Informatie-analyse van archiefbestanden Een bijdrage tot de discussie over selectie en vernietiging van archieven P. M. M. Klep De Nota-Klep' is in korte tijd een begrip geworden in de Nederlandse we reld van historici en archivarissen. Met deze, voor de Rijkscommissie voor de Archieven geschreven nota, officieel getiteld Archieven bewaren: cultureel investeren in de toekomst (Nijmegen/'s-Gravenhage, 1992), stelde de Nij meegse hoogleraar in de economische en sociale geschiedenis, tevens lid van de Rijkscommissie voor de Archieven, Paul Klep een 'informationele' be nadering van selectie tegenover de 'handelingsgerichte' benadering van het PivoT-project van de Rijksarchiefdienst. Tijdens verscheidene studiedagen en in diverse publikaties heeft Klep zijn standpunten uiteen gezet. In onder staande bijdrage brengt hij niet alleen de kern van zijn theoretisch betoog nog eens naar voren, ook werkt hij dat verder uit en doet hij enkele aanbeve lingen voor de praktijk van selectie en vernietiging. Bijzonder interessant is natuurlijk de vergelijking van het 'informatie- analyse-model van Klep met de op 'handelingen' gerichte benadering van dr Angelika Menne-Haritz in het volgende artikel. Is het 'Klep versus pivot of'Klep tegen de rest van de wereld'? 1 Inleiding De selectie en vernietiging van archiefmateriaal blijft de gemoederen zeer beroeren. In het najaar van 1993 wijdden het Nederlands Historisch Genootschap en de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Ne derland discussiebijeenkomsten aan dit thema. In NRC-Handelsblad verschenen verschillende bijdra gen en het thema bleek actualiteitswaarde genoeg te bezitten om de televisierubriek Nova te bereiken. Het heeft alleen zin archieven te bewaren als daar voor de beste informatie wordt geselecteerd om toe komstige generaties van onderzoekers, leraren, kriti- ci, literatoren en liefhebbers in staat te stellen tot een waardevolle historische reflectie omtrent de samen leving te komen. Blijken de archiefbewaarplaatsen voor deze groepen geen aantrekkelijk materiaal te bevatten, dan zullen zij verdwijnen of degenereren tot oudheidkamers van werkprocessen van de over heid. Is men doende schaarse archiefbewaarplaatsen met archieven te vullen - op te vatten als een vorm van in vesteren in de culturele en wetenschappelijke infra structuur - dan moet men los komen van de actuele [20] functie van overheidsarchieven als ondersteuning van werkprocessen. In die zin zijn overheidsarchie ven voor de toekomstige generaties immers maar be perkt interessant. De aanwezige informatie bij de overheid is een spiegel van de samenleving: daar gaat het vooral om. Dit betekent dat het selecteren van ar chieven zeker niet uitsluitend dient geschieden op basis van wat de overheid vanuit haar eigen taakop vatting belangrijk vindt Als het over het selecteren van archieven op lange ter mijn gaat, zijn er twee belangrijke aspecten aan de orde: de techniek van de structurering van het ar chief en de keuze tussen de partijen archiefstukken of databestanden die die techniek oplevert. Deze bij drage betreft de techniek van de structurering van het archief alvorens gekozen wordt. De nieuwste techniek is de macro-selectie: niet lan ger worden documenten per stuk beoordeeld door een geschoolde selecteur, maar nu worden grote ar chiefbestanden of zelfs complete archieven in een keer beoordeeld en daarna door uitvoerders behan deld. Er is een soort mechanisering van de selectie opgetreden. Een bijzonderheid is dat pivot - een in stantie van de Rijksarchiefdienst die een leidende rol in de ontwikkeling van deze nieuwe technieken speelt - ervoor gekozen heeft archieven te rubriceren naar de bijbehorende handelingen die de overheid moet verrichten, die handelingen vervolgens te on derscheiden in belangrijken onbelangrijk en aldus te selecteren voor bewaring en vernietiging. Vastgesteld is dat deze werkwijze uitgaat van de hy pothese dat de belangrijkste overheidshandelingen ook de in historisch opzicht belangrijkste informatie produceren en dat onbelangrijke handelingen (rou tine-handelingen die geen beleidsimplicaties heb ben) onbelangrijke informatie voortbrengen. Dit is aanleiding geworden voor grote ongerustheid om dat de rijke ervaring van de historici heeft geleerd dat deze hypothese pertinent onjuist is. Onbelangrij ke handelingen kunnen uiterst waardevol materiaal voortbrengen. Hier wreekt zich dat niet de informa tie zelve, maar de handelingen beoordeeld en gese lecteerd worden. Nu de zogenaamde macro-selectie op basis van han delingen het ontwerpstadium heeft verlaten en door PIVOT op aanzienlijke schaal in praktijk wordt ge bracht, is voorgesteld om een tweeledige voorafgaan de analyse van archiefbestanden door te voeren.' In de bijgevoegde figuur 1 en 2 ziet men deze dubbele analyse afgebeeld. De schema's bevatten als het ware de twee hersenhelften van de Waarderende Autori teit, die respectievelijk een zakelijk-formele en een bedachtzame-culturele functie hebben. De eerste beoordeelt de handelingen die de overheid moet ver richten, de tweede beoordeelt de informatie die daardoor is ontstaan als afbeelding van de samenle ving. De beide mentale operaties die hier naast elkaar worden afgebeeld, hebben ieder hun eigen perifeer communicatiegebied (en daardoor eigen criteria) en doen beroep op onderscheiden sets van ondersteu nende instrumenten. Voor wat het administratief belang betreft, vindt het zogenaamde institutioneel onderzoek plaats, waarbij een opsomming en om schrijving van handelingen van de overheid plaats vindt en ook tot een typering van die handelingen wordt overgegaan. Op basis hiervan wordt een ba- sisselectiedocument opgesteld, dat selectie-uitspra ken per handeling bevat: bewaren of vernietigen. Deze analyse wordt reeds in praktijk gebracht door PIVOT. De beide figuren 1 en 2 laten een parallel analytisch pad zien voor wat de informatie in archiefbestanden betreft. Voorgesteld wordt een informatie-onder zoek in te stellen, dat inzicht geeft in de structuur van de informatie binnen een archief en dat ook een ty pering bevat van die informatie. Op basis van een dergelijk informatie-onderzoek zou men vervolgens een informatie-selectiedocument kunnen opstellen, met uitspraken per categorie van informatie: bewa ren of vernietigen. Intussen is pivot begonnen na te denken over de na dere vormgeving van een informatie-analyse. De au teur tracht vanuit de RCA-nota en de recente discus sie met archivarissen hierbij enkele notities te ma ken.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 11