de gebeurt. Aan de omschrijving van de opdrach ten, de taken, het beleid wordt daarom meer aan dacht gegeven. Toen we dit bij een studiebezoek aan Den Haag mochten vaststellen, vonden we dat heel positief. Uitgaan van handelingen over de handelin- genlijst naar de standaardomschrijvingenlijst: deze aanpak beantwoordt aan de behoeften van het be heer van dynamisch archief bij een overheid. Door dit onderzoek levert pivot een wezenlijke bijdrage tot een betere administratie, niet in het minst door het nut van taakdossiers te benadrukken.12 Ons in ziens is het ontbreken van goede taakdossiers het eu vel bij uitstek, niet zozeer het feit dat registratuur- personeel 'geen relatie kan leggen tussen de taken en de administratieve neerslag'. Er is een gat in de in formatievoorziening. Een doorgedreven institutioneel onderzoek dient ook de archiefbeheerder. Ordeningsplan, bewaar- en vernietigingslijst, overdrachtslijst: al deze instru menten hangen ermee samen.13 Dat is allemaal niet zo nieuw naar de geest, maar de nadruk die gelegd wordt en het doordenken op dat punt hebben een stimulerende waarde voor archivarissen. Er is een 'maar': de visie vanuit wet- en regelge ving, handeling of opdracht (functie) verklaart niet alles. In de archiefvorming blijken andere overwe gingen mee te spelen dan alleen die handelingen. De informatievoorziening stelt eigen eisen inzake conti nuïteit of inzake snelle beschikbaarheid, die zwaar der wegen dan het strikte handelingenstandpunt. Er moet voor de selectie rekening gehouden worden met de impact van de informatievoorziening op de archieforganisatie. Handelingen en selectie Voor de selec tie verwachten we dat de standaardomschrijvingen lijst in ieder concreet geval wordt ingevuld met series en rubrieken waaraan de bestemming wordt toege voegd. pivot selecteert op het meer abstract niveau van de handelingen. Mag een selectiebeleid zomaar aangehaakt worden bij de lokomotief die handeling heet? In de dynamische fase zijn er geen belangrijke en geen onbelangrijke bestuurshandelingen. Het is al leen voor later, voor de selectie dat archivarissen die notie invoeren. Criteria worden gevonden in het on derscheid tussen beleid en uitvoering. Dan rijzen voor ons vragen als: grijpen beleid en uitvoering niet erg in elkaar? En vooral, is dit wel het onderscheid waar het op aan komt? Voor de studie van een maatschappij is naar onze me ning het verschil tussen beleid en uitvoering in de ad ministratie slechts een verschil van bijkomstige aard. Belangrijk is pas de tegenstelling tussen beleid en structuren (economische, sociale en zelfs mentali teitsstructuren). Vooraleer we nadenken over een keuze tussen bewaren en vernietigen, moet de vraag gesteld worden of een gegevensbestand behalve van een beleid ook van structuren getuigt. Het verschil in benadering hangt vast aan een verschillende visie op maatschappij en maatschappijwetenschap. Met de visie van het beleid alleen kiezen we funda menteel voor een politieke geschiedenis, ongeacht om welke beleidsterreinen het gaat, economisch, so ciaal of cultureel. De Vorst van de vorige eeuw is ver vangen door het Beleid, pivot wil dat draagvlak ver breden door archief van alle beleidsbepalende krach ten te bewaren: beleid én oppositie als het ware. Dat maakt het verschil tussen een democratie en een dic tatuur, maar het blijft enkel politieke geschiedenis (waarvan we het belang niet onderschatten). De ge schiedenis dienen impliceert meer dan bewaren wat beleidsmatig is verzameld en toevallig ook nuttig is voor wie breder inzicht wenst. Dat een administratie informatie bewaart in het kader van een beleid, is een evidentie. Dat in sommige, zoniet in vele gevallen beleidsinformatie het enige nuttige is dat uit een ar chief te halen valt, is juist. Maar zulks geeft nog niet het recht om wat aan mogelijk onderzoeksveld aan wezig is, principieel in te perken tot beleid. Beleid op zich heeft zelfs geen waarde, zit altijd verankerd in een context. Wanneer we opteren voor het bewaren van de bevol kingsregisters of van de notariële protocollen dan hebben we wel oog voor handelingen zoals 'bevol- kingspolitie' en 'rechten vastleggen', maar wat we uit de informatie kunnen afleiden (in het bijzonder door kwantificatie) is de vrucht van beschouwend, niet van administratief werk. Met de structurele visie stelt zich al gauw een heel ander probleem: waar houdt de bewaring op? Het belang van de informatie in be- [44] volkingsregisters en notariële protocollen wordt door geen redelijk mens nog betwist, maar wat moeten we doen met ongetwijfeld even interessante maar mas sale informatie uit sociale enquêtes, die gehouden worden voor zovele opdrachten in een gamma van in stellingen? Daar een oplossing voor vinden stelt pro blemen van methodologische aard (steekproefme- thodes) en van dwingende keuzes, willen we de massa binnen aanvaardbare proporties terugdringen. In geen geval aanvaarden we de oplossing om princi pieel afvallig te worden aan de behoeften van de glo bale historiografie. Hoe ook, het is onze overtuiging dat het archiefwe zen niet in alle aspecten goed af is met een strikte be leidsvisie. Voor dynamisch archiefbeheer geven we een positief oordeel. Wat de selectie betreft, is het in stitutioneel onderzoek ook van enorm belang voor een betere kennis van de reden waarom die informa tie daar aanwezig is, maar lijken de criteria ons ver keerd gefundeerd. Hoe zit het echter met onze eigen praktijk? Wijkt die zoveel af van pivot? 3 Eigen ervaringen Er moet vernietigd worden, heel veel zelfs. Wanneer het beleid niet de enige norm mag zijn, welke andere criteria zijn er dan? Even 'in 't eigen hert te kijken' lijkt nuttig. Onze ervaringen betreffen: a de selectie van strafrechterlijke dossiers; b de selectie van dossiers van arohm (De Administratie van Ruimtelijke Ordening, Huis vesting en Milieu is nu een onderdeel van het Minis terie van de Vlaamse Gemeenschap, maakte oor spronkelijk deel uit van Ministerie van Openbare Werken en stond toen bekend als 'Stedebouw'); c de studie van de dossiers van de Eetwareninspec- tie; d de studie van het rubriekenstelsel bij een Alge meen Secretariaat. Strafrechterlijke dossiers Bij strafrech terlijk archief zijn de vonnissen en de dossiers de be langrijkste series. Voor de respectievelijke beoorde lingzijn andere criteria van toepassing. Een vonnis vellen is in principe deelnemen aan het beleid, want oordelen over mensen is beleid. Na tuurlijk is voor vele gevallen alleen simpele uitvoe ring aanwezig, ontbreken interpretatie van de wet en motivering. Wat vernieuwend is als rechtspraak, vindt zijn weg naar de Pasicrisiezn andere juridische publikaties. Op dat niveau geldt pas echt: vonnis vel len is beleid. Heel anders ligt het met de dossiers. Is een dossier belangrijk omdat het vonnis dat is? Niet noodzakelijk. Indien elementen in een dossier een direct verband hebben met de motieven bij het von nis, volstaat het dat laatste te bewaren. Maar een dos sier kan interessant zijn omwille van het rapporteren over gestelde daden, als getuigenis van afwijkend ge drag of eenvoudig om de aanwezigheid van andere informatie met structurele betekenis, bijvoorbeeld over een periode van oorlog, gewelddadige stakin gen, enz. Deze zienswijze staat helemaal los van de strafrechterlijke context. Of het om beleid dan wel uitvoering gaat, speelt geen rol meer, wel of de inge zamelde informatie voor wetenschappelijk onder zoek nuttig is. Dat weten we pas door dossiers te ope nen en de informatie te bekijken ten dienste van, ja toch, de geschiedenis.14 Stofjas mee, graag! De dossiers wan AROHM Als geheel heb ben we hier te maken met informatie van wisselvalli ge waarde, ook al dekt zij heel het grondgebied. Het kan zowel de ombouw van een varkensstal tot badka mer betreffen als een cultuurhistorisch waardevolle restauratie. De enorme massa dwingt tot rigoureuze oplossingen, rekening houdend met het feit dat wat cultureel belang heeft, voor een aantal gevallen ken baar is langs andere kanalen. In een eerste periode werden de dossiers geselecteerd volgens een geografi sche steekproef: we maakten een bepaalde keuze on der de gemeenten. Maar de fusies van gemeenten gooiden alles overhoop. Even werd overwogen om te selecteren op basis van de betwistbare kennis van 'be langrijke' architecten of dito gebouwen of op klaar blijkelijke controverses in het dossier aanwezig. Dit heet pas echt 'bewaren wat leuk is'. We beschikten nu eenmaal niet (en nog niet) over een objectieve 'cultu rele' norm om dergelijke informatie te selecteren. Weldra hebben we ons op het standpunt van wet- en regelgeving en daaruit voortvloeiende handelingen gesteld, in die zin dat de instantie die de beslissing neemt en aan betrokkenen betekent als bewaarniveau [45]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 23