Vierde plenaire zitting: Dollar redt congres - Bert Looper De vierde sessie, een verzamelzitting met voor drachten over de samenwerking van archiefdien sten en andere culturele organisaties ten dienste van maatschappij en samenleving, bracht mij op de valreep nog even in congresstemming. Maar echt 'lekker' heb ik niet in het congres gezeten. Wel liep ik steeds weer de grote congreszaal bin nen, maar ik kon maar niet geboeid raken door de sprekers of het gesprokene. Integendeel, het leek erop alsof de organisatie er alles aan had gedaan om uit de verste hoeken van de wereld de meest ongeïnspireerde anti-entertainers naar Montreal te halen. Ik doel dan niet alleen op de grotendeels belabberde sprekers, maar vooral ook op de bloe deloze wijze waarop discussies en interventies in het programma waren opgenomen. Ik zou dan ook hierbij iedereen willen oproepen het volgende congres in China te boycotten als er niet een dras tische wijziging in de organisatievorm tot stand komt. Laat onze Nederlandse vertegenwoordigers in internationale kringen hun nek maar eens uit steken. Met het inspirerende archiefcongres van Maastricht nog vers in het geheugen hebben we tenslotte recht van spreken. De vierde plenaire zitting had dus als thema 'sa menwerking'. Vooral internationale samenwer king om in het informatietijdperk het archiefwe zen nuttig/noodzakelijk te laten zijn voor de sa menleving. In een zestal bijdragen werd niet alleen ingegaan op de groeiende noodzaak tot samenwer king (ten gevolge van nieuwe technologische ont wikkelingen, raadpleging op afstand, standaardi satie, groeiende vraag uit de oude koloniën naar materiaal uit de voormalige moederlanden en der gelijke), ook kwam een aantal lopende projecten ter sprake. Interessant was het verhaal van James Parker over de microverfilmingsprojecten in het Britse Gemenebest. Pregnant kwam naar voren hoezeer bij dergelijke projecten het gevaar van het ontstaan van neo-koloniale verhoudingen op de loer ligt. In dit verband werd later benadrukt hoe belangrijk het is dat de i ca een information techno- logy agenda opstelt om mede te voorkomen dat bij samenwerking het verschil tussen arme en rijke landen erg groot wordt: 'ways must be found to ensure that the use of information technologies in archives and records management does not pro mote technological colonialism'. Deze woorden kwamen uit de mond van de man die voor mij het congres redde: Charles M. Dollar van de National Archives (vs)Op knappe wijze wist hi j de essentie van het gehele congres op de voorgrond te plaat sen. Waar gaat het om als we het hebben over de ar chivaris in het informatietijdperk? Teveel is de ar chivaris geneigd in de huid van de informatietech nologen te kruipen, waarbij de archivaris ook teveel de uitgangspunten van zijn eigen vak uit het oog verliest. Het zou immers in de toekomst niet meer gaan om archieven, dus om documenten, maar om informatie. Het denken over bestanden in termen van informatie heeft in archiefkringen vele fervente aanhangers gevonden en was/is een trend. Het lijkt nu alsof in Montreal de trend weer iets ombuigt en de nadruk legt op de waarde van de oude uitgangspunten van ons vak in de infor matiemaatschappij. Het gaat dan natuurlijk in de eerste plaats om het herkomstbeginsel, of, zoals Dollar het stelt: 'archival science is the only disci pline that attaches significance to the contextual relations of records and provides tools for an un derstanding of them'. Montreal 1992 geeft zo aan welke koers de archivistiek in de komende jaren zou moeten varen: een duidelijke profilering van de archivistiek als wetenschap die de conceptuele basis verschaft om de fundamentele problemen die de informatietechnologie opwerpt te beantwoor den. 'To put it differently', aldus Dollar, 'archivists are asking the right questions and are developing the knowledge and tools to deal with information technologies'. Zo'n stelling is toch een aardig op- stekertje voor de archivaris die zijn weg zoekt in de informatiemaatschappij. Was Montreal dan toch niet zo slecht en beleven we het begin van de definitieve maatschappelijke opmars van ons vak? Sluiting van het congres Nadat de door het executive committee opgestelde aanbevelingen (zie bijlage) van het congres door de aanwezigen waren goedgekeurd, volgde kort daar op de officiële afsluiting van Montreal 1992. Dit 228 was gegeven aan Bronislaw Geremek, de voormali ge rechterhand van Lech Walesa in Solidarnos<j en historicus. Hij hield een doortimmerd verhaal over archieven, archivarissen en democratie. Een mooi verhaal, zo mooi dat spreker en gastheren in een in nige omhelzing van ontroering bijna van het podi um tuimelden. Was zijn verhaal met het oog op Pe king 1996 een subtiele verwijzing naar het feit dat er met archivarissen en democratische principes niet valt te spotten? Na de bekende afsluitingsfra sen was daarmee het congres ten einde. Wie geen 'post-congress' verplichtingen had, zag zich daar mee van verplichtingen ontslagen. Met voldoende stof tot nadenken konden de koffers weer worden gepakt. Excursies Een congres is niet compleet zonder excursies. Ze zijn meestal van cultureel-toeristische aard. Ze worden strategisch midden in het congres gepland zodat de zinnen op tijd kunnen worden verzet. Van te voren had al opgegeven moeten worden waar men heen wilde: Ottawa, Quebec of Montreal zelf: een keuze uit 17 bestemmingen van staats-, stads-, universiteits-, religieuze of bedrijfsarchieven en bi bliotheken. Een drietal impressies. Excursie: het archief van de orde der Ursulinen in Quebec Het gemeentearchief van Montréal Het bezoek aan dit archief bleek een regelrechte eye-opener. Hier kwam op overduidelijke wijze het verschil tussen de Europese en de Noordameri- kaanse archiefdienst tot uiting. Het gemeentear chief, met een formatie van dertig arbeidsplaatsen, staat ten dienste van 12 000 ambtenaren en een ste delijke miljoenenbevolking. Het archief moet ech ter ook de gehele moderne administratie van de diensten beheren, zowel actif als sémi-actif maar maakt bijvoorbeeld ook een knipselkrant voor de ambtenaren. Tien medewerkers zijn bovendien al leen maar bezig met microverfilming: historisch archief, bouwvergunningen, bekeuringen en ande re moderne formulieren. Archivaris Diane Charland maakte duidelijk dat de archivaris hier zijn nut veel meer moet be wijzen, terwijl in Europa er al een soort 'verzeke ring' in de hoofden van de bestuurders zit vanwege de inbedding in het cultureel patrimonium. Dit werd te meer duidelijk toen het eigenlijke oud-ar chief (vanaf 1833 tot 1980 seriematig aanwezig; omvang 5 km) werd bezocht: behalve de twee ar- [229]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 6