maar mijn eigen gang kan blijven gaan'. Haast in
geen enkel geval wordt vanuit een conceptuele be
nadering door de archivaris op actieve wijze mee
gewerkt aan integratie van het gemeentearchief in
andere delen van het gemeentelijk apparaat. Ook
omgekeerd valt het op dat degenen die een reorga
nisatie initiëren en begeleiden, geen van te voren
uitgewerkt concept hebben met betrekking tot de
plaats van het gemeentearchief. In enkele gevallen
heeft dit zelfs tot gevolg gehad dat het gemeentear
chief in het nieuwe organisatieschema is vergeten
of bewust is weggelaten om het gestroomlijnde
plaatje niet te laten ontsieren door een nog los
rondvliegende archivaris.
Hoewel tijdens en na reorganisaties slechts in
enkele gevallen ernstige conflictsituaties zijn ont
staan, lijkt het ons wel toe dat er over de hele linie
genomen te weinig gebruik is gemaakt van de aan
geboden of latent aanwezige mogelijkheden in in
tegratiemodellen. Het ontbreken van een duidelij
ke visie op de plaats van het archief in de gemeente
lijke organisatie is hier ons inziens duidelijk debet
aan. Voor de meeste archivarissen mag de aanwe
zigheid van een gemeentearchief een vanzelfspre
kendheid zijn, over de plaats van het archief in de
organisatie lopen de meningen sterk uiteen. Het is
meestal pragmatisme, voortkomend uit de drang
om zo zelfstandig mogelijk te blijven, dat de archi
varis leidt in zijn reorganisatie-avontuur.
Wanneer men het standpunt huldigt dat het ar
chief in eerste instantie opereert in het verlengde
van de gemeentelijke administratie - en de cultuur-
taak hiervan een afgeleide is -, dan is de verbinding
Schema 2 Gereorganiseerde archieven: cultuur of administratie
Behorend tot een cultuurdienst Behorend tot een administratieve
of -sector dienst of sector
(cultuur, welzijn, sport, recreatie) (bestuursdienst, interne zaken)
Archieven in gemeenten Vlissingen Barneveld
tot 50 000 inwoners Zutphen Gorinchem
Harderwijk
Kampen
Naarden
Rheden
Roermond
Wageningen
Wijk bij Duurstede
Archieven in gemeenten
van 50 001-100 000 inwoners
Delft
Leeuwarden
Schiedam
Vlaardingen
Assen
Den Bosch
Heerlen
Roosendaal Nispen
Velsen
Zwolle
Archieven in gemeenten
Arnhem
Apeldoorn
van 100 001 en meerinwoners
Den Haag
Enschede
Dordrecht
Groningen
Leiden
Haarlem
Maastricht
Tilburg
Zaanstad
[146]
naar de secretarie of een bestuursdienst of -sector
als snel gelegd. Gevolg bij reorganisaties: opgaan in
dienst of sector als afdeling, onderafdeling of bu
reau, veelal nauw gelieerd aan post- en archiefza
ken, documentaire informatievoorziening, interne
zaken. De archivaris wordt in deze constructie als
het ware vanzelf in de richting van een functie als
informatie-manager gestuurd. De archivaris houdt
zich meer en meer bezig met de sanering van mo
derne, niet-overgedragen archieven. Hij pleegt 'ak-
tieve inspectie'. Vanuit de idee dat de ongebreidel
de groei van de jonge archieven een halt dient te
worden toegeroepen en vanuit de vrees dat de ver
vroeging van de wettelijke overbrengingstermijn
voor grote beheersproblemen zal zorgen, heeft zich
deze 'aktieve inspectie' ontwikkeld. De gemeente
archivaris cq de gemeentelijke archiefinspecteur
neemt niet langer een afwachtende houding aan,
maar toont zich bereid in nauwe samenwerking
met de moderne registratuur de handen uit de
mouwen te steken. Hoewel de hieruit voortvloei
ende werkzaamheden in de praktijk een tijdelijk
karakter hebben ('inhaaloperaties'), vindt tijdens
dit proces toch een zekere identificatie plaats tus
sen registratuur en wat we maar zullen noemen
historisch archief: 'men groeit naar elkaar toe'. Het
ligt dan voor de hand dat bij reorganisaties deze
toenadering wordt gestructureerd. In sommige ge
meenten is het archief al een gecombineerde afde
ling met interne zaken. Ook zijn er al ontwikkelin
gen waarin de gemeentearchivaris tevens als chef
van de afdeling interne zaken zal gaan functione
ren.
De motivering het gemeentearchief onder te
brengen in de 'cultuurhoek' wordt in het algemeen
wat voorzichtiger gebracht. Uitgangspunt vormt
meestal de ontwikkeling van archiefdiensten tot
cultuur-historische informatiecentra. De bestaan
de relatie met lokale musea en/of afdeling cultuur
kan evenzeer een reden zijn uiteindelijk te kiezen
voor het plaatsen van het gemeentearchief bij een
dienst waarin ook de elementen welzijn, onder
wijs, recreatie en sport zijn vertegenwoordigd.
Slechts bij uitzondering wordt beargumenteerd dat
de taak van archieven in de eerste plaats ligt op cul
tuur-historisch terrein, en dat de archivaris niet al
leen beheerder, maar evenzeer gebruiker dient te
zijn van de onder zijn hoede geplaatste archieven.
Deze argumentatie wordt kracht bijgezet door de
stellingname dat de archivaris gelet op opleiding en
achtergrond gespecialiseerd is in het historisch be
drijf. Hij is de autoriteit op het gebied van de lokale
geschiedenis. De associatie archivaris-informatie
manager daarentegen komt veel meer voor in eigen
kring dan daarbuiten. Het gemeentearchief heeft
vanuit deze optiek bovendien een sterk recreatieve
functie.
Nogmaals, een conceptuele benadering van het
probleem archivaris-reorganisatie lijkt in het 'veld'
niet voor te komen. Wat wil de archivaris dan ei
genlijk? Het lijkt alsof de archivaris in elk geval
geen 'stadhuisambtenaar' wil zijn die in 'stadhuis
jargon' vele vergaderingen wijdt aan strategische
profielen en keuzes, targets, missies en sectorale po
sitionering. Zolang de archivaris een redelijke mate
van vakinhoudelijke autonomie behoudt, zijn de
verdere implicaties van reorganisaties voor hem
niet bijster interessant. Op basis van de enquête
laat zich de doorsnee-houding van de archivaris als
volgt typeren:
archivarissen doen 'geestelijk' niet mee aan de
reorganisatie. De achterliggende gedachte van de
meeste gemeentelijke reorganisaties is integratie,
maar de archivaris maakt niet of nauwelijks ge
bruik van de mogelijkheden die het opgaan in gro
tere organisatorische verbanden hem bieden.
archivarissen stellen zich defensief op in reorga
nisatieprocessen: 'als mijn tuin maar ongeschon
den blijft'. Handhaving van de zelfstandigheid
wordt vaak als een overwinning gevierd, ook al
neemt het archief dan een uitzonderingspositie in
de gemeentelijke organisatie in als 'aangehangen'
onderdeel. Er wordt niet nagedacht over de effec
ten op langere termijn van de kleinschaligheid en
het betrekkelijke isolement van de zelfstandige ar
chiefdienst.
archivarissen gaan weinig creatief met reorgani
saties om. Altijd is er op de achtergrond de Archief
wet die het basispakket onberoerd laat en daarom
niet dwingt tot het maken van nieuwe strategische
keuzes. Soms bijt de archivaris zich stuk op de wet
en wordt hij door de realiteit ingehaald of zelfs bui
ten spel gezet.
archivarissen zijn trots op hun vak en verwach
ten respect en een gepaste behandeling van de
'stadhuisambtenaren'. Daarom schrikken archiva-
[i47]