1 Functiewaardering van alsec-mede werkers Sinds jaar en dag betaalt het rijk me dewerkers van algemene secretarieën minder dan de provincies en gemeenten doen. Dat verschil wil blijkens verzamelde personeelsadvertenties oplo pen tot wel twee a drie formatieschalen. Dat is aan zienlijk. Als onderdeel van het project Archiefbe heer zijn samen met medewerkers van de directie Personeelsmanagement van het directoraat-gene- 3 Hoe bevorder je nu dat de theorie ook in de praktijk kan worden uitge voerd? Wij zien daartoe twee hoofdactivitei ten. Allereerst zorgen voor publiciteit en discussie, geven van voorlichting en stimuleren dat ervarin gen bij de ministeries ruimer bekend worden ge maakt. Wij noemden al ervaringen van Buiten landse Zaken, ook met hun 'nieuw model berich tenverkeer' en de ervaringen van Financiën met de nieuwe opzet van vernietigingslijsten. Maar ook bij andere ministeries zijn interessante ervaringen opgedaan. Een voorbeeld is Justitie, waar bij een Correctie van beeldvorming In deze paragraaf willen wij drie misverstanden rechtzetten. Allereerst dat Binnenlandse Zaken niet voldaan heeft aan de toezegging de functie waardering van de alsec-medewerkers te verbete ren. Ten tweede dat met de visie 'een onmogelijke en gevaarlijke praktijk' ten aanzien van selectie en vernietiging wordt gecreëerd en ten derde dat de vertaling van Omslag in opslagnzav de praktijk ach terwege blijft. Aanbiedingvan 'Omslagin Opslag' door de staats secretaris van Binnenlandse Zaken aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Foto: Michiel Sablerolle raai Management en Personeelsbeleid (dgmp) en leden van de ccasa nieuwe, op de huidige situatie toegesneden functiebeschrijvingen opgesteld. We zenlijke verbeteringen in de inschaling leverde dat inderdaad niet op. De algemene lijn was: wanneer u hetzelfde werk blijft doen, krijgt u niet meer be taald. Daar ligt één van de kansen van Omslag in opslag. Omslag in opslag pleit er voor ander, meer gedifferentieerd werk te gaan doen en daarbij de ondersteuning af te stemmen op de primaire werk processen. Dat zou tot betere salariëring kunnen leiden. Dat vermoeden is bevestigd door de erva ringen bij Buitenlandse Zaken (Buiza). Buiza is één van de voorlopers voor wat betreft vernieuwingen in de administratieve ondersteuning.2? De ervarin gen en kennis van Buiza hebben ook belangrijk bij gedragen aan het opstellen van Omslagin opslag. Bij Buiza zijn parallel aan de visie nieuwe functies ge creëerd, voor een behoorlijk deel bestaand uit nieu we activiteiten. Die functies zijn ook flink hoger ge waardeerd. Mede op grond van die ervaring heeft de Permanente Commissie Documentaire Infor matieverzorging (pcdin) aan de directeur-gene raal Management en Personeelsbeleid (dgmp), de heer Pont, gevraagd een bijdrage te leveren aan het meer flexibel toepassen van de bestaande functie reeksen, zodat capabel personeel kan worden be houden en aangetrokken en om zo met goede me dewerkers experimenten met nieuwe werkwijzen mogelijk te maken. Omdat de verantwoordelijk heid voor de functiewaardering naar de ministeries is gedecentraliseerd, is op basis van een toezegging van Pont door de directeur Personeelsmanagement van dgmp een briefin die geest gestuurd aan alle directeuren Personeelszaken bij de ministeries.16 2 De consequenties van 'Omslag in opslag' voor selectie en vernietiging In Omslag in opslag zijn twee zaken vooral van belang voor selectie en vernietiging. Dat zijn het streven de informatievoorziening in te richten naar werkprocessen en ten tweede het denken in be langen als kader voor keuzes inzake bewaren en vernietigen. Wanneer de informatievoorziening ingericht wordt op basis van de werkprocessen, worden bij die keuze alle relevante aspecten van informatievoorziening betrokken. Dus financiële informatie, personele informatie, documentaire informatie. Selectie voor bewaren en vernietigen wordt ook veel eenvoudiger. Door vooraf de werk processen (handelingen) van een organisatie-een heid te benoemen en aan te geven in wat voor neer slag die werkprocessen resulteren kunnen goede vernietigingslijsten worden opgesteld, op basis waarvan de schoning eenvoudig kan worden uitge voerd. Een aantal van deze lijsten is door de Rijks commissie voor de Archieven met enthousiasme begroet. Sterker nog, de Rijkscommissie vindt dat voortaan alle nieuw op te stellen lijsten conform het model Financiën27 zouden moeten worden op gesteld. Wanneer de werkprocessen zijn geïnventa riseerd en de neerslag ervan beschreven, komt de volgende stap: het bepalen of die neerslag voor blij vende bewaring in aanmerking komt en zo nee, na welke termijn de bestanden kunnen worden ver nietigd. Omslag in opslag geeft aan dat zonder be lang de ratio van bewaren ontbreekt. Onderzocht moet worden of en welke belangen spelen en ook hoe lang. Op basis daarvan moet een keuze worden gemaakt. Zolang het belang van bedrijfsvoering actueel is, kan van vernietiging geen sprake zijn. De procedure voor het opstellen van vernietigings lijsten is bekend. In het driehoeksoverleg komen drie partijen bij elkaar: een vertegenwoordiger van de organisatie-eenheid die vooral staat voor het be lang van de bedrijfsvoering, een vertegenwoordi ger van de algemene leiding van het ministerie in de persoon van een medewerker van de algemene secretarie (deze houdt vooral de samenhang met andere departementale bestanden in het oog en kijkt wellicht in de toekomst ook naar het belang van verantwoording) en een vertegenwoordiger van de algemene rijksarchivaris die het belang van het latere historisch onderzoek behartigt. Vervol gens brengt de Rijkscommissie voor de Archieven over de conceptlijst advies uit. Als zo'n lijst is vast gesteld maakt het op zich niet uit wie de vernieti ging uitvoert, of dat nu centraal of decentraal ge beurt, of dat nu onder de verantwoordelijkheid van de algemene secretarie geschiedt of van de lijn manager. Wij gaan er uiteraard vanuit dat de selec tie met de nodige zorg wordt uitgevoerd. Met be hulp van deze procedure zijn alle belangen naar ons idee afgedekt. Het enige nieuwe is dat wij van de erfgenamen van de administratie, de vertegen woordigers van het historisch onderzoek, verlan gen dat zij hun belang aannemelijk maken. Wan neer zij dat niet doen, is blijvende en kostbare bewaring niet te verantwoorden. [177]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 19