sen archivaris en college van burgemeester en wet
houders? Het rapport van prof. Hennekens was -
tot teleurstelling van vele archivarissen - duidelijk
en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: de 'status
aparte' van de gemeentearchivaris en de archief
diensten is gebaseerd op drijfzand en mist vol
doende j uridische grond. Mits er aan een specifieke
voorwaarde wordt voldaan is het mogelijk archief
diensten willekeurig waar binnen het gemeentelijk
apparaat in te passen, en dus ook de gemeentear
chivaris. Die specifieke voorwaarde is natuurlijk
weer de mogelijkheid van de archivaris om direct te
kunnen communiceren met het college van burge
meester en wethouders, zonder tussenkomst van
derden.
Wanneer we nu, anno 1992, naar de archiefkaart
kijken, moeten we concluderen dat reeds twee der
de van de Nederlandse gemeentearchieven de sta
tus van 'archiefdienst' heeft verloren en een afde
ling van een sector of dienst is geworden (zie sche
ma 1, Organisatievormen). Het resterende derde
deel, de 'archiefdiensten', maakt inmiddels ook al
deel uit van gereorganiseerde gemeenten, dat wil
zeggen gemeenten waar het klassieke secretariemo
del plaats heeft gemaakt voor een diensten- of sec
torenmodel (dat wil zeggen modellen waarin de
klassieke secretarie meestal is veranderd in een be
stuursdienst of geheel is ontmanteld ten behoeve
van min of meer autonome organisatie-eenheden
met eigen personele en financiële middelen). Maar
ook in deze groep vragen sommige archivarissen
zich al afin hoeverre in de toekomst hun uitzonde
ringspositie zal worden gehandhaafd. Naar alle
waarschijnlijkheid zal de groep van zelfstandige ar
chiefdiensten in de komende jaren nog verder in
krimpen.
Het is nu interessant om na te gaan op welke wij
ze de archivaris van positie is veranderd en van wie
het initiatief tot sturing van het reorganisatieproces
is uitgegaan. Men mag veronderstellen dat de per
soonlijke inbreng van een diensthoofd tot op zeke
re hoogte invloed heeft op de uitkomst van reorga
nisatievoorstellen.
De archivaris kan in het meest gunstige geval
kiezen uit een aantal varianten. Hij kan er bijvoor
beeld van overtuigd zijn dat het gemeentearchief
het beste zijn taken vervult wanneer een zo zelf
standig mogelijke positie gewaarborgd blijft, als
het even kan in de periferie van het gemeentelijk
apparaat. Een ander geeft juist de voorkeur aan een
verdergaande integratie met andere diensten en af
delingen. Welke optie men ook kiest, het is geen
onbelangrijk hulpmiddel om op z'n minst een idee
te hebben over de plaats en dus ook de rol van een
archiefinstelling binnen de gemeente. En het liefst
een idee dat met steekhoudende argumenten kan
worden uitgedragen.
3
Een 'natuurlijke' plaats
in de gemeentelijke organisatie?
Uit de door de lkgsa gehouden enquête blijkt
weer eens hoezeer de standpunten van archivaris
sen op enkele kernpunten van hun vakgebied uit
een lopen. Ondanks het feit dat gemeentelijke re
organisaties de positie van archieven en archivaris
sen drastisch hebben veranderd, bestaat er binnen
het 'veld' geen eenduidige opinie over de plaats die
gemeentearchieven zouden moeten innemen in de
gemeentelijke organisatie. Het schema van de or
ganisatievormen toont een tiental varianten. Bin
nen de diverse organisatievormen loopt weer een
scheiding tussen archieven die in de cultuursector
(cultuur, welzijn, sport, recreatie en dergelijke) zijn
geplaatst, en archieven die aansluiting hebben ge
vonden bij de administratieve sector (bestuursza
ken, interne zaken en dergelijke). Wanneer we be
denken dat reeds twee derde van de Nederlandse
archivarissen een stuk zelfstandigheid heeft verlo
ren op financieel en personeel terrein, wanneer we
bovendien bedenken dat al deze archivarissen hun
status als diensthoofd hebben verloren en nu als af
delingshoofd iets verder in de organisatie zijn ge
plaatst, dan rijst toch de vraag waarom archivaris
sen niet als collectief over hun meest natuurlijke
positie hebben nagedacht. Een ieder heeft zijn ei
gen strijdje gevoerd. En - het mag tekenend voor de
situatie worden genoemd - iedere archivaris dacht
dat alleen hij zo'n strijd voerde, niet beseffend dat
de problematiek op brede schaal speelde.
Kenmerkend voor de opstelling van archivaris
sen bij reorganisatieprocessen is het nogal defensie
ve karakter van de argumentatie: 'in ieder geval niet
bij Cultuur, anders kan je het wel vergeten'; 'als ik
[i44]
Schema 1 Organisatievormen2
Secretariemodel
Dienstenmodel
Sectorenmodel
Archief als dienst naast overige Axel
Amsterdam
Amersfoort
sectoren en diensten Hulst
Bergen opZoom
Apeldoorn
Montfoort
Helmond
Breda
Thorn
Rotterdam
Deventer
Veere
Rijswijk
Goes
Utrecht
Middelburg
Venlo
Nijmegen
Rucphen
Sittard
Waalwijk
Archief als afdeling van sector of dienst
Arnhem
Den Bosch
Delft
Harderwijk
Den Haag
Kampen
Dordrecht
Roermond
Groningen
Vlissingen
Heerlen
Wageningen
Leeuwarden
Weert
Leiden
Zwolle
Maastricht
Naarden
Rheden
Schiedam
Tilburg
Velsen
Vlaardingen
Zaanstad
Zutphen
Archief als stafafdeling naast dienst
Gorinchem
of sector
Wijkbij Duurstede
Archief gecombineerd metandere
Haarlem
Barneveld
afdeling in een dienst of sector
Roosendaal Nispen
Archief als bureau van een afdeling
Enschede
Assen
[145]