Verenigingsnieuws
In memoriam
Korneel Slootmans 1900-1992
Op 29 februari 1992 overleed op hoge leeftijd Kor
neel Slootmans, oud-gemeentearchivaris van Ber
gen op Zoom, Cornelis Johannes Fransciscus
Slootmans (in het dagelijkse leven Cor, sinds 1951
schrijversnaam doorgaans Korneel) werd geboren
te Bergen op Zoom op 16 juli 1900 als zoon van de
schoenmaker/winkelier Petrus Cornelis Sloot
mans en zijn echtgenote Anna Cornelia Aarts. De
jonge Slootmans zocht aanvankelijk een loopbaan
in het onderwijs. De LO-akte behaalde hij in 1919;
reeds per 1 juni van dat jaar werd hij als onderwij
zer verbonden aan de rk jongensschool Sint Fran-
ciscus te Bergen op Zoom, die onder leiding stond
van de Broeders van F-Iuijbergen. Hij huwde op 8
augustus 1927 te Bergen op Zoom met de Bergse
Pieternella Roem (geboren 1898), dochter van Ja
cobus Roem, houtbewerker, en Johanna Maria van
Egeraat. Het huwelijk bleefkinderloos.
In 1921 begon Slootmans een studie voor de
middelbare akte geschiedenis aan de rk Leergan
gen te Tilburg. De lessen moest hij in de week
einden volgen; uiteindelijk behaalde hij op 2 okto
ber 1936 de akte. De MO-studie wekte bij de jonge
onderwijzer interesse voor de plaatselijke en regio
nale geschiedenis. Zijn eerste publikatie, versche
nen in 1922 in het Jaarboek voor de studenten aan
de r.k. Leergangen te Tilburgbetrof'De bevrijding
van Noord-Brabant in 1813'. Vanaf 1924 ging
hij, voornamelijk in dagbladen, artikelen schrijven
over historische onderwerpen betreffende Bergen
op Zoom. Hierdoor maakte hij ken-nis met de ar
chieven als bronnen van de geschiedenis.
[286]
Archivaris
Zijn benoeming als archivaris in april 1930 bete
kende voor de gemeente Bergen op Zoom in feite
een bezuiniging, want zodoende kon men zonder
financiële problemen de vacature vervullen, die
sinds 1924 bestond door het ontslag van de toen
malige functionaris. De ambtelijke diensttijd
moest als een nevenbetrekking worden vervuld
naast de dagtaak als onderwijzer en de studie aan
de Leergangen. Toen hij aantrad als 'assistent van
de gemeentearchivaris belast met archiefzaken',
trof hij de archieven aan in enige vertrekken op de
bovenverdieping van het gemeentehuis. Zijn eer
ste zorg bestond in het enigszins op orde brengen
van de stukken, daterende van 1814 tot 1925.
Daarna kon hij de materiële verzorging op zich
nemen van de reeds door vroegere archiefbeheer
ders geordende archiefbestanddelen. Slootmans
zag aan het einde van zijn loopbaan niet met on
verdeeld genoegen terug op het dikwijls verplaat
sen van archiefstukken binnen de bestaande be
waarplaats.
Toch slaagde hij erin, één van de primaire taken
van de gemeentelijke archiefzorg te realiseren: de
archieven onderbrengen in een brandvrij archief
gebouw. De jonge archivaris gaf dus blijk van
het nodige doorzettingsvermogen en overredings
kracht. De bouw van het archief vond midden in
een economische crisis (1934-193 5) plaats. Dathet
gemeentebestuur kon worden overgehaald om een
brandvrije archiefbewaarplaats te laten bouwen,
had Slootmans mede te danken aan de ruggesteun
van de geschiedkundige Kring 'Het Markiezaat
van Bergen op Zoom', onder voorzitterschap van ir
A. Juten.
Na de opening van het archiefgebouw op 12 no
vember 1935 moest voor de gemeente Bergen op
Zoom noodzakelijkerwijze een tweede voorwaarde
voor een goed beheer van de archivalia vervuld
worden: de benoeming van een gemeentearchivaris
in vaste dienst. Maar dat zat er voorlopig nog niet
in, ondanks het feit, dat Slootmans in juli 1936 het
diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar
had behaald en in het volgende jaar zijn studie voor
m o-geschiedenis met succes bekroonde. Zijn be
noeming tot 'gemeentearchivaris' in 1937 behelsde
nog steeds een 'nevenfunctie' (wij zouden zeggen
deeltijdfunctie) van niet meer dan 10 uur per week.
Noodgedwongen bleef Slootmans dus onderwijzer
totdat hij eindelijk met ingang van 1 januari 1941
een volledige functie als gemeentearchivaris kreeg.
Tien jaren stille ambtelijke strijd waren gestreden.
Kort na zijn definitieve benoeming keerden de
(sinds de vorige eeuw aan het beheer van de ge
meente Bergen op Zoom onttrokken) rechterlijke
en notariële archieven en de doop-, trouw- en be-
graafregisters uit de rijksarchiefbewaarplaats terug.
Het was ongetwijfeld aan de reputatie van Sloot
mans als publicist te danken, dat ook de archieven
van de Raad en Rekenkamer van de markiezen van
Bergen op Zoom in 1948 in blijvende bewaring
werden verkregen.
De archivaris kreeg tijdens de Tweede Wereld
oorlogvoor het eerst een assistent, C. van de Wate
ring. Toen deze elders een functie vond volgde
mej. L. Smits hem op, die in de tijd tot aan zijn
pensionering de enige gediplomeerde assistent van
het gemeentearchief is gebleven. De benoeming
van Slootmans tot secretaris van de gemeentelijke
tentoonstellingscommissie en zijn toezicht op het
gemeentemuseum slokten echter wederom een
flink deel van de werktijd op. Hij klaagt in zijn
'herinneringen' over het feit, dat hij hierdoor aan
zijn feitelijke taken zo weinig toekwam. Wegens
het vele administratieve bijwerk en het toenemen
de aantal bezoekers had zijn assistente eveneens
een drukke dagtaak. De uitbouw van het perso
neelsbestand bleef verder beperkt tot één wsw-
kracht. In dit opzicht stokte de ontwikkeling tot
een volwaardige archiefdienst te Bergen op Zoom
nog jarenlang. Waarschijnlijk terecht stelde Sloot
mans, dat zijn goede fysieke gezondheid en het
ontbreken van een gezin met kinderen, waardoor
hij overschot aan vrije tijd had, hem in de gelegen
heid hadden gesteld ook de perioden van grote
werkdruk te doorstaan.
Ambtelijke
en maatschappelijke loopbaan
De carrière van Slootmans is opvallend en wijkt
nogal af van wat men van een archivaris gewend is.
Reeds de studerende onderwijzer/archivaris vond
tijd voor een aantal nevenfuncties. In 1932 werd
[287]