Het beheer van beelddocumenten bij het Algemeen Rijksarchief De tweede spreker, R.M. Haubordin, adjunct-be heerder van de afdeling Kaarten en Tekeningen van het ara, was van mening dat de archivaris be last is met het beheer van het beeldarchief en geen kaartbeheerder van een topografisch-historische atlas moet zijn. In afwijking van de meeste ge meentearchieven en rijksarchieven zijn de uit de archieven afkomstige kaarten en prenten bij het ara niet in een aparte atlas, maar bij een afdeling Kaarten en Tekeningen ondergebracht.6 De circa 250000 kaarten worden niet anders behandeld dan de geschreven archivalia. Het betreft immers beeldmateriaal dat bij de taakuitvoering van een rijksdienst of een persoon is gevormd. Een wezen lijk verschil met door aankoop of schenking ver worven losse tekeningen en kaarten, zoals men die in atlassen tegenkomt. Op twee onderdelen doen zich bij het beheer hiervan nieuwe ontwikkelingen voor, die in ver band staan met de invoering van de nieuwe Ar chiefwet. Dan zullen tienduizenden kaarten en tekeningen van rijksdiensten moeten worden over genomen. Vanwege de grote vraag zal dit recente materiaal direct ontsloten moeten worden. Zonder toepassing van selectie en vernietiging van beeld materiaal bij de acquisitie zal deze aanwas grote be heersproblemen met zich meebrengen. Een selec tie en vernietiging is een noodzaak om redenen van ruimte- en kostenbesparing en conservering. De grootte van het beeldmateriaal maakt berging kostbaarder dan bij archivalia.7 In 1990 werd er voor het eerst, evenals bij ar chieven gebruikelijk is, door middel van een drie hoeksoverleg op initiatief van het rijksarchief een vernietigingslijst voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat opgesteld. Bestektekeningen, revi sietekeningen en bij rapporten behorende teke ningen moeten bewaard blijven. Daarnaast zijn er verschillende soorten tekeningen, die op termijn voor vernietiging in aanmerking komen. De ver nietiging volgens lijsten voor rijk, provincie en gemeente is een vorm van micro-selectie. Micro verfilming of substitutie is hiervoor een goed al ternatief. Krachtens de nieuwe Archiefwet mogen micro's de originelen vervangen, welke laatste dan vernietigd kunnen worden. In feite een aanpas sing aan een reeds bestaande praktijk.8 Hoewel wettelijk voorgeschreven wordt het beeldmateriaal zelden geschoond en van een toe gang voorzien overgedragen. Niet de afdeling post en archiefzaken, maar de technici op de tekenka mers plegen bij rijksdiensten dit materiaal te behe ren. Zodoende moet de archivaris na overdracht vaak zelf de inventarisatie van het beeldmateriaal ter hand nemen. Het kaarten- en tekeningenbe- heer is in het algemeen slechter geregeld dan het archiefbeheer. Voor de ordening wordt het structuur- en her bestemmingsbeginsel toegepast. Kaarten en teke ningen worden zo mogelijk per archiefvormer naar herkomst geordend, dan wel wordt de oude orde van de administratie hersteld. Desnoods ordent men volgens taken. Zodoende bestaan er in de praktijk drie mogelijkheden: 1 de tekeningen en kaarten worden als bijlage bij dossiers apart of samen beschreven 2 de beelden vormen een apart onderdeel van het archief en zij n daarom in een apart hoofdstuk in de inventaris te vinden 3 het archief bestaat enkel uit kaarten en teke ningen en wordt in een aparte inventaris beschre ven. 9 De historisch-topografische atlas van de Gemeentelijke Archief dienst Amsterdam Mevrouw drs E. Fleurbaay, conservator van de his torisch-topografische atlas van het Gemeentear chief Amsterdam, ging in op de ontsluiting van beeldmateriaal.10 De Amsterdamse atlas ontstond midden vorige eeuw toen de gemeentearchivaris naast archiefstukken ook 'historische objecten' van de meest uiteenlopende soort beheerde. Er werden regelmatig ook kaarten aangekocht. Thans omvat de atlas circa 700 000 documenten, waaronder ook bouwtekeningen en technische tekeningen en in de categorie 'overigen' zelfs suikerzakjes. De afde ling Beeld en Geluid beheert het bewegend mate riaal. Belangrijk zijn de door de atlas beheerde do cumentatiesystemen. Op de studiezaal zijn een vi- [214] sueel en een tekstueel documentatiesysteem. Het visuele bestaat uit verschillende soorten reproduk- tiefoto's van tekeningen, prenten, foto's en derge lijke en uit filmdatakaarten, een soort vensterpons kaarten van de bouwtekeningen en van de karto- grafische documenten. Het tekstuele documentatiesysteem bestaat voornamelijk uit kaartsystemen, gedrukte catalo gi en met de computer vervaardigde indices. Bei de systemen dienen in de eerste plaats voor de ontsluiting van de collecties. De ordening is geba seerd op de beeldinhoud van het origineel. De be schrijving van de voorstelling bepaalt de plaats in het documentatiesysteem. Conform de klassieke ordeningsprincipes voor een atlas zijn er vier na dere toegangen op beide systemen, te weten één op topografie, één op chronologie voor de 'histo rische' gebeurtenissen, één op personalia en één op 'zeden en gewoonten' (onderverdeeld in twaalf hoofd- en een aantal subrubrieken). Het tekstuele documentatiesysteem heeft ook nog een toegang op de kunstenaar, de maker van het originele stuk. In tegenstelling met vroeger, toen tekeningen en prenten werden geborgen volgens de volgorde van beschrijving, wordt dit nu bepaald door de materiële toestand, de frequentie van het pu- blieksgebruik en de kosten van de berging in rela tie tot de waarde van het stuk. Het is de bedoeling deze systemen te automatiseren, waardoor het mogelijk wordt met dezelfde gegevens een meer voudige en diepergaande vorm van ontsluiting te creëren. Alle mogelijkheden doen de onderzoeker via een andere invalshoek het zelfde voorwerp vinden. Overigens heeft men zich in Amsterdam niet enkel tot het ontsluiten van de eigen collecties beperkt. Van veel Amsterdams beeldmateriaal dat in particulier eigendom of in openbare collecties in Amsterdam, maar ook in het buitenland wordt bewaard, zijn gegevens in de documentatiesy stemen opgenomen. Verschillende atlassen zijn volledig gefotografeerd en summier beschreven. Hierin bevinden zich zelfs foto's van op veilin gen gesignaleerde schilderijen, tekeningen en der gelijke. De atlas is volgens mevrouw Fleurbaay dan ook uitgegroeid tot het centrale instituut voor de iconografie van Amsterdam en zijn geschiedenis. Technische tekeningen in archieven van gemeentelijke diensten Tenslotte sprak R.J. Wols, hoofd afdeling Archie ven van het Gemeentearchief Den Haag, over tech nische tekeningen. Hoewel deze ook vooral beeld informatie verstrekken, horen ze niet in een atlas thuis, maar moeten ze als archiefbescheiden wor den behandeld. Hij poneerde de stelling: 'Een ar chiefdienst zou er goed aan doen geen enkele tech nische tekening over te nemen van gemeentelijke diensten, tenzij in de vorm van microfilm'. Teke ningen buiten een of ander archiefverband sloot hij hiervan uit. Een idee dat collega Van Veldhuizen al in 1985 propageerde.11 Daarin schrok hij nog terug voor het vernietigen van technische tekeningen na verfilming, ondanks dat Ketelaar daar al eerder de weg toe had gebaand12. De richtlijnen die de directeur van de Haagse dienst Gemeentewerken in 1979 had uitgevaar digd voor de bewaring en vernietiging van techni sche tekeningen, hadden een zelfde strekking. Ori ginele tekeningen en berekeningen mochten op de volgende voorwaarden aan de gemeentearchivaris ter vernietiging worden voorgedragen: wanneer van de documenten micro's zijn ge maakt of deze geen waarde meer hebben wanneer het ontwerp op de tekening niet is doorgegaan of het gebouwde verloren is gegaan. De originelen worden bewaard voor de duur van het bouwwerk. Bestektekeningen, alle bij een offerte behorende tekeningen en definitieve instal latietekeningen moeten tien, detailtekeningen van constructies vijf jaar worden bewaard. Normale detailtekeningen en variant-tekeningen en derge lijke kunnen echter direct na voltooiing van het werk voor vernietiging worden voorgedragen. Dit impliceert dat het totale tekeningenbestand van Gemeentewerken mettertijd voor vernietiging in aanmerking komt. Dit geldt ook voor de bestan den van andere diensten. Een archiefdienst hoeft geen microfilms te heb ben van tekeningen, die de dienst zelf direct of op termijn voor vernietiging voordraagt. Bij de selec tie moet echter niet alleen van de administratieve criteria worden uitgegaan. Voor historici kunnen [215]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 38