Veel amateurhistorici waren onbekend met het ar
chiefwerk en moesten intensief begeleid worden.
De wassende bezoekersstroom vroeg dan ook veel
tijd van de archiefambtenaren. Het onderzoek van
de bezoekers richtte zich bovendien op andere on
derwerpen dan tot dan toe gebruikelijk. De vraag
naar archieven van na 1800 nam sterk toe. Nu de
sociale geschiedenis sterk opgang maakte, veran
derde de onderwerpskeuze van de bezoekers. Klein
schalig onderzoek naar de eigen straat, school en
buurt werd vooral bij amateurhistorici populair,
die hierin niet zelden een logische voortzetting za
gen van hun eerder ingestelde genealogisch onder
zoek. Het aantal genealogen steeg met sprongen
toen de bevolkingsregisters van de gemeente Gro
ningen en van de in 1969 bij de gemeente Gronin
gen gevoegde gemeenten Hoogkerk en Noorddijk
over de periode 1822-1939 bij het archief werden
gedeponeerd. Begin jaren zeventig verminderde het
aandeel genealogen in verhouding tot de studenten
en scholieren die onderzoek deden voor een pro
ject, scriptie of werkstuk. Zij vroegen informatie
over bijvoorbeeld de arbeidersbewegingen, de Gro
ninger radicalen, het openbaar vervoer of de ge
meentepolitiek van de sdap. De veranderende
vraagstelling kan in Groningen voornamelijk ge
schreven worden op het conto van de onderwijsin
stellingen.
Het Gemeentearchief in de St. Jansstraat nam
maatregelen om de groeiende bezoekersstroom op
te vangen. 'Door het bijzetten van kleine tafeltjes
en stoelen uit het depot is de accommodatie van de
leeszaal, normaal slechts op vier bezoekers bere
kend, in de laatste maanden van het verslagjaar vrij
wel elke dag uitgebreid om de bezoekers, die soms
wel met zeven a acht tegelijk kwamen, een plaats te
kunnen bieden. Meer dan eens moesten bezoekers
worden geplaatst op de werkkamer van de weten
schappelijk ambtenaar', heette het nog in 1971.
Ook de acquisitie veranderde: zo veel mogelijk
facetten van de geschiedenis moesten in het archief
terug te vinden zijn omdat immers niet te voorspel-
De studiezaal van het Gemeentearchief in het ge
bouw aan de Sint Jansstraat in 1967. Foto: P. Boon
stra, Groningen
schrijven opstel of scriptie', meldde het archief in
1968.73
len is welke vragen de onderzoeker in de toekomst
stellen zal. Er werd een begin gemaakt met het aan
leggen van een 'grammofoonplatenverzameling'
waarin, als 'aanvulling op hetgeen reeds in geschrif
te wordt verzameld', opnamen van Groningse or
kesten, orgels, koren, voordrachtskunstenaars en
ander geluidsmateriaal bijeengebracht werd.74
Niet alleen wendden meer mensen zich tot het Ge
meentearchief, maar het archief zelf trad ook meer
naar buiten. De Groningse Volksalmanak, al decen
nia lang hèt jaarboekje voor cultureel-historische
verhandelingen over stad en streek, werd geredi
geerd door de gemeente- en de rijksarchivaris. Ge
meentearchivaris Schuitema Meijer was - en is - een
produktief schrijver die vele tientallen publikaties
op zijn naam heeft staan. Met grote regelmaat
schreef hij artikelen voor de Volksalmanak. Veel
publikaties vonden hun oorsprong in onderzoek
dat op basis van binnenkomende brieven was ver
richt. In 1965 bijvoorbeeld noopten de 'vele vragen'
over zegel, wapen en vlag van de stad Groningen tot
een degelijke publikatie over dit onderwerp.7' Veel
succes oogstten ook twee fotoboeken, die beide ver
schillende malen herdrukt konden worden.76 In
maart 1967 gaven burgemeester en wethouders in
overleg met de gemeentelijke monumentencom
missie de officiële opdracht tot het schrijven van
een stadsgeschiedenis, 'ter uitreiking aan belang
stellenden'.77 Ditmaal stond de 'scheiding' niet
meer in de weg en kon de gemeentearchivaris de
opdracht aannemen. Een jaar later mondde het on
derzoek uit in de presentatie van het boek Gronin
gen. Schets van een eeuwenoude stad.
Met de rijksarchivaris bekleedde Schuitema Meijer
de belangrijkste bestuursfuncties van de historische
vereniging Stad en Lande. Langzamerhand begon
nen causerieën en voordrachten te behoren tot het
normale repertoire van de archivaris. Ook tentoon
stellingen vormden een goede manier om naar bui
ten te treden. In 1968 organiseerde het archief on
der de titel 'Schrift en beeld uit Groningens histo
rie' zijn eerste expositie. Het archief greep zijn
vijftigjarig bestaan aan om met deze tentoonstel
ling 'de verzamelingen van het archief meer in de al
gemene belangstelling te brengen en vooral ook de
jeugd te confronteren met de geschiedenis van haar
woonstad.'78 De tentoonstelling, die met veel pu
bliciteit omgeven was, trok ruim vijfduizend be
zoekers. Een artikel op de voorpagina van de Gro
ninger Gezinsbode onder de kop 'Schatkamer van de
Groninger historie' sprak over 'een waar lustoord
voor speurders in het verleden'.79
Verhuizing naar de Viaductstraat
In 1968 werd het contract opgezegd op basis waar
van het Gemeentearchief was gehuisvest in het
Rijksarchiefgebouw in de St. Jansstraat. Het Ge
meentearchief benutte toen, verdeeld over verschil
lende etages, ongeveer driemaal zo veel depotruim
te als bij het aantreden van de gemeentearchivaris.
Het omvangrijker worden van de collectie door de
toestroom van nieuwe archieven en de behoefte aan
ruimte van het Rijksarchief, maakte een nieuw ge
bouw op termijn wenselijk. In 1972 opperde Schui
tema Meijer zelf het idee om de voormalige pud-
dingfabriek van de Fa. A.J. Polak aan de Viaduct
straat als archiefgebouw in gebruik te nemen. Deze
nog sterk naar pudding geurende fabriek stond op
de nominatie om in het kader van de sanering van
de buurt te worden afgebroken, maar zou met enige
aanpassingen geschikt kunnen worden gemaakt
voor het gestelde doel. In november 1973 keurde de
gemeente het plan tot verbouw van de fabriek goed.
Ondertussen moest het Gemeentearchief per 1 juli
1973 een tijdelijk onderkomen gevonden hebben
omdat op die datum het contract met het Rijksar
chief afliep. In de vierde vleugel van het nieuwe
Hoofdbureau van Politie aan de Rademarkt werd
geen ideale maar wel een afdoende tijdelijke huis
vesting gevonden. Zo vertrok het Gemeentearchief
na ruim een halve eeuw uit de St. Jansstraat. In mei
1975 werd de verbouwing van de puddingfabriek
afgerond en konden de drie kilometer archivalia
worden verhuisd. Het nieuwe gebouw voldeed ge
heel aan de eisen van de tijd, waarin 'openheid' een
sleutelwoord vormde. Het gebouw kreeg de naam
'de stadskiste', naar de kist waar in vroeger tijden
het archief van de stad in werd bewaard. Voor vele
Groningers werden de blauw oplichtende letters
god zoekt u, bevestigd op het dak van het naast
gelegen pand van het Leger des Heils, een bruik-
[189]