SÊÊÊÊÊÊ heden het archiefbeheer ter secretarie dreigde vast te lopen: men raakte onder zijn eigen archieven bedolven en kon er niet goed meer mee werken. Zoals overal elders is men toen ook hier de fout gaan zoeken bij het indicateurstelsel in plaats van bij de gebrekkige wijze, waarop het werd toege past. Ook hier heeft men het indicateurstelsel zonder veel bedenkingen afgezworen en het dos sierstelsel van de vng als de enige goede oplos sing beschouwd. Het initiatief is vermoedelijk uitgegaan van het Gemeentelijk Bureau voor Or ganisatie en Efficiency, kortweg o&e genoemd. Dit bureau o&E was in 1939 opgericht als een voortzetting van de reeds langer bestaande ge meentelijke bezuinigingsinpectie. Zijn taak was het uitbrengen van adviezen over de organisatie, nieuwe projecten en aanschaffingen bij de dien sten en bedrijven. Aan het hoofd stond een inge nieur en de medewerkers waren merendeels ook ingenieurs; geen lieden dus, van wie men kan ver wachten, dat zij van huis uit een speciale belang stelling voor, en verstand van, archiefkwesties hebben. Dat zij zich toch daarop hebben gewor pen, lijkt mij een vrij duidelijk gevolg van de toenmalige tijdsomstandigheden: in het jaar van de oprichting van het bureau brak namelijk de oorlog uit, in 1940 gevolgd door de Duitse bezet ting en dat betekende, dat er voor een bureau voor organisatie weinig werk meer aan de winkel was. Van nieuwe gemeentelijke projecten was geen sprake, men hield de zaken draaiende zo goed en zo kwaad als het ging. U begrijpt wat ik zeggen wil: het bureau van o&E is zich in de be zettingstijd onledig gaan houden met het pro bleem van de archieforganisatie, omdat er niets beters te organiseren viel. Het is op zichzelf een merkwaardig trekje uit het ambtelijk leven en streven in de bezettingsja ren: te midden van jodenvervolging, onderdruk- Het (oude) stadhuis, ongeveer 1930. Foto: Gemeen te archief Amsterdam king en terreur zocht men ten stadhuize in Am sterdam zijn geestelijk evenwicht te handhaven door zich te bekeren tot de zaaksgewijze archief ordening van de vng! Twee dingen stonden daarbij op de voorgrond: het bureau van o&e wilde met de vng in zee gaan, maar de heer Noordenbos wilde slechts ad viserend optreden en het eigenlijke werk aan Amsterdam overlaten, waarbij de voorbereiding moest worden opgedragen (hoe kon het anders) aan een commissie. Het werd 1 september 1944, voordat deze commissie bij besluit van de burge meester werd ingesteld. De considerans van het besluit luidde, vrij laconiek, 'dat het gewenst was het registratuurstelsel van de gemeentesecretarie te wijzigen'. De commissie bestond uit het hoofd van het bureau van o &e en twee secretarieambte naren en kreeg opdracht de nodige voorstellen tot reorganisatie van de secretariearchieven uit te werken. Het is typerend voor de toenmalige gang van zaken, dat de gemeentearchivaris er buiten bleef en zelf geheel onkundig werd gelaten van wat er op til was. En als men nog zou willen vra gen, of de archivaris dan niet zelf had moeten zor gen op de hoogte te blijven van wat er ten stad huize gaande was, moeten wij maar bedenken, dat iedereen in de herfst van 1944 wel andere din gen aan zijn hoofd had. Behalve dan de commis sie die onvervaard aan het werk toog alsof de af loop van de oorlog ervan afhing en in de allengs losbarstende hongerwinter haar troost zocht in de samenstelling van twee lijvige rapporten. Het moet bij kaarslicht en noodkacheltjes en met knorrende magen gebeurd zijn, maar in maart en april 1945 lagen de rapporten bij de burgemeester op tafel. De inhoud ervan moge ik u kortheids halve besparen om mij te bepalen tot het resul taat, namelijk het besluit van b&w van 6 juli 1945 om bij de secretarie het dossierstelsel van de vng in te voeren. De uitvoerende werkzaamhe den werden opgedragen aan o&E, dat in een later stadium plaats zou maken voor een documenta- tiebureau, dat met de leiding van de registratuur der secretarie werd belast. En dan blijkt opeens, dat men ter elfder ure ook nog aan de gemeente archivaris heeft gedacht. Misschien kwam het door de bevrijdingsroes van 1945, die immers met zoveel goede voornemens gepaard ging, maar in elk geval werd nu voor de uitvoering van de reor ganisatie overleg met de gemeentearchivaris voor geschreven. De archivaris en het 'nieuwe stelsel' Dit overleg heeft kort daarna inderdaad plaats ge vonden en het was bepaald niet van aangename aard. In de kamer van de archivaris, mr le Cosquino de Bussy, had een stormachtig onderhoud plaats met de gemeentesecretaris en het hoofd van o&E, waarbij de heer De Bussy zich erover beklaagde, dat hij voor een fait accompli was gesteld en met de be langen van de archiefdienst geen rekening was ge houden. De nieuwe regeling beoogde onder andere de vorming van een centraal secretariearchief als onderdeel van het documentatiebureau, dat de se cretariearchieven sedert 1928 zou omvatten, waar van de overbrenging naar de archiefdienst wegens ruimtegebrek was uitgesteld. Dit was dus een in breuk op de bestaande regeling van de overbren ging, waarbij geheel in het midden bleef hoe lang dat centraal secretariearchief de stukken nog zou behouden en wat men er mee ging doen: misschien omwerken, misschien ten dele vernietigen, de uit latingen van de zijde van o&e lieten hier alles te denken. De heer De Bussy heeft hier getracht te redden wat nog te redden viel en de heren van o&E heb ben toen wel begrepen, dat zij een blunder had den begaan door de archivaris tot het laatst toe er buiten te laten. Maar het kwaad was nu eenmaal geschied: in 1945 was op de secretarie het dossier stelsel ingevoerd zonder medeweten van de archi varis. Van een geregeld contact tussen het nieuwe documentatiebureau van de secretarie en de ar chiefdienst was na 1945 voorlopig nog geen spra ke; het gebeurde allemaal nog buiten de archivaris om. Intussen kwamen wij wel te weten, dat op dat documentatiebureau ideeën heersten, die met on ze beginselen niet te rijmen waren. Zo had het bu reau een handleiding voor de registratoren samen gesteld, waarin onder andere het uitdunnen van archieven werd aanbevolen zonder dat daarbij werd gewezen op de wettelijke voorschriften daar- [i53]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 7