Heren van de Lek en Breda
bruikte als lid van de grafelijke familie de Paasstijl.
De andere oorkonde van 1289 was bestemd voor
graaf Florisv, die zoals bekend met Paasstijl dateer
de.21 De heer van Wassenaar zal zich in dit geval
naar de hogere instantie hebben gevoegd indien de
tekst niet verzorgd was door een grafelijke klerk. De
eigen registratie van de lenen van Wassenaar dateert
van omstreeks 1300.
Heren van Egmond
De heer van Egmond dateerde aanvankelijk even
eens volgens jaardagstijl blijkens voorbeelden uit
1370 en 1390.22 Ook in zijn leenregisters van de
vijftiende eeuw is gedateerd volgens deze stijl. Zo
volgt op 22 september 1463 de datum 20 februari
1464 en zo voorts in dit deel.23 In volgende registers
vanaf het eind van de vijftiende eeuw ging men ech
ter over op de Paasstijl, steeds aangeduid als 'stilus
curie Hollandie' of een vergelijkbare term.
Zeer verwarrend is de datering bij de familie Van
Polanen, heren van de Lek en Breda, zozeer dat
Drossaers zich niet over de stijl uitliet en blijkbaar
naar bevind van zaken handelde. Blijkens de chro
nologisch ingerichte leenregisters, die beginnen in
1469, werd de Paasstijl gebruikt. De toevoeging
'naar de loop van het Hof van Holland' laat hier
over geen twijfel.24 Aan deze stijl hield men in de
volgende registers vast.
Eerder in de vijftiende eeuw zijn bij deze heren
van Breda vier stijlen aantoonbaar. Het zijn: de
Paasstijl volgens het Hof van Holland van 1406 tot
1469 zoals uitdrukkelijk in de voorbeelden wordt
gesteld25; gesproken wordt van de stijl van Kame-
rijk in gevallen van 1407 en 145226; Kerststijl wordt
aangegeven bij akten over 1417 tot 1452-27' geda
teerd volgens stijl van Luik. Volgens Kerststijl geda
teerd met de stijl van Utrecht zijn akten van 1451 .zS
Deze heren van Breda waren in de vijftiende eeuw
met hun vier stijlen, die in 1451 en 1452. zelfs ge
lijktijdig voorkwamen, wel erg volgzaam!
In de veertiende eeuw waren de heren wat betreft
stijl minder uitgesproken maar dan ook een stuk
stabieler. In de eerste helft van de eeuw werd de
Paasstijl gebruikt. Dit blijkt uit een akte, gedateerd
zaterdag op de avond van Purificatio 13 36, die her
leid dient te worden tot 1 februari 1337-29 Een an
dere akte is gedateerd zaterdag op St. Pieter in zille
1342, op te lossen als 22 februari 1343, daar deze
dag in 1342 op een vrijdag viel.30
In de tweede helft van de veertiende eeuw was
men blijkbaar overgestapt op de jaardagstijl. Dit
leid ik af uit de datum vrijdag na Pontiaan 1378, dat
wil zeggen bij jaardagstijl 15 januari 1378 maar bij
Paasstijl 21 januari 1379, zijnde een week na Ponti
aan en samenvallend met de eerder genoemde Ag
nes.3' Kerststijl lijkt mij onwaarschijnlijk gezien de
datering vrijdag na Kerst 1373, dat is met jaardag
stijl 30 december 1373 maar met Kerststijl 31 de
cember 1372.32 Voor deze laatste datum was echter
de benaming jaarsavond gebruikelijk.33
Heren van Vianen
en van Brederode
Na al deze wisselingen is de stijl van de heren van
Vianen een verademing. Gezien hun leenregisters,
die beginnen in 1381, gebruikten zij de jaardag
stijl met uitsluiting van de Kerststijl. De akten in
het oudste register zijn meestal ongedateerd, maar
aan het einde komt een akte voor op naam van Gijs-
bert van Vianen, gedateerd maandag na Geertrui
(20 maart) 1391.34 Aangezien deze Gijsbert van
Vianen in de loop van 1391 stierf kan geen Paasstijl
gebruikt zijn. Het register van zijn zoon Hendrik
van Vianen is duidelijker. Hier volgt op maandag
na Elisabeth (20 november) 1391 de datum maan
dag na Pontiaan 1392.35 Dit en volgende jaren zijn
niet volgens de Paasstijl gedateerd. Latere registers
maken duidelijk dat de Kerststijl kan worden uit
gesloten. Zo volgt op jaarsavond 1403 de datum
Cathedratio Petri 1404, gaat vrijdag na Allerkinde-
ren 1407 (30 december 1407) naar 140836 en gaat
vervolgens jaarsavond 1409 verder in de chronolo
gische reeks met Agnetis 1410.
De heren van Brederode, die in Vianen opvolg
den, gebruikten volgens hun eigen leenregister
de jaardagstijl.37 Met hun leenregisters van Vianen
is ditzelfde te bewijzen. Zo volgt op Allerkinderen
(28 december) 1435 de datum 2 januari 1436 en op
[200
donderdag na Kerst (27 december) 1442 de don
derdag na dertiendag 1443, zijnde 10 januari
1443.38 Deze voorbeelden zijn met vele andere te
vermeerderen.
Heren van Voorne
Reeds eerder heb ik voor de heren van Voorne de
jaardagstijl aangehouden in navolging van De Fre-
mery.39 Aan voorbeelden van de jaren 1360, 1365,
1370 en 1371 kan niet getwijfeld worden. Zoals
Kruisheer duidelijk maakte, is bij een oorkonde
van 1257 de Paasstijl niet uitgesloten, omdat geda
teerd is op Goede Vrijdag, wanneer het nieuwe
Paasjaar ingaat.40 Een oorkonde op naam van
Hendrik, heer van Voorne, van het jaar 1250 is ze
ker volgens Paasstijl gedateerd naar Kruisheer be
toogde.4' Op de argumentatie van Kruisheer is
echter een nuancering te geven. De oorkonde van
1250 is in afschrift overgeleverd, zodat wij dus al
leen de interne kenmerken van het dictaat kunnen
analyseren. Het stuk is uitgevaardigd te Middel
burg in aanwezigheid van graaf Willem 11, de
Roomskoning. Dit laat ons bedacht zijn op beïn
vloeding van de jaarstijl door de graaf of de abdij
Middelburg, door wier zorgen de tekst eventueel
tot stand kan zijn gekomen. In tegenstelling tot eer
dere oorkonden42 spreekt Hendrik van Voorne hier
in het meervoud. Dit zou hij in volgende teksten
blijven doen.43
Het dictaat van deze andere oorkonden heeft
geen punten van overeenstemming met de onder
havige van 1250. Bepaalde frases treffen wij echter
wel aan in een oorkonde op naam van Simon van
Haarlem uit hetzelfde jaar.44 Kruisheer heeft een
reeks originelen aangewezen, die zijn gedicteerd en
in een geval geschreven door een lid van de abdij
Middelburg45
Gelet op deze verwantschap in dictaat van een
oorkonde, uitgevaardigd te Middelburg, ligt het
vermoeden voor de hand, dat deze oorkonde af
komstig is van het juist genoemde lid van de abdij
Middelburg. Het is eens te meer een bewijs voor de
Paasstijl aldaar maar heeft geen bewijskracht voor
de heer van Voorne.
Voor de stijl van de heren van Voorne is nog het
volgende van belang. Op zondag na Pontiaan 1372
vaardigde Machteld van Voorne de laatste van haar
bekende akte uit.46 Deze kan niet volgens Paas- of
Boodschapstijl zijn gedateerd, daar Machteld reeds
op 12 maart 1372 stierf.47 De datum dient dus her
leid te worden tot 18 januari 1372. Anderzijds zijn
ervoor het jaar 1348 twee aanwijzingen dat de Paas
stijl toen niet gevolgd werd. Eenmaal heet het:
dinsdag na dertiendag 134s.48 Dit zou met Paasstijl
uitkomen op 13 januari 1349, een week na dertien
dag en daags voor Pontiaan, wat mij hoogst on
waarschijnlijk lijkt. In datzelfde jaar is sprake van
woensdag voor Pontiaan.49 Dat zou met Paasstijl
worden: 7 januari 1349, dat wil zeggen daags na
dertiendag! Ook dit lijkt mij hoogst onwaarschijn
lijk.
De heren van Putten
De heren van Putten uit het huis Abcoude, die de
heerlijkheid in 1360 erfden, gebruikten de jaardag-
of Kerststijl. Voor die tijd was sprake van twee stij
len. Aleid van Putten (gest. 1360) bediende zich
van de jaardagstijl. Zo vaardigde zij op 1 februari
1360 een akte uit5°, die niet naar Paasstijl kan zijn
gedateerd want zij stierf in datzelfde jaar.5' Ook
in een akte, gedateerd woensdag na St. Matthijs
13 $852, kan de Paasstijl niet zijn toegepast. Zij ver
klaarde namelijk nog niet te hebben betaald aan het
kapittel St. Pieter voor vier stukken tienden in de
parochie Eemkerk, omdat zij wachtte op overtui
gend bewijs van eigendom van het kapittel. Op
28 december 1358 verklaarde het kapittel St. Pieter
het verschuldigde geld voor deze vier blokken in
Eemkerk van Aleid te hebben ontvangen.53 Uiter
aard moet de kwitantie later vallen dan het tijdstip,
waarop niet betaald is. Daarom komt oplossing
met Paasstijl naar 27 februari 1359 niet in aanmer
king. Geen bezwaar bestaat er tegen 26 september
1358, zodat hier geen strikt bewijs voor de jaardag
stijl is. Wel kan de akte van St. Pieter niet naar
Kerststijl zijn berekend, daar deze dan in 1357 zou
vallen. Het is bekend, dat dit kapittel in 1484 de
Kerststijl toepaste.54
Eerder in de veertiende eeuw is er een bewijs
voor Paasstijl van de heren van Putten. Het betreft
de datum: vrijdag na halfvasten die was op de vier
de dag van aprille 1336.55 Dit dubbele gegeven
[201