De charters hebben de dienstaante-
kening: 'Quadruplicata'.
19 Prevenier en Smit, Dagvaarten i, 2
nr 1193 rubrieke. De vermelding
van 'seker hantvesten' op p. 706; dat
het geld bestemd was voor huursol
daten blijkt uit een post in de Haar
lemse tresoriersrekening, geciteerd
op p. 707. Een hierna volgend char
tervan 8 januari 1428, waarin Filips
aan de ridderschap en steden be
looft geen delen van het graafschap
te verkopen of vervreemden (Pre
venier en Smit, Dagvaarten 1, 2 nr
1194 onder e)is slechts een aanvul
ling op de oorkonde van 19 decem
ber en kan niet het handvest ter
waarde van 75 000 schilden zijn, zo
als verondersteld is (Th. van
Riemsdijk, De tresorie en kanselarij
van de graven van Holland en Zee
land uit het Henegouwsche en Beyer-
schehuisljs-Gravenhage 1908), 317
en noot 4; J. A. M.Y Bos-Rops, 'Van
incidentele gunst tot jaarlijkse be
lasting: de bede in het vijftiende-
eeuwseHolland', in: J.Th. de
Smidte.a., red. Fiscaliteit in Neder
land. 7 0 jaar Belastingmuseum 'Prof.
Dr. Van der Poel' (Zutphen/Deven
ter 1987) 21-32; 26).
20 Prevenier en Smit, Dagvaarten 1, 2
nr 148; Brokken, Ontstaan, 614.
21 ga Haarlem, Inventaris Enschedé 1,
115.
22 Prevenier en Smit, Dagvaarten 1, 2
nr 1204 e, ga Haarlem, Inv. En
schedé 1,117; Van Mieris, Groot
charterboekw, 917.
23 Prevenier en Smit, Dagvaartem, 2
nr 1209 r, ga Haarlem, Inv. En
schedé 1,118.
24 Prevenier en Smit, Dagvaarten 1, 2
nr 1282 e.
2 5 Zie de inventarissen van de oud
archieven van de steden. De ver
melding voor Haarlem in razh,
agh 272, lettercccc. Een vidimus
van de magistraat van Monnicken-
dam uit 1447 is gedrukt in de uitga
ve van de handvesten van die stad
(1613). De tekst is verder overgele
verd in een Hoorns en een Medem-
bliks privilegeboek (ub Leiden,
BPL2814, f. 41V-43; GAMedem-
blik, Oud-archief 20). De tekst is in
vele handvesten-uitgaven gedrukt.
26 razh, Staten van Holland vóór
1572, 26 (regest 49). De steden be
stelden wel bij de grafelijke secreta
rissen gewaarmerkte afschriften
(onder andere Streekarchief Water
land, Oud-archief van Edam 33, en
blijkens vijftiende-eeuwse afschrif
ten in de privilegeboeken van Am
sterdam (Privilegeboek 1 f. 15 jv) en
Alkmaar (Stadsarchief 20 f. 61 v).
27 Meilink, Archieven, 14-15. De op
eising: razh, Abdij Rijnsburg 122.
28 De tekst van een van de privileges is
alleen in een akte van bevestiging
uit 1480overgeleverd (razh, Sta
ten 31regest 31), van zes andere al
leen in razh, agh 239 en in de
privilegeboeken van Delft, Amster
dam, Rotterdam en Hoorn (ga
Delft, Oud-archief 147 f. 44-56;
ga Amsterdam, Privilegeboek 1
f. 40-50; ga Rotterdam, Oud-ar
chief 683 f. 59-68; ga Hoorn, Oud
archief 118 f. 16-25V). Een zeven
tiende charter van dezelfde datum
was alleen voor vier van de hoofd
steden bestemd en is dus geen 'Sta
ten'- maar een 'steden'-charter
(razh, Staten 39, regest 34). Dat
het een afzonderlijk stuk is, blijkt
ook uit het feit dat de tekst niet
voorkomt onder de afschriften in
de privilegeboeken.
29 ga Rotterdam, Oud-archief 68 3
f. 59-68; ga Hoorn, Oud-archief
118 f. 16-25V. Beide katernen zijn
hier ingebonden in een privilege
boek, maar duidelijk herkenbaar.
Een derde gewaarmerkt katern
wordt bewaard onder agh 239. Als
dit uit stedelijk bezit afkomstig is,
zou het van Haarlem geweest kun
nen zijn, waarvan de charters zoals
vermeld in 1492 geconfiskeerd wa
ren. Amsterdam tenslotte zal ook
een katern hebben gehad, want de
teksten zijn in dezelfde vaste volg
orde circa 1472-1477 afgeschreven
in het oudste Privilegeboek I.
30 ga Haarlem, Tresoriersrek. 1462-
1463, f. 16. In mei was al met de be
handeling van de klachten begon
nen (razh, Ambtenaren Centraal
Bestuur 74).
31 ga Leiden, sai 528 f. 56V, 59V, 61;
vgl. 527 f. 67 dd. 28 september; ga
Haarlem, Tresoriersrek. 1462-
1463, f. I7v!i8v; razh, Rek.Rek.
163, f. 106,197V. Van de charters
zijn drie originelen bewaard geble
ven en één gelijktijdig gewaarmerkt
afschrift (Meilink, Archieven, reges
ten 45-48). Er moeten echter meer
handvesten zijn verleend, getuige
de twee gewaarmerkte katernen
met franse en nederlandse teksten
die zijn ingebonden in het Amster
damse Privilegeboek 1. Ook de
privileges van 1452 zijn geanteda
teerd. De oorspronkelijke oorkon
den waren door ridderschap en ste
den 'gereformeert ende gecorri-
giert' en daarna ter bezegeling aan
de graaf voorgelegd. De kosten van
de reis naar de vorst werden door de
steden gedeeld (ga Leiden, sa i
523, f. 6ov, 62V, 63V, 88v; 381, f. 25;
razh, Rek.Rek. 154, f. 102,143).
32 GALeiden, sa 1 527, f. 66v; Mei
link, Archieven, I5;P.A. Meilink,
'Archieven van de Staten van Hol
land vóór 1572. Aanvulling', in: In
ventarissen van Rijks- en andere ar-
chieveniv (1931), 159 noot 1.
33 GALeiden, sa 1 549, f. 99-99V; ga
Haarlem, Tresoriersrek. 1473-
1474, f. 54. Gewaarmerkte vertalin-
[260]
gen ga Leiden, sa 1 nrs 191 en 901,
reg. 847 en 848, en ga Gouda,
Oud-archief van de stad 1110, reg.
182. Haarlem heeft ook voor ko
pieën betaald, maar ze niet bewaard
(ga Haarlem, Tresoriersrek. 1473-
1474, f. 53v). In het Staten-archief
berusten twee in het frans ('waals')
gestelde originelen (nrs. 22 en 27;
regesten 61-62). Van drie privileges
is nu de tekst bekend. Alleen van
het vierde, dat betreffende de lom
barden, is de tekst niet overgele
verd. In dit verband is het opmer
kelijk dat de Haarlemse bron dit
privilege niet vermeldt.
34 In de perioden dat het Hollandse
platteland onveilig was, zoals bij de
Hoekse en Kabeljauwse twisten in
de jaren 1350-13 51 en 1425-1428,
kwamen de vorst en zijn 'Staten'
niet in Den Haag maar binnen de
muren van Delft, Leiden of een van
de andere Hollandse steden bijeen
(vergelijk het bronnenmateriaal in
Prevenier en Smit, Dagvaartem, 2).
3 5 ga Leiden, sa i 549, f. 67V. Be
doeld handvest is niet bekend.
36GALeiden, sa i 527, f. 6yv, 68; 528,
f. 59V, 90V. Van beheer van de gel
den voor de Rijksacht door Delft is
al in de jaren '50 sprake.
37 A. G. Jongkees, 'Het Groot Privile
ge van Holland en Zeeland 14
maart 1477)', in: M.-A. Arnould,
W. P. Blockmans e.a., 1477. Het al
gemene en de gewestelijke privilegiën
van Maria van Bourgondië voor de
Nederlanden (Kortrijk-Heule
1985), 145-234; gewijzigd her
drukt, maar zonder de tekstuitgave,
inE. O. van derWerffe.a., red.,
Burgundica et Varia. Keuze uit de
verspreide opstellen van prof. drA. G.
Jongkees(Hilversum 1990), 25 5-
301.
38 GALeiden, sa i 95 (reg. 892).
Druk: E van Mieris, Handves
tender stad Ley den (Leiden
1759). 63.
39 sa Dordrecht, Oud-archief van de
stadl 27 (reg. 446).
40 GALeiden, sai 196 (reg. 914).
41 GALeiden, sai 904 (reg. 916).
42 Meilink, Archieven, 15-16.
43 GAAmsterdam, IJzeren Kapel la
de 1Een midden zestiende-eeuws
afschrift, gewaarmerkt door de
stadssecretaris, in ibidem, Privile
geboek if. 176-18 iv. Andere zes-
tiende-eeuwse afschriften in de ar
chieven van Haarlem, Leiden,
Hoorn en de Staten. Druk: C. Cau,
S. van Leeuwen e.a., eds., Groot
Placaet-boeck(9 dln. 's-Graven
hage 1658-1796) iv, 3; H. Noord-
kerk, Handvestender stadAm-
stelredam (2 dln. Amsterdam 1748),
186.
44 GALeiden, sai 382, f. 446V. Het is
ook mogelijk dat Leiden op een ge
waarmerkt afschrift van een privile
ge doelt. De stad bestelde vaak der
gelijke stukken.
45 Op 27 april was de president door
Delft ontvangen en van wijn voor
zien (ga Delft, Oud-archief 1678,
tresoriersrek. 1564-1565, f. 52).
Dit, en het gegeven dat er geen
Delftse reis op die datum naar Den
Haag wordt vermeld, wijst erop dat
de vidimering in Delft heeft plaats
gevonden.
46 De laatste gedrukte resolutie van
vóór mei dateert van 1 o januari. In
de tussentijd zijn er wel dagvaarten
gehouden (bron: tresoriersrekening
van Leiden), maar daarbij wordt
het onderwerp van de privileges
niet vermeld.
47 In Nederlandsch Archievenblad 37
(1929-1930), 162-172, i.h.b.
168.
48 a ra, Archief Centrale Directie 98,
genummerd b 449, en 100, genum
merd B 116; razh, E-Correspon-
dentie E 268 F/Bi dd. 24 december
1958.
49 Meilink, Archieven, nrs. 16 en 22
(reg. 65 en 57) ga Delft, Oud-
archiefl nrs. 1638 en 1643; razh,
E-correspondentie 388, dd. juli-
september 1980, E 262 dd. 9 maart
1981. Bovendien bleek uit eigen
tijdse referenties hoe de steden de
bewaring geregeld wilden hebben
(zie hiervóór), waar drs Rozemond
en de om advies gevraagde prof.
Jongkees terecht aan refereerden.
Laatstgenoemde wees er ook op dat
de steden voor hun eigen exempla
ren van het Groot privilege hebben
betaald.
50 ga Delft, Oud-archief 1,95. Dat
het stuk aan het eind van de vijf
tiende eeuw in Vlaardingen berust
te, wordt vermeld in een aanteke
ning onder een afschrift van de
tekst in het oudste Delftse privile
geboek (ga Delft, Oud-archief 1,
47 f. 76v). Een ouder afschrift (al
daar f. 26V-27) heeft deze aanteke
ning niet. Druk: Van Mieris, Groot
charterboeku, 803; Prevenier en
Smit, Dagvaarten 1, 2 nr 156.
51 ga Haarlem, Inv. Enschedé 1, 84,
85 en 86; Prevenier en Smit, Dag
vaarten 1, 2 nrs 8 3 2 en 8 51onder e,
dd. 11 november I4i6en 2januari
1418.
52 ga Gouda, Oud-archief van de
stad, 971 (reg. 92). Vergelijk Pre
venier en Smit, Dagvaarten 1, 2, p.
524en 532.
53 ga Haarlem, Inv. Enschedé 1,151.
54 ga Haarlem, Inv. Enschedé 1, 935.
De tekst is in het frans (met de
dienstaantekening: 'duplicata').
Het Dordtse Keur- en handvesten-
boek 4 heeft een afschrift in het ne-
derlands (f. 56).
55 ga Haarlem, Inv. Enschedé 1,171.
56 Een gelijktijdig afschrift in een der
registers van de Rekenkamer
[261]