Met name in 'binnenlandse' archieven als die van
de dekenaten Jayawijaya en de Wisselmeren, maar
ook in het statie-archief van Jiwika. De studies van
H.L. Peters naar de Dani en van S. Hylkema naar
de Nalum zijn bijvoorbeeld nog steeds belangrijke
antropologische studies.15 Momenteel werkt de
laatste auteur nog steeds actief aan een groot corpus
van interessante detailstudies over de Ekari's.
Materiële condities
Terwijl was voorspeld dat de materiële staat van de
archieven slecht zou zijn, bleek dat in de praktijk
erg mee te vallen. Ondanks het tropische regenkli
maat - constante hoge temperaturen en luchtvoch
tigheid - was het zonder meer verrassend hoe goed
het materiaal zich had gehouden. Daarbij was niet
veel verschil vast te stellen met het materiaal uit het
hogere centrale binnenland waar de temperaturen
gemiddeld zo'n zeven graden lager zijn. Voorwaar
de voor het behoud was wel dat de stukken altijd op
een droge plaats waren bewaard. De grootste pa-
pierschade was veroorzaakt door de sterke corrosie
van de veelvuldig toegepaste paperclips, nietjes en
metalen hechtmechanieken van dossiermappen en
ordners. Het is duidelijk: in tropisch en vochtige
streken is het gebruik van metalen bij het gebruik
en beheer van alle archieven volstrekt uit den boze.
Mechanieken en clips van kunststof zijn noodzake
lijk. In een enkel geval, zoals in Enarotali, was er
sprake van vraat door ratten en kakkerlakken. De
laatsten kwamen met name af op allerlei in ordners
gebruikte lijmsoorten. Ook was het materiaal in
het binnenland soms sterk vervuild. Maar over het
algemeen genomen hoeft er aan restauratie weinig
te gebeuren.
Archief perspectief
De archieven van de Franciscaanse missie en van de
r.k. kerkelijke hiërarchie in Irian Jaya blijken op
merkelijk goed bewaard te zijn gebleven. Inhoude
lijk vormen ze een uitermate rijke bron voor de
missie en de kerkelijke geschiedenis èn voor de mo
derne ontwikkeling van het land zelf. Juist voor
Nieuw-Guinea/Irian Jaya zijn deze archieven van
groot belang omdat het de betere vastleggingen zijn
van de gigantische culturele omslag die met name
het binnenland sinds de Tweede Wereldoorlog
heeft doorgemaakt. Het belang voor Nederland is
ook groot, omdat het een belangrijke aanvulling is
op de hier aanwezige koloniale kerkelijke en over
heidsarchieven en inzicht geeft in de socio-religieu-
ze en politieke structuren en ontwikkelingen van
een belangrijk voormalig koloniaal gebied.
Hoewel de Franciscaanse missie in 1986 is afge
scheiden van de Nederlandse provincie, wordt ze,
evenals het bisdom Jayapura, nog grotendeels door
Nederlandse Franciscanen bepaald. Echter, binnen
enkele jaren zal dit geheel zijn veranderd: een Indo
nesische bisschop en kustos zullen dan logischer
wijs het roer gaan overnemen. Van de oude Neder
landse paters zullen er tegen die tijd ook niet veel
meer over zijn. Het gebrek aan ruimte voor
archiefopslag, de beperkte toegankelijkheid, maar
vooral de onbekendheid met de Nederlandse taal
van de nieuwe kerkelijke bestuurders vormen een
grote bedreiging voor deze prachtige bronnen. Ge
zien de vaak voorkomende houding in dergelijke
landen ten opzichte van 'oud-papier', met name
wanneer men dat niet kan lezen, mag men gerust
bang zijn dat over enkele jaren - zoals al vaker met
belangrijke Indische archieven is gebeurd - het zijn
lotsbestemming vindt als verpakking van vis en an
dere waar op de pasar van Jayapura. Het is daarom
te hopen dat er door de Franciscanen, met hun lan
ge traditie in de zorg voor de eigen historische ar
chieven en in geschiedbeoefening, een adequate
oplossing voor het behoud van dit papieren erfgoed
wordt gevonden.16
Summary
Archives in the 'Stone age'. Research
into the paper heritage of Franciscan men
dicant in Irian Jaya. To a large extent the Indo
nesian province of Irian Jaya (formerly Dutch New
Guinea) was opened up by missionaries. Like ex
plorers young friars entered the terra incognita and
were often the first white people to settle there. The
island has about 700 different languages but the
various population groups have no written tradi
tion. It was not until the arrival of Western colo-
[214]
nists and church organisations in the 20th century
that some kind of written and also archival tradi
tion began to be formed. The author visited Irian
Jaya at the request of the Dutch province of Fran
ciscan mendicant friars to report on the state of the
missionary archi ves there.
lUoten
1 P.J. Margry, De archieven van de
Franciscaanse Kustodie en het bisdom
Jayapura e.a. in Irian Jaya, Indone
sia. Rapport naar aanleidingvan een
onderzoek in november-decemher
1992 (Jayapura/'s-Hertogenbosch,
1992).
2 Zie over de vroege missie-activitei
ten: E. Cappers, Een veelbelovende
missie. De apostolische prefectuur van
Nederlandsch Nieuw-Guinea
(Tilburg, 1919) en Een kwarteeuw
apostolaat. Gedenkboek bij het zil
veren jubileum van de missie in
Nederlandsch Nieuw-Guinea en de
Molukken 1904-1928 (E'Abut^,
1928).
3 De geschiedenis van de Francis
canen in Nieuw-Guinea is in een
aantal onuitgegeven teksten in
hoofdlijnen en op onderdelen
gedetailleerd beschreven: L. J. van
de Berg, Zij zochten een missie
(1966-1967); idem, Korte geschie
denis van de bisdommen Djajapura
enManokwari, 1948-1972 1972;
A. van Nunen, Vijftigjaar Neder
landse Franciskanen in Nieuw-
Guinea/Irian Jaya(i<)86); P. Peeters,
Introductio in historiam missionis
fratrum minorum in Irian Barat
(1966).
4 Zie voor een opsomming van deze
archieven: J.A.M.Y. Bos-Rops,e.a.,
red., De archieven in het Algemeen
Rijksarchief (Alphen aan den Rijn,
1982) s.v. Nieuw-Guinea.
5 Van het rapportenarchief is een ge
drukte inventaris verschenen:
P. Nienhuis, Inventaris van het
rapportenarchief van het Kantoor
voor Bevolkingszaken Nederlands
Nieuw-Guinea 1991-1962 (Den
Haag, 1968), integraal opgenomen
in:J. van Baal, e.a., West Irian.
A bibliography^Dordrecht, 1984)
205-307.
6 Van Baal, West Irian,x.
7 Zie voor een opsomming van de
missionerende kerken: Vademecum
voor Nederlands-Nieuw-Guinea
(Rotterdam, 1956) 68-73; Wie is
daten Waar is het. Beknopt overzicht
van indelingen personalia van het
overheidsapparaat, zendings- en
missie-organisaties en hetparticu
liere bedrijfsleven in Nederlands-
Nieuw-Guinea (Hollandia, 1959)
48-59; W.C. Klein, red., Nieuw-
Guinea, De ontwikkeling op econo
misch, sociaal en cultureelgebied, in
Nederlands en Australisch Nieuw-
Guinea, deel 1 (Den Haag, 1953)
82-229.
8 De inventarissen en plaatsingslijs
ten zijn opgenomen in: Margry,
Archieven, 16-80.
9 Dit is daar de gebruikelij ke plaats
aanduiding van het centrale Fran
ciscanerklooster, gelegen op het
terrein van de voormalige 'Ameri
can Post Office' (apo) uit de Twee
de Wereldoorlog.
10 Het bisdomarchief omvat tevens
(de onderdelen van) een aantal ge
deponeerde archieven. Beschreven
zijn: Stichting Katholieke Pers
(1956-1966); Missie Luchtvaart
(Miluva/AMA, 1956-1972); Sint
Vincentiusvereniging (1954-
1961); Algemene Armencommissie
(1955-1963); Katholieke Arbei
dersbond (1963); Raad voor
Volksopvoeding (1951-1961);
Comité Katholiek Beraad (1959-
1960); r.k. Sportvereniging Hout
BraefStandt (195 8-1973); Theolo
gische Faculteit Abepura(ATK/
sttk/stfk, 1967-heden); R.K.
hbs Hollandia(i957-i964).
11 Voor een globaal overzicht van de
daar aanwezige archiefbestanden,
zie: H.J.A. H.G. Metselaars, red.,
Particuliere archieven in Nederland
(Houten, 1992) 466-469.
12 Zie de onuitgegeven plaatsingslijst
'Missiegebieden' van orde-archi
varis R. Andela (Utrecht, 1992)
30-38.
13 J. van Baal, Ontglipt verleden, deel 2
(Franeker, 1989) 250,285.
14J.P. K. vanEechoud, Woudloper
Gods (Amsterdam, 1954).
15 H. L. Peters, Enkele hoofdstukken
uit het sociaal-religieuze leven van
een Dani-groep (Venlo, 1965);
S. Hylkema, Mannen in hetdraag-
net. Mens- en wereldbeeld van de
Nalum (Sterrengebergte) (Den
Haag, 1974).
16 Een 'adequate oplossing' voor deze
archieven zou minimaal moeten
bestaan uit een goede inventarisatie
en een overzetting op microfilm
zodat er in de toekomst daar en in
Nederland schaduwkopieën van
deze rijke bronnen aanwezig zullen
zijn.
2.15