7 Aspecten van de informatievoorzie ning In een ver verleden was informatievoor ziening integraal. Een schoenmaker deed zelf de in koop, de verkoop, hij hield de boekhouding bij, hield de wensen van zijn klanten bij, keek wat zijn concurrenten deden, zorgde dat het produktiepro- ces goed draaide en stuurde bij als er problemen waren. Kortom, hij deed alles zelf. Bij de overheid was dat niet anders. 9 De verantwoordelijkheid voor het informatiebeheer Taken worden aan een organisatie-eenheid toegewezen. Voor de uitvoe ring van die taken worden werkprocessen inge richt. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taak ligt bij de lijnmanager van die organi satie-eenheid.12 Tot zover is alles duidelijk. Infor matievoorziening vormt echter een onlosmakelijk deel van het werkproces. Dat is op zich ook niet gek. De lijnmanager heeft informatievoorziening nodig voor de bedrijfsvoering van de werkproces sen en voor de verantwoording van de uitvoering van de toegewezen taken. Zonder verantwoorde lijkheid voor de informatievoorziening kan hij/zij de verantwoordelijkheid voor de toegewezen ta ken niet volledig dragen. Door de Bestuurlijke Overlegcommissie voor Overheidsautomatisering is daarom al in 1983 aangegeven dat de verant woordelijkheid voor het informatiebeheer moet worden gedecentraliseerd in overeenstemming met de decentralisatie van bestuurs- en beheersta ken, ter uitvoering waarvan de informatie nodig is. *3 11 Inrichting van de informatievoor ziening Na het voorgaande zal duidelijk zijn dat wij maar één zinvolle manier zien voor de in richting van de informatievoorziening: op basis van geïnventariseerde informatiebehoeften voor de werkprocessen. Dat kan dus voor elk werkproces anders zijn. Alleen zo krijgt de gebruiker optimaal nut van de voor en door hem opgebouwde bestan den. Dat neemt niet weg dat bij de opbouw reke ning moet worden gehouden met de andere belan gen. Daartoe is er regelgeving. den. Uiteraard nadat de vertegenwoordigers van het historische belang hebben aangegeven dat blij vende bewaring vanuit hun optiek niet noodzake lijk is. Als de resultante van de belangen telkens an ders is, zul je op die dynamiek in moeten spelen door telkens per werkproces te bekijken welke vorm van ondersteuning het meest effectief is. Daarmee laat je uniformiteit los en kies je voor pluriformiteit. Door de toenemende arbeidsdeling en com plexiteit zijn geleidelijk specialismen ontstaan. De bijhorende beroepsgroepen organiseerden hun belang.8 Toen de geautomatiseerde informatie voorzieningzijn intrede deed, waren de geautoma tiseerde systemen vooral gericht op de informatie behoeften van die specialisten. U kent die systemen wel: financiële systemen, personele systemen, post registratiesystemen en dergelijke. Zoals gezegd zijn deze systemen primair bedoeld voor de specialis ten. Ze zijn ook sterk op allocatie van mensen en middelen gericht. Het nut van die systemen voor de medewerkers aan de primaire werkprocessen is vaak gering. De doelstelling bij informatievoor ziening van deze laatste groep is: hoe krijg ik dit produkt kwalitatief goed, bijtijds en zo voordelig mogelijk bij mijn afnemer? Het interesseert zo'n medewerker of zij n baas geen zier uit wat voor soort systeem de informatie komt, als hij die informatie maar krijgt. Wanneer de primaire werkprocessen het object zijn van ondersteuning, is een onderscheid tussen financiële, personele, documentaire informatie of archief minder relevant. Dat onderscheid is alleen belangrijk voor de specialisten. Zoals onder stap i is aangegeven, is onze analyse dat medewerkers aan de primaire werkprocessen hinder ervaren van de bestaande procedures omdat andere belangen dan de bedrijfsvoering centraal stonden bij de specialis tische dienstverlening. De visie gaat er van uit dat alleen wanneer bij de informatievoorziening het belang van de bedrijfsvoering optimaal wordt ge honoreerd, met de dan betere, want meer volledi ge, bestanden, ook de andere belangen kunnen worden bediend. Door nieuwe ontwikkelingen in de kantoorau tomatisering wordt integrale informatievoorzie ning ook weer mogelijk. De verkokerde informa tievoorziening kan daarmee doorbroken worden. Bij een aantal ministeries is die beweging (overi gens onafhankelijk van Omslag in opslag) ook al in gang gezet. Naar de lijndirecties is de personele, de financiële en de documentaire functie gedecentra liseerd. Bij die directies is ook sterk de worsteling zichtbaar met bestaande informatiesystemen voor geld, personeel en archief, welke niet goed aanslui ten op hun behoeften. 8 Begrippen Als het doel van een beleids visie is gelegen in het verhogen van het nut van archieven voor de gebruiker, dient de gebruiker ook centraal in die visie geplaatst te worden. Dat geldt afgeleid ook bij het opstellen van begrippen. De doorsnee gebruiker is niet geïnteresseerd in het subtiele verschil tussen een map en een dos sier. Dat is wel heel interessant voor de specialis ten, maar we moeten juist proberen in het belang van de gebruiker de verkokering te doorbreken. Voor de klant is archief alleen datgene waarvan de behandeling is afgesloten en ergens in kasten staat opgeslagen. De specialisten weten wel dat in be ginsel zojuist ontvangen elektronische berichten ook archiefbescheiden zijn, voor de gebruiker is dat niet duidelijk. Ook het begrip documentai re informatie wekt verwarring. Volgens de defini ties bestaat dat uit informatie in tekstvorm, niet zijnde gestructureerde informatie.? Tot die docu mentaire informatie hoort dan niet financiële in formatie, personeelsinformatie en vaak procesin formatie.10 Documentaire informatie is daarmee beperkter dan het begrip archiefbescheiden aan geeft en de uiteindelijke gebruiker nuttig acht. De voor de specialisten relevante begrippen een andere betekenis geven die ook voor de gebruiker [172] zinvol is, vergroot alleen maar de verwarring. Als integrale informatievoorziening de toekomst heeft, laten we de verbijzonderde begrippen dan voor de specialisten houden en de gebruiker voor al benaderen met het begrip informatievoorzie ning. Dat is: 'Het geheel der activiteiten dat er toe dient een organisatie-eenheid (functionaris, be drijf, afdeling, departement of de rijksdienst in haar geheel) de informatie te leveren die nodig is om de toegewezen taken te vervullen. Informatie voorziening omvat systeembeheer en informatie beheer.'11 Dat begrip omvat alle voor de gebrui ker relevante informatie. Hiervoor is aangegeven dat vanuit de gebruiker gezien het archiefbeheer op zal moeten gaan in 'in formatievoorziening gericht op werkprocessen'. Het artikel in het kbasa waarin het hoofd van de algemene secretarie wordt aangewezen als verant woordelijke voor het archiefbeheer, komt daarmee op de tocht te staan. 10 Regelgeving Het gevaar kan bestaan dat een verzoek tot informatieverstrekking vanuit een ander belang dan bedrijfsvoering niet gehonoreerd wordt. Bijvoorbeeld omdat de lijnmanager er be lang bij heeft dat bepaalde informatie niet bekend wordt. In zo'n geval bestaat er een grond om zo'n belang te beschermen met behulp van regelgeving. Vanuit het belang van bedrijfsvoering zal regelge ving niet nodig zijn. Die informatievoorziening is immers ingericht op de eigen informatiebehoef ten. Omdat de informatiebehoeften zo verschillen is het verstandig de verantwoordelijkheid voor der gelijke regelgeving neer te leggen bij de vertegen woordiger van het belang. De toedeling van de verantwoordelijkheden voor de verschillende deel gebieden van de informatievoorziening staat be schreven in het Besluit Informatievoorziening in de Rijksdienst 1990. '4 12 Is aanvullende regelgeving nodig? Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen over het eerder genoemde rapport van de Rekenka mer is aan leden van de Tweede Kamer aangepaste regelgeving toegezegd. Regelgeving, die gericht is op de eigen rijksadministratie en uiteraard aan moet sluiten op de opgestelde beleidsvisie en de behoeften uit de praktijk. Zoals nu wel duidelijk is, beschouwen wij als één van de kernpunten van het nieuwe beleid de aanname dat informatiebehoef ten per werkproces verschillen en dat daarom de inrichting van de informatievoorziening, die ge richt is op een adequate ondersteuning van de taakuitvoering, per werkproces zal verschillen. Sterk uniformerende regelgeving als het kb as a [i73]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 17