom het bewaarniveau nog niet hier vastgelegd te worden, enz. enz. Waar vinden we dan echt 'beleid'? In het geval van het secretariaat- generaal van Financiën op twee plaatsen: bij de dienst Codificatie Personeel en Algemene Zaken en - voor een klein aantal dossiers - bij de Juridische Dienst. Waarom dat zo is, doet nu niet terzake. Hoe weten we het? Door te praten en er dossiers op na te slaan. We hebben bij veel secretariaten en hun onderge schikte diensten te maken met omvangrijke rubrie kenstelsels. Rubrieken zijn altijd moeilijk voor de buitenstaander, omdat zij soms opdrachten en soms onderwerpen aanduiden. We vinden er taakdossiers, zaakdossiers, documentatiemappen. Zelfs kleine se ries kunnen onder een rubriek schuil gaan, series waarvan het ontstaan soms volgt uit eenvoudige briefwisseling. Bekeken als uiting van beleid, mogen ons inziens minimum 80% van deze dossiers en om slagen de bestemming te vernietigen krijgen. Een algemeen secretariaat mag een beleidsorgaan zijn, daarom is zijn archief nog niet volledig beleids- archief! Opnieuw moeten we vaststellen dat het besluit ter bestemming nemen, nog het meest snel gaat door het archief in handen te nemen. Overleg met de ambtenaren zelf zit er altijd aan vast. We vergeten niet, dat het nemen van die beslissing hun werk niet is, zelfs al zijn het mensen met feelingwoot geschiede nis. Uitvoering kan door hun gebeuren, wanneer we duidelijke instructies kunnen geven. In enkele geval len moet de archivaris zelf ingrijpen, onder andere en dikwijls bij bepaalde rubrieken in rubriekenstelsels. Opnieuw: stofjas mee 4 Nabeschouwingen Krachtlijnen voor de selectie De selectie betreft al tijd informatie-in-samenhang, waarbij het moet gaan om: 1 gegevens die kunnen leiden tot kennis omtrent maatschappelijk relevante structuren, 2 gegevens die getuigen van een beleid op zijn hoofdlijnen. 'Maatschappelijk relevant' en 'hoofdlijnen' zijn eisen die voor iedereen een verschillende draagwijdte heb ben. Het is de verantwoordelijkheid van de archiva ris om voor de permanente bewaring onderscheid te maken tussen wat meer en wat minder fundamenteel is. Daartoe is het nodig dat hij/zij inzicht heeft in de wetenschappelijke vraagstelling enerzijds, in de op drachten van de archiefvormers anderzijds. Ook voor de vorser is het institutioneel onderzoek trou wens een noodzakelijk aspect in de historische kri tiek. Kortom, pivot stelt terecht dat de karakterise ring van de handeling als beleidsvoorbereidend, enz., een belangrijk hulpmiddel moet opleveren tot de latere selectie. Daarnaast stelt pivot duidelijk: die karakterisering 'kan of mag niet het absoluut cri terium zijn voor bewaren ofvernietigen'.16 In de praktijk is dat even anders. Doordat pivot in feite alleen een visie ontwikkelt waarbij het beleid tegenover de uitvoering wordt geplaatst, wordt het element 'getuige van structuur' afhankelijk gemaakt van een toevallige aanwezigheid in de beleidssfeer. Men zegt wel: de fundering eerst, het dak komt het laatst, maar deze fundering is te smal voor het huis dat erop moet. Met 'te smal' bedoelen we niet dat er noodzakelijk meer archief moet bewaard worden, wel dat de visie moet verbreden. Er moet voor de selectie gedacht worden in ter menvan: maatschappelijke relevantie versus niet-relevantie en [47]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 24