in het archiefbestel: nauwelijks bepalingen ten aanzien van het beheer van archieven, geen gere gelde openbaarheid en een positionering als logis tieke afdeling binnen een organisatie met econo mische doeleinden. Hij vermeldde dat tussen 1965 en 1987 er evenveel papier is geproduceerd als in de twee eeuwen daarvoor. Elke zeven jaar verdubbelt nu het papiergebruik. Ook in bedrijfs archieven is dit een tijdbom. In het werk zal de bedrijfsarchivaris meer met computerexperts, or ganisatieanalisten en documentalisten moeten gaan samenwerken. In zijn antwoord naar aanlei ding van een interventie over een eventuele dub belrol als bedrijfsarchivaris en bedrijfsgeschied- schrijver, zei hij het psychologisch en objectief onjuist te vinden om de hiërarchisch geplaatste archivaris als zodanig te laten functioneren. Op een interventie van Jules Verhelst die zei dat voor de selectie van zijn materiaal de archivaris een meer autonome functie moest hebben, antwoord de hij dat er inderdaad 'job-descriptions' moeten komen. Een nog niet nader gedetermineerde Amerikaan zag voor de moderne archivaris als belangrijkste rol ten aanzien van de moderne informatie, de herbe vestiging van de provenance en echtheid van die in formatie (denk aan databases, electronic mail en dergelijke). Net zoals Mykland vond hij ook dat ar chivarissen dienen te zorgen voor betrouwbare in formatie voor het publiek. De waardering van ar chieven blijkt niet alleen uit de informatiewaarde (wetenschappelijke waarde), maar ook steeds meer ...De voorzitter van de Koninklijke van, Yvonne Bos-Rops, als secretaris tijdens de tweede plenaire ses sie. De interventies bij de lezing van Leopold Auer moesten door haar direct verwerkt en gestructureerd worden uit de bewijswaarde, vooral in het geval van mo derne informatiedragers. Archivarissen moeten letten op de veranderende vorm van de electroni- sche documenten, maar ook de afbraak van de grenzen tussen de verschillende disciplines van in formatiebeheerders (bijvoorbeeld archieven en bi bliotheken). Angelika Menne-Haritz zou daar la ter ook op ingaan en pleiten om in het archiefon- derwijs meer aandacht te besteden aan analyse en begrip van de kontekst waarin moderne archieven ontstaan en worden gebruikt. Maar ook vond hij dat archivarissen alert moe ten zijn op het feit dat de archieffunctie en archie ven niet ten ondergaan in een zee van electronische informatie (dus niet het blije Omslag in Opslag- model'). César Gutierrez Munoz uit Peru besprak de positie van de universiteitsarchivarissen en L.I. Mwangi uit Kenya deed dat voor de archivarissen van rege ringen die naar zijn mening een speciale verant woordelijkheid hebben in de maatschappij. Peter Dusek, hoofd van het archief van de Oos tenrijkse omroep, hield onvoorzien een lezing voor iemand die niet opkwam dagen. Dat is het onder werp ten goede gekomen, omdat Dusek weet waar [224] hij over spreekt en dat ook redelijk provocerend deed. Tussen de 'traditionele' en de media-archie ven ligt nog altijd een grote lacune. De nieuwe, met name de audio-visuele archieven liggen nog bij de archiefdiensten op de stoep, terwijl in de leeszaal de onderzoekers er al om vragen. Bij de ar- chiefscholen komt men ook niet of nauwelijks toe aan de nieuwe media van de twintigste eeuw, ter wijl we al bijna in de 21 e eeuw zijn. De grote hoe veelheid, de vergankelijkheid, de kwestie van het auteursrecht en de andere benaderingen voor ont sluiting en beschikbaarstelling en de verhouding tussen producenten en beheerders en de snelle technologische ontwikkelingen - al deze zaken vra gen om een meer dan marginale behandeling van de kant van de archieven. Hij illustreerde een en ander aan de hand van zijn eigen archief. Het is duidelijk: deze problemen bestaan reeds en het wordt tijd er iets gestructureerds aan te doen. Ook attendeerde Dusek zijn gehoor erop dat men niet bang hoeft te zijn geheel onverkend terrein te moe ten gaan betreden: bij tenminste drie zusterogani- saties kan men zich zonder enige moeite oriënte ren. Al wat nodig is, is de wil tot samenwerking. Aandacht van een Nederlands-Belgische groep congressisten voor de lezing van Kent Haworth. Van links naar rechts: Robert Egeter van Kuyk, Tom Bos, Corrie Christine van der V/oude, Bert Kölker, Inge Schoups Bij de interventies sloot de directeur van het Insti tute for Black Culture te New York hier op aan. Geheel terecht noemde hij de 'distorted view on history' zoals door de tv-reportages gegeven. De re aliteit van vandaag gaat verloren. Met name de minderheden worden te weinig gehoord. Maar de ze conclusie is gemakkelijk te verbreden tot de be richtgeving van de nieuwsmedia in de wereld in zijn algemeenheid, die, vanuit een subjectief per spectief, maar een beperkt deel van de werkelijk heid weergeven. Al na één dag blijken de beperkingen van dit mon stercongres. Het zitten in de gigantische zaal is al leen aantrekkelijk dichtbij het podium, anders moet je het doen met onscherp geprojecteerde beelden op een scherm. Deze techniek heeft ook weer de consequentie dat je in duisternis zit en daarmee teksten moeilijk kan lezen noch makke lijk aantekeningen kan maken. En wie dacht met zijn talenkennis het zonder simultaanvertaler te kunnen doen, kwam bedrogen uit, althans wie niet naast Frans, Engels en Duits ook Italiaans, Spaans en Russisch vlot spreekt. Maar niet het minst van wege de native speakers in het Frans of Engels die duidelijk niet zijn gevraagd vanwege hun articula tie of duidelijke presentatie. Om nog maar niet te spreken over de meeste franstalige Canadezen die met hun nasale uitspraak en een keur aan eigen woorden zelfs de Franse congresbezoekers in pro- [225]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 4