sificatienummer in combinatie met het stelling- kast-plank-doosnummer. Aangezien deze num mers alleen bij hem bekend zijn, voorkomt dit auto matisch dat onbevoegden een dossier kunnen op vragen. Bij de overbrenging naar het tussendepot is de archiefvormer verplicht om in iedere doos een in viervoud ingevulde Records Transferlist te stoppen. Op deze lijsten dienen onder andere het dossie rnummer, de jaren waarover het loopt en een korte omschrijving te worden vermeld. Bovendien moet het classificatienummer worden ingevuld en de uiteindelijke bestemming (vernietiging of selectie voor de Provincial Archives). Hierdoor is de ar chiefvormer verplicht om zijn dossiers volgens het classificatieschema toegankelijk te maken en de be- waarlijst toe te passen. Op het formulier wordt in het tussendepot het overbrengingsnummer en het bergingsnummer ingevuld. Eén exemplaar gaat te rug naar het departement, één exemplaar wordt op overbrengingsnummer en één op jaar van vernieti ging of selectie op het tussendepot bewaard. Wat zijn nu de redenen voor een tussendepot? Drie duidelijk voordelen zijn eenvoudig te bedenken: a het daadwerkelijk greep krijgen op de stroom van archieven naar de Provincial Archives door het centraal bewaren en vernietigen van stukken; b het dwingen van de departementen en gemeen ten hun archieven te ordenen volgens een identiek classificatieschema; c het bergen van de weinig geraadpleegde stukken op een goedkopere en efficiëntere manier. De eerste twee redenen zijn hiervoor al terloops ter sprake gekomen. De kosten van een tussendepot zijn geringer dan die van een kantoorgebouw. In een door het National Archives of Canada uitgege ven rapport9 blijkt, dat er op de kosten van gebou wen, berging en dienstverlening fors bezuinigd kan worden.10 De National Archives komen bij een gemiddelde netto groei per jaar van ruim 28 800 strekkende meter archief in het tussendepot tot een besparing van ruim c$ 3 500000. In het rapport worden ook regels gegeven voor de beveiliging, de eisen aan gebouwen en faciliteiten en produktiecij- fers per medewerker. Microverfilming Zoals al eerder opgemerkt, is ook de microverfilmingsafdeling in hetzelfde ge bouw als het tussendepot gehuisvest. Deze activiteit is ook nauw met het records managementprogram ma verweven. Het verfilmen gebeurt vooral ter bescherming van de archiefstukken (75%), hoewel het ook plaatsvindt om ruimte te scheppen. Een groot aantal semi-stacische stukken kan namelijk na verfilming worden vernietigd. De semi-statische stukken die verfilmd worden, zijn vooral operatio nele stukken, aangezien de bewaartermijn voor ad ministratieve stukken te kort is. Op het tussendepot wordt zowel voor de Provincial Archives als voor de departementen verfilmd. Dit gebeurt door zowel eigen als gedetacheerd personeel. Na afloop van de bewaartermijn worden de microfilms vernietigd of overgebracht naar de Provincial Archives. Alleen de materiaalkosten worden doorberekend aan de klan ten.1 1 Dit geldt ook voor de gevraagde kopieën van de rolfilms. Bij het verfilmen wordt gebruik ge maakt van de standaarden, die zijn ontwikkeld door de Association for Information and Image Manage ment.12 Door medewerkers van de sectie Records Management Program worden de films ook ont wikkeld13 en gekopieerd14. De microverfilmings projecten hebben sterk aan het succes van het re cords managementprogramma bijgedragen. Automatisering De automatiseringsgraad in het tussendepot is op dit moment nog gering. Naast de geautomatiseerde uitleenadministratie zijn er al leen programma's bij de microverfilmingsafdeling en voor de plaats van berging van de statische ar chieven in de depots van het tussendepot in ge bruik. Vanaf begin dit jaar is er echter een automati seringsdeskundige bij de sectie Records Manage ment Program in dienst. Deze hoopt op korte termijn de zoekmogelijkheden in het uitleenpro gramma te vergroten. Ook wordt er gewerkt aan een programma om de inspectierapporten van de mi crofilms te automatiseren. Verder viel op, dat op de Provincial Archives en bij het records management van de departementen nog maar weinig met de computer wordt gewerkt. Het ontbreken van voldoende geld, personeel en goede programma's ligt hieraan ten grondslag. De Provincial Archives hebben programma's voor het registreren van gerestaureerde stukken, het nader [292] ontsluiten van bestanden en voor de berging in de depots. De meeste departementen gebruiken nog een handmatig systeem voor het toegankelijk ma ken van hun dossiers. Degenen die geautomati seerd hebben, gebruiken vooral het Amerikaanse programma frolic. Dit is een zeer goed bruik baar programma, dat ontsluit op dossierniveau. Het programma is gebruikersvriendelijk en de zoekmogelijkheden zijn legio. Om een overzicht te krijgen van welke programma's er in gebruik zijn en om de kwaliteit ervan vast te stellen, is een uitge breide Computer Assisted Records Management (c.a.r.m.) Analysis Checklist door de sectie Re cords Management Program opgesteld.'5 Aan de orde komen onder andere functionaliteit, rappor tering, opzoek- en indiceringsmethoden en gebrui kersvriendelijkheid. In de naaste toekomst zal dus veel tijd en menskracht in de automatisering wor den gestoken. Selectie De selectie van archiefstukken die moeten worden overgebracht naar de Provincial Archives of die kunnen worden vernietigd, gebeurt in het tussendepot. Dit werk wordt uitgevoerd door medewerkers van de Provincial Archives en dus niet door de records analisten. De selectie ge beurt door middel van lijsten en de kennis en erva ring van de archivaris spelen een voorname rol. Op bepaalde bestanden, bijvoorbeeld de rechterlijke, worden na de selectie direct nadere toegangen ge maakt. Voor de selectie en de verwerking ervan in de computer (inventarissen en magazijnlijsten) wordt veel gebruik gemaakt van tijdelijke arbeids krachten. Voor de verwerking gebruikt men een Dbase-programma. De selectie geldt dus niet voor de stukken, die al door de bewaarlijsten zijn aange wezen om te worden vernietigd. Deze selectie be hoort namelijk door de records managers te gebeu ren. In verband met ruimtegebrek in de Provincial Archives worden de meeste te bewaren bescheiden tegenwoordig tijdelijk bewaard in het tussendepot. Bij veel te raadplegen bestanden wordt meestal be sloten deze direct op microfilm te zetten, zodat al leen de film naar de Provincial Archives wordt over gebracht. Hiermee zijn we bij de laatste fase van de levenscyclus aanbeland, een fase die buiten het be stek van dit artikel ligt. New Brunswick of Nederland? Uit het hierboven geschetste blijkt, dat het systeem in New Brunswick op dit moment in praktijk nog niet optimaal werkt. Er bestaan grote verschillen tussen de departementen in hun records manage ment. Sommige hebben hun zaak goed op orde, an dere hebben grote achterstanden op dit terrein. Desalniettemin durf ik te beweren, dat de visie op het records management in New Brunswick beter is dan in Nederland, als men bij ons op dit moment al over het hebben van een algemeen aanvaarde visie kan spreken. Met name de greep, die men in Cana da op de gehele levenscyclus van een archiefstuk wil krijgen, spreekt zeer tot de verbeelding. Hierdoor voorkomt men belangentegenstellingen tussen de registratuur en het archief en kan de stroom van ar chieven naar de archiefbewaarplaats worden gere guleerd. Het succes van het tussendepot kan in gro te mate worden verklaard, doordat het al eerder bestond dan de Provincial Archives en het bestaans recht ervan in de Archives Act is vastgelegd. De combinatie van tussendepot en microverfilming in Fredericton is een zeer gelukkige te noemen. Een beperking van de papierberg is mogelijk. Door de inspectie van de microfilms heeft de sectie Records Management Program ook hier een stevige greep op het eindresultaat. Als in Nederland het Canadese systeem gemeen goed zou zijn geweest, dan zouden er bij de Neder landse departementen en de diensten in enkele gro te gemeenten niet zulke grote achterstanden zijn ontstaan en zou het bestaansrecht van bijvoorbeeld Pivot, het paradepaard van de Rijksarchiefdienst, hebben ontbroken. Door de combinatie van ar chiefcode, bewaarlijst en tussendepot is het records management namelijk gedwongen om het archief toegankelijk te maken, te schonen en vroegtijdig over te brengen naar een goedkopere bewaarplaats. Een volledige overname van de Canadese methode lijkt mij vanwege de hoge invoeringskosten (ar chiefruimten, personeel, microverfilming) op korte termijn niet echt mogelijk, vooral niet in de huidige periode van grote financiële problemen. Bovendien zou dit een te grote mentaliteitsverandering van de mensen, die werkzaam zijn in de registratuur- en ar chiefwereld, vergen. Geleidelijke aanpassingen aan [293]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 27