De gemeentelijke organisatie in de 19e en 20e eeuw Een case-study: 's-Hertogenbosch 1800-1940 dr A.C. M. Kappelhof TOM POES ENDEGEZICHTENHANDEL Door Marten Toonder H252 4232 De markies richtte zich op en bestaarde heer 01- lie enige tijd door zijn oogglas. „Pardon", sprak hij tenslotte. „Ik vrees, dat ik u niet goed verstaan heb. Ge hebt op een kasteel gelogeerd en ge zijt vertrokken zonder uw gastheer te hebben gegroet?" „Ja", stamelde heer Ollie, „dat is te zeggen...eh...ik ben nogal vlug weggegaan. Ik moest ineens vertrek ken, bedoel ik. Er was iets niet pluis, als u begrijpt wat ik bedoel". „Ik begrijp het maar al te goed", zei de edelman koud. „Ge hebt u misdragen, dat is duidelijk. Ik geef u in overweging te bedanken als lid van de Kleine Club, amice. Dat zou verstandig zijn." Heer Bommel boog het hoofd en strompelde huis waarts. De markies daarentegen begaf zich met zwie rige tred in de richting van de stad, want het kwam hem voor dat er enkele zaken geregeld moesten wor den. Hij had nog niet ver gelopen toen hij de ambte naar eerste klasse Dorknoper tegenkwam. „Een ogenblikje, mijn waarde", sprak de edelman, de pas inhoudend. „Ge zijt juist de figuur, die ik zoek. Wat is u bekend van de bouwval, die midden in het Donkere Bos ligt?" De beambte sloot de ogen en dacht een ogenblik diep na, „Juist", zei hij toen. „Een voormalig jachtslot, kadas traal bekend onder nummer 597 a tot en met 1. Enige hectaren bosland met aanpalende landerijen. Hoezo?" „Wie woont daar?" hernam de markies op dringende toon. „Niemand natuurlijk", riep de heer Dorknoper uit. „Het is een ruïne en het land is verwilderd. Er is daar niet tijdig ordenend ingegrepen!" „Ge vergist u", vervolgde de ander, met een fijn glim lachje. „Het slot is herbouwd, als ik goed ben in gelicht. En er wordt een grote staat gevoerd!" De ambtenaar verbleekte. „Onmogelijk", prevelde hij. „Er is geen bouwvergunning en ook geen woonver gunning afgegeven." Ambtenaar eerste klasse Dorknoper: een negentiende- of twintigste-eeuwse figuuriTekst en tekening Marten Toonder [242] Tot aan de grote reorganisatiegolf in de jaren '80 van deze eeuw, waren verreweg de meeste Neder landse gemeenten georganiseerd volgens het uit de negentiende eeuw stammende 'secretariemodel', dat wil zeggen: een secretarie geleid door de ge meentesecretaris en daarnaast enkele, meestal technische diensten met een eigen directeur. Dit model was tot voor kort - en is - zo wijdverbreid, en zovelen van ons zijn er zo lang onderdeel van ge weest, dat er nog nauwelijks literatuur over de 'moderne' institutionele geschiedenis van de Ne derlandse gemeente bestaat. Wel wordt de behoef te hieraan sterker, temeer daar moderne gemeen telijke archieven steeds veelvuldiger worden ge raadpleegd. Alle reden om in de serie Bronnen voor de geschiedenis van de instellingen-, waarmee het Nederlands Archievenblad een jaar geleden startte, aandacht te besteden aan 'de gemeente' in de vorm van een case-study. Dr A. C. M. Kappelhof, hoofd van het bureau archieven van het Stadsarchief 's-Hertogenbosch, behandelt in dit artikel de ont wikkeling van de gemeentelijke organisatie van zijn stad. Vergelijking met andere steden en de analyse van algemene structuren nodigt uit tot verder institutioneel onderzoek in gemeenten van verschillend karakter. 1 Inleiding 'De voorzitter herinnert aan den overleden con troleur de Heer Van Oort. Hij was een braaf en goedhartig man die van 1866 als beambte bij het College is werkzaam geweest'. Zo memoreren de regenten over de Godshui zen en den Algemeenen Armen van 's-Hertogen- bosch, in vergadering bijeen op 10 januari 18/p, in het kort hun gestorven secretaris en gaan over tot de orde van de dag: de behandeling van een ingekomen brief van de weduwe Van Oort met het verzoek om een pensioen. Subtiel geef deze gang van zaken - en ook de woordkeuze van de regenten - de positie van de negentiende-eeuwse ambtenaar weer.1 In 1991 startte het Stadsarchief's-Hertogenbosch een onderzoek naar de geschiedenis van de gemeen telijke organisatie sedert 1800. De resultaten van het onderzoek moesten als grondslag dienen voor de dringend noodzakelijke sanering van de gemeente lijke semi-statische archieven.1 Ook in andere ge meenten werd en wordt institutioneel onderzoek verricht, meestal als onderdeel van de inventarisatie van de negentiende- en twintigste-eeuwse over heidsarchieven. Belangrijk in dit verband zijn het door het Haags Gemeentearchief verrichte onder zoek naar de organisatie van het stadsbestuur in de periode 1816-19523, en de door de Amsterdamse Gemeentelijke Archiefdienst uitgevoerde inventa risatie van het secretarie-archief 1812-19454. De eerste resultaten van het Bossche onderzoek5 lenen zich, vooral in combinatie met de Haagse gegevens, voor een verdergaande analyse. Literatuur over de geschiedenis van het ambtelijk apparaat blijkt er nauwelijks te bestaan. De veelal door juristen ge schreven werken concentreren zich op het gemeen tebestuur en zijn politieke organen: raad, college van b&w en burgemeester/' De vraagstelling van dit artikel is tweeërlei. Ener zijds wordt het gemeentelijk apparaat bezien vanuit het oogpunt van zijn structuur, anderzijds wordt gekeken naar de ambtenaar. Bij de structuur gaat het om vragen als: uit welke afdelingen, diensten en bedrijven be stond het apparaat? hoe waren deze ingedeeld? welke taken en bevoegdheden hadden zij? hoe verhielden zij zich tot elkaar? Bij de analyse var. de functies welke de mensen in dit apparaat uitoefenden, stuiten we al gauw op de vraag van de bureaucratisering. Door historici is hier al het nodige over geschreven.7 Het gaat hier om de volgende vragen: welke (rechts)positie had de ambtenaar? wat was zijn rol? wat werd er van hem verwacht? Dit artikel gaat over het apparaat, maar een rigou reuze scheiding tussen bestuur en apparaat is, zeker in de negentiende eeuw, niet goed te maken. De be stuurders deden veel wat nu de ambtenaren doen. In de raad werd uitvoerig gediscussieerd over tal van details die de uitvoering van genomen beslui- [743]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 2