niet-uitgevoerde ontwerpen ook van belang zijn.
In zulke gevallen moet het gezond verstand een rol
spelen. Zo bewaarde het Haagse gemeentearchief
na verfilming van een bestand wel de gekleurde te
keningen en de tekeningen van een aantal bijzon
dere panden. In de praktijk blijken gezond ver
stand, goede smaak en kennis van de stad hiervoor
bepalend.
Een ander probleem is dat tekeningen in de archie
ven van verschillende diensten bewaard worden.
Zonder veel tijdsinvestering is het bijna ondoen
lijk te bepalen welk exemplaar bewaard moet wor
den.
De toegankelijkheid van dit soort archieven is
meestal goed. Een vluchtig onderzoek leerde Wols
dat de door de dienst aangebrachte ordening na
overbrenging meestal geen verandering behoeft.
De archiefvormer en de onderzoeker stellen name
lijk dezelfde vragen aan de tekeningen. Belangrijk
is dus dat met het archief ook de documentatie
wordt overgedragen.
Geveltekening van de kantoren van het Maat
schappelijk Hulpbetoon aan de Prinsegracht nrs. 29-
29 te 's-Gravenhage (oorspronkelijkKorenbeurs thans
Muziekschool/Centrum voor Kunstzinnige vorming,
Schaal 1100,1934. Collectie Gemeentearchief Den
Haag
Ook het beheer van technische tekeningen, met
name de materiële verzorging, wordt aanmerkelijk
vergemakkelijkt door microverfilming. Het origi
nele materiaal is kwetsbaar en hoe de berging ook
is - hangend, liggend, opgerold of opgevouwen -
de kans op schade is altijd groot. Ook de lichtge
voeligheid van bijvoorbeeld blauwdrukken wordt
ondervangen door het gebruik van microfoto's.
Discussie
Tijdens de discussie werd eerst Brokkens vraag aan
de orde gesteld: behoort het tot de taak van archie
ven beeldmateriaal te beheren? Hij merkte hierbij
Qocmcwcözrtv
VAti oePAvnriAee
DC3IC.lt NOTA «016-
DICNDT IS34,
■"UAnTOUrtl MAAtDCMApCO.yJZnOLpfenTC_.
Cn3TAAttDnTCC31ABD r OCttAAUAÏOQ
QtVCLAAh tDE. pDlIOCCpACtn 23.27 £9.
[216]
op dat dit slecht toegankelijk is en wellicht daar
door weinig wordt geraadpleegd. Voor de acquisi
tie bestaan er bovendien geen afspraken tussen de
archiefdiensten. Het beeldmateriaal kan dan aan
musea en instellingen zoals bijvoorbeeld het Ne
derlandse Architectuurinstituut, Rijksprentenka
binetten of het Iconografisch Bureau worden over
gedragen. Hij vond het de taak van musea om oeu-
vre-catalogi van kunstenaars uit te brengen. Het
inventariseren van voor een stad belangrijk, maar
niet tot de eigen collecties behorend beeldmateri
aal vond hij tijdverspilling.
Mevrouw Fleurbaay merkte op dat er in Am
sterdam wel degelijk afspraken tussen het archief,
musea en handelaren bestonden. Het te weinig ge
bruiken van het beeldmateriaal schreef ze toe aan
het feit dat aanstaande historici niet werd geleerd
beeldmateriaal als historische bron te gebruiken.
Volgens haar was het een misvatting van Brokken
dat het tot de taak van musea behoorde oeuvre-ca-
talogi uit te brengen.
Drs J.J. Temminck (Haarlem) vond het vanzelf
sprekend dat een archief vanwege de nauwe band
van beeldmateriaal met archieven de atlas beheer
de. Haarlem verzamelde overigens regionaal. In
principe was men echter bereid, zodra binnen een
bepaalde regio een streekarchief kwam, het op dat
gebied betrekking hebbend materiaal over te dra
gen. Desondanks bevreemdde het Brokken dat het
gemeentearchief Haarlem er niet de voorkeur aan
gaf om het Spaarnestadarchief tot een regionaal
centrum uit te bouwen. Men was dan tevens ont
slagen van de zorg voor restauratie en conservering
van het beeldmateriaal.
Naar aanleiding van Brokkens opmerking dat er
ondanks de automatisering nauwelijks tussen ar
chiefdiensten werd samengewerkt om eikaars ma
teriaal te kunnen raadplegen, merkte dr F. J. W. van
Kan (Den Haag) op dat de gemeentearchieven van
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag
met elkaar hadden afgesproken beeldmateriaal
uniform te beschrijven. Dit met het oog op de vol
gende stap, de automatisering, waardoor onderlin
ge uitwisseling van gegevens mogelijk zou worden.
Mevrouw dr W.Chr. Pieterse (Amsterdam)
vond dat de door Brokken genoemde instellingen
zich beperkten tot het verzamelen van materiaal
voor bepaalde doelen. Een geheel andere invals
hoek dan die de archiefdiensten zich bij het docu
menteren stellen. Brokken vond dat zij daar niet de
essentie van de problematiek mee onderkende. De
in de Handleiding voor het beheer van een topogra-
fisch-historische atlas genoemde definitie maakte
het verzamelgebied voor een atlas te groot.
Mevrouw drs M. Kok zei als medewerkster van
het Nederlands Architectuurinstituut de mening
van mevrouw Pieterse te delen inzake de bijzon
dere doelstelling, die speciale instellingen op het
gebied van documentatie hebben. In reactie op de
inleiding van Wols uitte zij de behoefte aan een
studiemiddag over vernietigingscriteria van tech
nische tekeningen.
H.J. Ph. G. Kaajan
Moten
1 Zie voor algemene informatie over
dit onderwerp: H.C. Hazewinkel,
'Topografische documentatie', in:
nabéi (1956-1957),93-104,
waarin een overzicht van alle atlas
sen in Nederland, en: 'Het beheer
der kaartencollecties in de rijksar
chieven', in: nab 76 (1972), 176-
188.
2 Gids voor Kaartenverzamelingen in
Nederland, samengesteld door An-
nemieke Slobbe (uitgegeven door
de Nederlandse Vereniging voor
Kartografie, Amersfoort i.s.m. uit
geverij Canaletto), Alphen aan den
Rijn, 1980.
Gids voorde Topografisch-Histo-
rischeAtlassen in Nederland,
samengesteld door E.H.A. Verhees
(uitgegeven door de Vereniging
'De topografisch-historische atlas'
i.s.m. uitgeverij Canaletto),
Alphen aan den Rijn, 1982.
3 In Utrecht nam het rijk het beheer
van de atlas over van het gemeente
archief. Zie: S. Muller, 'De topo
grafische atlas van Utrecht', in:
nab io(i9or-i902), 160-161. Het
Rijksarchief in Zeeland beheert
voor het Zeeuws Genootschap der
Wetenschappen de atlas Zelandia
Illustrata.
4 Zie voor de automatiserings
mogelijkheden: J.P. van Voort,
'Geautomatiseerde ontsluiting
van topografisch-historische atlas
sen', in: nab 92 (1988), 315-
3M-
5 C. Koeman, Handleiding voor de
studie van de topografische kaarten
[217]