1 Het kader In oktober 1986 werd, voortvloeiend uit een ini tiatief van de Gemeentelijke Archiefdienst van Roosendaal en Nispen, een rapport aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders waarin op uitvoerige en gederailleerde wijze werd ingegaan op de problematiek van de post- en archiefzaken binnen het gemeentelijke en streekgewestelijke ap paraat. Het rapport was samengesteld door een commissie bestaande uit leden van het in Roosen daal opererende Beraad Chefs Interne Zaken en het bureau Personeelsontwikkeling. De gemeentear chivaris, als voorzitter van het genoemde Beraad, nam in deze commissie een prominente positie in. In het rapport werd een inventarisatie opgeno men van het dan vigerende post- en archiefbeheer, de wensen ten aanzien van een nieuwe, efficiëntere vorm van post- en archiefbeheer en vooral de wijze waarop de aldus geformuleerde doelstellingen konden worden gerealiseerd. Grondslag van het uitgevoerd onderzoek vorm de een uitgebreide enquête, waarin kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met betrekking tot de dy namische en de semi-statische archivering werden vastgelegd. Naast vele andere gegevens werd vast gesteld dat de totale omvang van de hoeveelheid dynamische archiefbescheiden bij de gemeente en het streekgewest 625 m' omvatten, terwijl de hoe veelheid semi-statische archiefstukken 2404 m1 bedroeg. De jaarlijkse toename werd gesteld op 104 m' voor de dynamische archiefbestanden en 79 m1 voorde semi-statische archivalia (Tabel). Een andere belangrijke constatering was dat het door het hele apparaat heen in de meeste gevallen ontbrak aan een duidelijke scheiding tussen dyna mische en semi-statisch archiefstukken. Ook werd vastgesteld dat slechts in beperkte mate werd vol daan aan de bepalingen van de Archiefwet 1962 waar het de overbrenging van archiefbestanden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats betrof, terwijl selectie en vernietiging slechts incidenteel Tabel Kwantitatieve gegevens van de dynamische en semi-statische archive ring bij de gemeente Roosendaal en Nispen en het Streekgewest Weste lijk Noord-Brabant, aangeduid in strekkende meters, 1986 juni categorie 1 2 3 4 5 6 7 Totaal dynamische 93 210 64 44 81 57 76 625 archiefbestanden semi-statische 545 560 210 500 310 160 119 2404 archiefbestanden jaarlijkse groei dynamische 19 25 18 5 9 12 16 104 archiefbestanden jaarlijkse groei semi-statische 15 7 5 30 5 6 11 79 archiefbestanden 1 Secretarie 2 Dienst Stadsontwikkeling 3 Dienst Gemeentewerken en Gemeentelijk Woningbedrijf 4 Gemeentelijk Energie-en Waterleidingbedrijf 5 Sociale Dienst 6 Gemeentepolitie 7 Overige diensten [264] plaatsvonden. In veel gevallen bevatten de dynami sche archieven ook bescheiden ouder dan vijftig jaar, die daarom al openbaar hadden moeten zijn. Voorts werd een grote verstrengeling geconstateerd van de archieven van verscheidene diensten. Er was in ernstige mate sprake van verstoring van de 'oude orde'. Het secretariearchief vormde op dit alles van af 1976 een positieve uitzondering. De kwantitatieve gegevens wezen tevens uit dat de opslagruimte voor dynamische archiefbestan den grotendeels was benut, terwijl een zeer hoge bezettingsgraad eveneens voor de nodige proble men verantwoordelijk was. Ruimtegebrek voor se mi-statische archiefberging werd evenzeer vast gesteld. De toegankelijkheid van de archieven liet danig te wensen over, vooral daar waar dossierin ventarissen ontbraken. Van een systematische af voer vanuit de dynamische naar de semi-statische archiefbestanden was te weinig sprake, waardoor de 'berg' semi-statische archivalia ongestructu reerd bleef aangroeien, dit wederom met uitzonde ring van het secretarie-archief. Van enige vorm van beschrijvende inventarisatie was geen sprake. In het hierboven gemelde rapport deed de ge meentearchivaris het college van burgemeester en wethouders een aantal aanbevelingen om in deze verontrustende situatie verandering te brengen. Hij adviseerde onder meer een tweetal nazorgamb tenaren aan te stellen, deel uitmakend van de zo genaamde 'Vliegende Brigade', met als taakstellin gen de tenuitvoerlegging van caesuren in de dyna mische archiefbestanden van de gemeentelijke en streekgewestelijke diensten en de selectie, de ver nietiging en de beschrijvende inventarisatie van de vóór de caesuren daterende archiefstukken. De he le operatie zou moeten worden uitgevoerd onder leiding van de gemeentelijke archiefinspecteur. Met de caesurering werd het tot stilstand brengen van de ongecontroleerde groei van de semi-stati sche archivalia beoogd. Immers, mede door de op handen zijnde bekorting van de overdrachtster- mijn van vijftig naar twintig jaar zouden de ach terstanden in de nazorg op slag verdrievoudigd zijn. Het college kwam de archivaris slechts gedeelte lijk tegemoet. Per 1 oktober 1987 werd één nazorg ambtenaar aangetrokken, die feitelijk belast werd met de uitvoering van de hierboven omschreven taakstellingen. Volgens de normen die in het regi stratuurrapport werden gehanteerd, zou deze amb tenaar gedurende vier kalenderjaren belast zijn met de uitvoering van de caesurering, waarna ruim vijf tig mensjaren voor selectie, vernietiging en be schrijvende inventarisatie benodigd zouden zijn. Uitgangspunt daarbij vormde het ervaringsgege ven dat een full-time kracht gedurende één maand gemiddeld vijf strekkende meter archief zou kun nen bewerken, uitgaande van de traditionele wijze van beschrijvend inventariseren.1 Ruim vier jaar na de indiensttreding van de na zorgambtenaar is het vanuit meerdere aspecten be zien interessant na te gaan of en zo ja op welke wij ze de in het genoemde registratuurrapport gefor muleerde doelstellingen feitelijk zijn gerealiseerd, welke hindernissen zijn ondervonden en welke aanbevelingen gedaan kunnen worden bij het in de toekomst uitvoeren van dergelijke omvangrijke projecten. 2 De uitvoering In het kader van een gestructureerde aanpak van de archieven van de gemeentelijke en streekgeweste lijke diensten werd op voorstel van de gemeentear chivaris in eerste instantie gekozen voor caesure ring van de archieven, opdat de archiefvorming vanuit een nieuw vertrekpunt kon worden gestart. In samenspraak met de chefs van de afdelingen In terne Zaken van de verschillende diensten werd de volgorde van de uit te voeren activiteiten bepaald door de hoogte van de nood. Gedurende de periode oktober 1987-februari 1988 werden de archieven van de dienst Gemeentewer ken en van het Gemeentelijk Woningbedrijf ge- caesureerd. Zij vormden de meest problematische archieven: geen scheiding tussen dynamische en semi-statische archiefbescheiden, geen periodieke vernietiging, geen (betrouwbare) dossierinventa ris. De semi-statische bescheiden uit het archief blok in de archiefruimte van de dienst werden van de dynamische stukken afgezonderd en, voorzien van een neveningang, in een afzonderlijke nume rieke volgorde in de archiefkelder van het stads- [265]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 24