de maak, die meer op de hedendaagse vraag is afge stemd (zie hierna). Toegankelijkheid Onder de huidige archiefwet zijn archiefstukken in Denemarken na vijftig jaar openbaar. Stukken die betrekking hebben op het koninklijk huis, de staatsveiligheid of privé-personen zijn na tachtig of honderd jaar openbaar. De rijksarchivaris kan uit zonderingen op deze regels tot de helft van de tijd toestaan. Iemand die meer recente stukken wil raadplegen, moet zich wenden tot de archiefvor mende instelling, die ze op eigen verantwoordelijk heid ter inzage kan geven. De aanvragen om inzage van stukken, nodig voor een algemeen onderzoek (waarbij individuele personen buiten beschouwing blijven), worden meestal gehonoreerd. De rijksarchivaris heeft altijd het recht het ma nuscript te lezen en aanwijzingen te geven over het schrappen van de passages die inbreuk kunnen ma ken op het leven van privé-personen. Ten aanzien van de openbaarheid van stukken die nog onder de archiefvormende instellingen be rusten, heerst een groot gebrek aan uniformiteit. Zo heeft het minister van Justitie een traditie van openbaarheid opgebouwd. Archiefvormende in stellingen die een minder vooruitstrevend beleid voeren, komen daar makkelijk mee in aanvaring. Archiefordening en archiefinspectie Ook in Denemarken wordt in de registratuur ge werkt met een decimaal ordeningssysteem. Daar naast werken de meeste administraties met het agendastelsel. Administraties die een ander sys teem willen hanteren, hebben daarvoor de toe stemming nodig van de rijksarchivaris. De over heidsdiensten zorgen zelf voor de vernietiging van stukken met een vernietigingstermijn van tien jaar. Er worden voorbedrukte formulieren ge bruikt, waarop kan worden aangegeven hoeveel archief onder welke instelling berust en wanneer de overbrenging naar het rijksarchief moet plaats vinden. De oude en de nieuwe rijksarchivaris van Dene marken: rechts Vagn Dybdahl, linksJohan Peter Noack Circulaire van de rijksarchivaris, uit 1968. De circulaire bevat bepalingen over de openbaarheid. Bekendmaking van het ministerie van Cultuur, uit 1976. Hierin wordt de verhouding tussen de rijksarchivaris en de administratie van het rijk gere geld. Tevens zijn er clausules opgenomen met be trekking tot deponering en vernietiging. Dankzij een ruime interpretatie van de ministeriële instructie van 1896 kunnen alleen met toestem ming van de rijksarchivaris ordeningsstelsels en or deningsplannen worden ingevoerd of veranderd. Voor de archiefvernietiging geldt dezelfde proce dure. Voorts geeft de rijksarchivaris richtlijnen voor het beheer van de archieven van de rijksdien sten en voorschriften voor de deponering van ar chieven, terwijl hij, binnen de kaders van de wet, regelingen voor de openbaarheid geeft. Aangezien Denemarken wat de openbaarheid betreft met een verouderde wetgeving te kampen heeft, ligt hier een ruim taakveld. Er is een nieuwe archiefwet in [182] Na dertig jaar volgt de overbrenging van archief stukken naar het rijksarchief of naar het hulpdepot in Glostrup. De stukken moeten worden aangele verd in speciale archiefdozen met een hoogte van tien centimeter. Op elke doos hoort een etiket te zitten, waarop de inhoud van de doos vermeld staat. In de doos zelf zit een gedetailleerd formulier, waarop minimaal zijn aangegeven: de deponerende instantie de datum van deponering de te deponeren reeksen met begin- en eindda tum en de serie- en registratienummers. Archief dat het rijksarchief binnenkomt, is dus geklasseerd, op de juiste wijze opgeborgen en ge schoond. De betrokken archiefvormende instel ling is verplicht het archief in blokken van tenmin ste vijf jaar over te dragen. Als het systeem goed werkt, betekent het dus dat de ontvanger (het rijksarchief) niet plotsklaps met (kilo)meters on- geschoond archief wordt opgezadeld en dat de de ponerende instelling elke vijf jaar ruimte kan scheppen in zijn administratie. Bovendien is door de termijn van vijf jaar de deponering gekoppeld aan de inspectie. Vanaf de jaren vijftig kent de archiefinspectie in Denemar ken een vijfjaarlijks rotatie-systeem. De taak van de archiefinspecteurs bestaat uit het geven van advie zen en aanwijzingen. In de archieven van de gemeenten vindt geen di recte inspectie plaats. Wel vragen lokale overheden soms rechtstreeks advies aan het rijksarchief. Archieven van de gemeenten De Deense gemeenten vallen onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. De rijksarchivaris heeft de bevoegdheid om toezicht te houden op de maatregelen die dit ministerie uitvaardigt over ar chiefzaken. Samenwerking tussen het rijksarchief en het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft geleid tot regelgeving met betrekking tot acqui sitie en vernietiging. De landsarchieven hebben een model-registratuur ontwikkeld. Door de de ponering van een veelheid aan kleine archieven {amtskommuner (districten), gemeenten, gerechts hoven, dominees, kerken, seminaries, gymnasia en tolarchieven) die elk een eigen registratiemethode hanteerden, ontstond een schreeuwende behoefte aan een eenvoudige en uniforme manier van regis treren. Aan het systeem is een trefwoordenregister gekoppeld, waardoor bezoekers zelfstandig en snel kunnen zoeken. Wat de archieven in de gemeenten betreft kent Denemarken nog een bijzonderheid. Er bestaat een groot aantal lokale archiefverenigingen lokal- historiske arkivermet als overkoepeling de Sam- menslutning af Lokalarkiver (sla). Naast de zorg voor privé-documenten hebben deze verenigingen ook het beheer van (delen van) de arch ieven van ge meenten gekregen. In eerste instantie is hiermee een leemte gevuld, maar op de lange duur zal deze methode onvoldoende doeltreffend zij n. De nieuwe archiefwet legt dan ook sterk de na druk op vrijwillige samenwerking van alle instel lingen die bij de vorming van (overheids)archief betrokken zijn. Privé-archieven In Denemarken wordt sinds lange tijd een actieve acquisitiepolitiek gevoerd ten aanzien van de privé- archieven. Het bestaan van een speciale afdeling bij het Rijksarchief voor privé-archieven en het ont staan van het Economisch archief vanuit een privé- archief bevestigen dat. De archieven die zich nu nog in privé-handen bevinden, zijn vaak zeldzaam en van een grote waarde. Het gevaar van vervreem ding is dan ook reëel aanwezig. Toch wil men het eigendomsrecht niet aantasten. Daarom worden nu de mogelijkheden onderzocht tot het invoeren van nieuwe regels voor de verkoop van privé-ar chieven. Het rijk zou bijvoorbeeld het voorkeurs recht bij koop kunnen krijgen of het recht om stuk ken te fotokopiëren. De Moors-Deense archiefkuvestie Fotokopiëren is in ieder geval de oplossing ge weest in de zogenaamde Noors-Deense archief kwestie. De scheiding van Denemarken en Noor wegen in 1814 bracht de vraag met zich mee waar [183]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 22