In 1874 blijkt dat er onder de gemeentearchitect zes
arbeiders werkzaam waren. Zij hielden zich bezig
met dat deel van de reiniging dat de pachter van het
straatvuil liet liggen. Uitbreiding van het aantal
vaste werklieden stuitte echter op een zeer kritische
raad die geen gelegenheid voorbij liet gaan om bij
b&w aan te dringen op beperking. Openbare wer
ken moesten zo veel mogelijk worden uitbesteed
aan particulieren. De aanbestedingen moesten, als
het ook maar enigszins kon, in het openbaar plaats
vinden. Ik vermoed dat particuliere belangen van
raadsleden hierbij een rol speelden. De raad wilde
meer inzicht in wat er nu eigenlijk precies gaande
was. De burgemeester verdedigde zijn domein met
verve.60 Het gevolg was wel dat het ontstaan van
een dienst gemeentewerken werd afgeremd. Een
extra karwei als de aanleg van een legger van open
bare wegen werd verricht door tijdelijk aangetrok
ken personeel. Het gemeentebestuur maakte hier
pas werk van in 1872, nadat Gedeputeerde Staten
vanaf 1869 hadden aangedrongen op de uitvoering
van deze wettelijke verplichting.61
Foto genomen tussen 192$ en ipji van het colle
ge van burgemeester en wethouders van 's-Hertogen-
bosch. De secretaris, in deze periode mrA. H. L. M. van
der Marck (tweede van rechts), ontleende zijn machts
positie vooral aan het feit dat hij als enige ambtenaar
aanwezig was bij alle vergaderingen van het college.
Foto: Stadsarchief's-Hertogenbosch
Elders groeide in deze tijd openbare werken uit tot
een machtige dienst. Een voorbeeld is Rotterdam
waar openbare werken mede de haven omvatte.
Toen de haven vanaf 1870 in een stormachtig tempo
werd uitgebreid, kregen ambitieuze lieden als
G. dejongh (directeur gemeentewerken 1879-1910)
hun kans. 'Brutale Gerrit' maakte daar volop ge
bruik van. Hij deed zonder daarvoor een machtiging
te hebben van het college van b&w of de raadscom
missie voor plaatselijke werken grote uitgaven.61 In
Den Haag daarentegen groeide openbare werken
wel, maar bleef deze dienst afhankelijk van de secre
taris met zij n secretarie.
Een aanzet tot een doorbraak vormde in 's-Her-
togenbosch de benoeming van een nieuwe gemeen-
[258
tearchitect in 1889. Als opvolger van Nabbe werd
toen voor het eerst een Delftse ingenieur benoemd,
ir F. M. L. Kerkhoff, civiel- en bouwkundig ingeni
eur te Utrecht. De toen vastgestelde instructie be
paalde dat hij rechtstreeks onder het college van
b&w stond en dat de opzichters en werklieden on
der hem vielen. Het taakveld van de gemeentearchi
tect omvatte behalve het beheer van alle gemeente
lijke eigendommen, de straatverlichting, een deel
van de reiniging, de riolering en het handhaven van
de bepalingen in de algemene politieverordening
die te maken hadden met de ruimtelijke ordening.
Hij was, evenals vroeger, bevoegd om tijdelijk per
soneel in dienst te nemen, maar pas nadat het ge
meentebestuur zulks had toegestaan.6'
Over de politie spraken wij reeds. Nog in 1891
functioneerde deze dienst slecht. Ook de plaatselij
ke pers was zeer ontevreden over het functioneren
van de politie.
3.5 Bedrijven
Een voor deze periode typerende ontwikkeling was
de opkomst van het overheidsbedrijf. Zowel Rijk
als gemeenten stichtten bedrijven of namen be
staande over. Bij de gemeenten waren vooral de gas
fabrieken populair. Zelfs gemeenten met nog geen
5000 inwoners exploiteerden een eigen gasfabriek.
Later volgden onder meer drinkwaterbedrijven,
slachthuizen en elektriciteitsbedrijven. Artikel 254
van de Gemeentewet, dat bepaalde dat de tarieven
in relatie moesten staan tot 'de kosten van aanleg,
onderhoud, of versterking' van het bedrijf, vormde
overigens een rem op dit streven. Door latere wijzi
gingen in deze wet werd het maken van een 'matige
winst' toegestaan.64
In 's-Hertogenbosch begon het met de oprichting
van vijf instellingen die ten doel hadden de markt-
functie van de stad te versterken: het slachthuis
(1849), de veemarkt (1850), de korenbeurs (1852),
de boterhal (1859) en nieuwe vismarkt (1872).6'
Hergemeentebestuur streefde er in de jaren vijftig
naar de handel van de stad te stimuleren. Het subsi
dieerde door de provincie aangelegde verharde we
gen die naar de stad toe leidden en was bereid voor
grote bedragen in te schrijven op emissies van aan
delen bestemd voor de aanleg van nieuwe spoorwe
gen. Veemarkten werden gestimuleerd met pre
mies.
Bij het slachthuis tastte het gemeentebestuur
echter mis. In een verordening wilde de raad alle
Bossche slagers verplichten in het nieuwe 'algemee-
ne' slachthuis te slachten. De oude vleeshal waar
het vlees vroeger verkocht werd, ging dicht en bui
ten het slachthuis was geen slacht meer toegestaan.
De Bossche slagers waren het daar niet mee eens en
begonnen een procedure. Dit eindigde tenslotte
met een arrest van de Hoge Raad in 185 5, waarin de
slagers in het gelijk werden gesteld. De verordening
moest worden ingetrokken en het slachthuis kon
zich niet verder ontwikkelen. De ontwikkeling van
het openbare slachthuis liep er een vertraging van
20 jaar mee op.66
De korenbeurs was evenmin een succes, maar om
een andere reden. De teelt van graan maakte op de
zandgronden van Noord-Brabant plaats voor vee
teelt met als voornaamste produkt de boter. De bo
terhal, gekoppeld aan de reeds bestaande algemene
waag was daarom aanvankelijk wel een succes. Pas
de opkomst van de coöperatieve boerenbeweging
na 1890 haalde deze instelling de wind uit de zeilen.
Deze drie bedrijven hadden maar weinig personeel.
In de boterhal werkten twee boterweegsters, het
slachthuis kreeg in 1852 een veearts als keurmees
ter, zes jaar later gevolgd door een assistent-keur
meester, de korenbeurs had een opzichter en een
commissie van toezicht die bestond uit deskundi
gen en belanghebbenden.
In 1854 kreeg 's-Hertogenbosch zijn eerste particu
liere gasfabriek. De raad peinsde toen niet over ei
gen exploitatie. De fabrikant kreeg een concessie
om buizen te leggen onder de openbare weg en
sloot met de gemeente een contract voor levering
van gas voor de straatverlichting. De fabriek kwam
midden in de stad te staan en het aantal klachten
over de kwaliteit van het gas was groot. Men be
noemde toen in i860 de leraar wiskunde aan het
stedelijk gymnasium tot controleur van de straat
verlichting.7
De klachten over de kwaliteit van het gas hielden
aan, het verbruik nam toe en de fabriek in de bin-
[259]