Archieven in de Europese gemeenschap Denemarken Solveig Ringkvist HHH De Deense archiefdepots verschilden niet veel van de Nederlandse. Op de foto het depot in het Provianthuset. Foto's uit: Nordisk Archivnyt Denemarken is het laatste land dat aandacht krijgt in onze serie 'Archie ven in de Europese gemeenschap'. Voor de meesten zal het Deense ar chiefwezen onbekend zijn. Mevrouw Solveig Ringkvist, van Scandinavi sche afkomst, maar in Nederland tot archivaris opgeleid, geeft de lezer van het Nederlands Archievenblad een beeld van de archiefzorg in Dene marken. [180] Denemarken onderscheidt zich in haar archiefwe zen van onder andere Nederland op een opmerke lijk punt: een gemeentearchief is in Denemarken een zeldzaamheid. Alleen de stad Kopenhagen en de gemeente Kolding hebben er één.1 De andere 273 Deense gemeenten vormen en beheren hun ar chief om het na verloop van ongeveer vijftig jaar over te dragen aan één van de vier 'landsarchieven', die het beste te vergelijken zijn met de Nederlandse rijksarchieven in de provincie. Ook de amtskom- muneeen soort district, draagt het archief af aan hetlandsarchief. Daarmee ligt het zwaartepunt van het archief wezen bij het rijk. Wel zorgt een veelheid aan lokale verenigingen voor nuancering op dit punt.2 Het Rijksarchief In de archiefwet van 1889 is vastgelegd dat in De nemarken één hoofdarchief en drie landsarchieven (rijksarchieven in de provincie) zijn. Het eerste landsarchief werd in 1891 opgericht in Viborg (Jutland). In 1893 volgden Kopenhagen (Sjael- land) en Odense (Fyn). Na de hereniging van een deel van Sleeswijk-Holstein met Zuid-Jutland in 1920 kwam er in 1933 een vierde landsarchief in Aabenra. Ook valt het Erhvervsarkivet onder de rijksar chieven. Dit Economisch archief startte in 1942 als een privé-archief, maar werd in 1962 overgenomen door het rijk. De doelstelling van het archief is tweeledig: bedrijfsarchieven verzamelen en econo- misch-sociale studies uitvoeren. Het rijksarchief in Kopenhagen bestaat uit vijf afdelingen: algemene administratieve en logistieke diensten leeszalen en overheidsarchieven tot 1848 overheidsarchieven vanaf 1848 en inspectie militaire archieven privé-archieven. Het Deense rijksarchief is voortgekomen uit het koninklijk archief dat al dateert uit de twaalfde eeuw. Het is een sterk gecentraliseerd archief dat van oudsher een hechte band met de administratie had. Het rijksarchief heeft zijn onderkomen nog steeds in slot Christiansborg in het Geheim- archiefgebouw uit 1720. Het Deense parlement is de dichtstbijzijnde buur. Een waardig onder komen, maar weinig geschikt voor modern ge bruik. Om het hoofd te bieden aan het ruimte gebrek is in 1983 in Glostrup een depotruimte geopend. In het Geheim-archiefgebouw was on dertussen ook de ruimte voor bezoekers ontoerei kend geworden. Achter het hoofdgebouw werden kantoren geplaatst, zodat bezoekers nu in het hoofdgebouw microfilms, microfiches en kaart materiaal kunnen bestuderen. Door de laatste ver bouwing is aan een 270-jarig gebruik een einde ge komen. Het Geheim-archiefgebouw was namelijk via een deur verbonden met de koninklijke kanse larij. Na de verhuizing van de kanselarij hebben vele andere buren de deur veelvuldig gebruikt. In j uli 1990 werd de historische deur voorgoed geslo ten. De rijksarchivaris Het hoofd van het rijksarchiefwezen is de rijksar chivaris. Hij is voorzitter van het College van hoofdarchivarissen, bestaande uit de afdelings hoofden en de hoofden van de landsarchieven. Het college heeft een adviserende bevoegdheid. Daarnaast coördineert de rijksarchivaris alle ar chiefzaken tussen het rijksarchief, ministeries en landsarchieven. Zijn functie en taken zijn gedeelte lijk in de praktijk gegroeid en later wettelijk vast gelegd. In de archiefwet van 1889 werden in feite alleen de structuur van het archiefwezen en de per soneelsbezetting en-bezoldiging vastgelegd. De volgende besluiten zorgden voor nadere uit werking: Instructie van het ministerie van Eredienst en Onderwijs, van 1896. Hierin wordt bepaald dat de rijksarchivaris informatie mag inwinnen bij andere ministeries over de ordeningsstelsels. Ook geeft de instructie regels voor openbaarheid, deponering en uitlening van archieven. Brief van het ministerie van Justitie aan het mi nisterie van Erediensten Onderwijs, van 1897. De ze brief legt in feite het herkomstbeginsel vast. Afgedwaalde rijksdocumenten mogen door de ar chiefvormende instantie worden opgeëist. [181]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 21