De inspecteur is dood; leve de inspecteur! De veranderende functie van de gemeentelijke archiefinspecteur B. M. Weetink Het ideaal van de inspecteur: zo is het, zo wordt het. Foto: Gemeentearchief Roosendaal en Nispen Wie veronderstelt dat het 'denkend deel' van de Nederlandse archiefwereld zich bevindt in de Randstad heeft het mis. Al sinds enkele jaren komen er verrassende geluiden uit de tegen de Belgische grens aan gelegen gemeente Roosendaal en Nispen. Of het nu gaat om schade-inventarisatie, post- en archiefzaken of vliegende brigades, Roosendaal levert steeds een belangrij ke bijdrage aan de discussie. In dit artikel geeft B.M. Weetink, archiefin specteur van deze gemeente, een persoonlijke visie op de ontwikkeling van zijn vak. [278 1 Waar staat de gemeentelijke archief inspecteur? Bekende kost voor archivarissen: het tweede lid van artikel 2 5 van de Archiefwet 1962 bepaalt dat de ge meentearchivaris, overeenkomstig een door de ge meenteraad vast te stellen en aan Gedeputeerde Staten mee te delen regeling, toezicht dient uit te oefenen op het beheervan de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen, voor zover deze archief bescheiden nog niet zijn overgebracht naar een ar chiefbewaarplaats in de zin van de wet. De hier bedoelde door de gemeenteraad vast te stellen regeling is in de praktijk de gemeentelijke archiefverordening, eventueel nog gevolgd door een aantal ter uitvoering van die verordening vast gestelde besluiten van burgemeester en wethou ders. De achtergrond van de totstandkoming van bo vengenoemd wetsartikel was tweeledig: in de eerste plaats de eveneens in de wet opgenomen verplich ting van de overheidsorganen om de onder hen be rustende archiefbescheiden in goede en geordende staat te bewaren, welke verplichting geldt voor alle overheidsorganen en voor al hun archiefbeschei den, overgebracht of niet, en ten tweede in het bijzonder de toestand van ernstige verwaarlozing, waarin de omvangrijke archieven van de secreta rieën, diensten en bedrijven in gemeenten zich vaak bevonden. De verwaarlozing van de plaatselijke archieven heeft in 1918 geleid tot een stelsel van wettelijke voorschriften en in de wet van 1962 tot een aanvul ling daarop. Bij de behandeling van het ontwerp van de hui dige Archiefwet in 1957 in de Tweede Kamer werd opgemerkt: 'De provinciale inspecteur beperkt zijn toezicht op de gemeentearchieven veelal tot de kleinere gemeenten, die geen gemeentearchivaris hebben. De omvangrijke archieven van de secretarieën, diensten en bedrijven in de grotere gemeenten worden zelden of nooit geïnspecteerd en het valt niet te ontkennen dat de zorg voor deze catego rieën van gemeentearchieven vaak veel te wen sen overlaat. In Amsterdam, waar sedert 1954 de inspectie van de archieven der secretarie, dien sten en bedrijven bij de gemeentearchivaris be rust, is al duidelijk gebleken, dat deze maatregel volstrekt noodzakelijk is'. De toenmalige staatssecretaris antwoordde desge vraagd dat hij zich ermee kon verenigen dat de ge meentearchivaris zou worden belast met het toe zicht op de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen, doch dat dit toezicht geen verdere be voegdheden impliceert dan toezicht op het beheer. Formeel gezien is het toezicht op het beheer een ambtelijke bevoegdheid: de gemeentearchivaris mag slechts constateren, rapporteren, adviseren; waar die bevoegdheid hem in nadere regelingen en besluiten is toegekend, mag hij ook goedkeuren. In verband met de inspectie worden echter ook vaak bijzondere bevoegdheden gegeven. Deze zijn, voor wat de alge mene rijksarchiefinspectie en de provinciale archief inspecteur betreft, in het Archiefbesluit 1968 te vin den. Voor wat de gemeentearchivaris aangaat zal de gemeentelijke archiefverordening regels inzake de inspectie moeten bevatten. Zo is in de archiefverordening van mijn eigen ge meente, Roosendaal en Nispen, welke verordening dateert van eind 1970 en in maart 1971 in werking trad, bepaald dat de gemeentearchivaris ter uitoefe ning van het hem opgedragen toezicht zich kan la ten vervangen of bijstaan door aan het gemeentear chief verbonden hogere of middelbare archiefamb tenaren in de zin van de wet. Deze bepaling is geëffectueerd door de benoeming van een gemeen telijk archiefinspecteur. Verder is in de verordening bepaald dat de gemeentearchivaris en de inspecteur te allen tijde toegang hebben tot de ruimten waar de archiefbescheiden worden bewaard, dat er op wordt toegezien dat het beheer van de bescheiden geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de wet en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften, en tenslotte dat de gemeentearchivaris periodiek dient te rapporteren over zijn bevindingen. Om te voorkomen dat de inspectie in de uitvoe ring van haar taak achter de feiten aan moet lopen werd een Overleggroep Chefs Interne Zaken in het leven geroepen, waarin de inspecteur zitting had en waarvan de archivaris voorzitter was. Bovendien [279

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 20