Zal dit schema werkelijkheid worden? Voor een deel is het op sommige plaatsen al werkelijkheid, maar op vele plaatsen staan we nog aan het begin van de elektronische communicatie en blijven we terugvallen op papier en op Tante Post. Dat gaat zó: de secretaresse typt de brief met de nodige correcties op de tekstverwerker. De tekst wordt automatisch afgedrukt. De secretaresse neemt de brief uit de machine en brengt hem naar haar baas. De baas tekent en het stuk gaat weer te rug naar de secretaresse. Zij doet de briefin een en velop en deponeert die in het bakje uit. De bode haalt de brief daaruit en brengt hem naar de postka mer. Daar wordt de brief met andere stukken in een postzak gedaan. Iemand brengt die zak naar het postkantoor. Daar wordt de brief gesorteerd op be stemming, weer in een andere zak gedaan en op de trein gezet. Op de plaats van bestemming wordt de zak uitgeladen, in een postauto gelegd, naar het postkantoor gebracht en gesorteerd op adres, ptt levert de post daar af en die wordt verzameld in de postkamer. De bode brengt de bewuste brief naar de secretaresse van de baas die het aangaat. Zij opent de envelop en geeft de brief aan haar baas en die leest hem. Het gehele proces kan zich voltrek ken binnen 24 uur, mits de spoorwegen niet staken. Niet erg efficiënt. Inderdaad. Toch is dit nog steeds het dagelijks proces zowel bij het bedrijfsleven als bij de overheid. Eenvoudiger zou het zijn wanneer de eerste secretaresse op een toets zou drukken waardoor de brief op bijna hetzelfde moment op de plaats van bestemming zou verschijnen. Inderdaad, electronic mail. Die zal er mijns in ziens komen. Misschien eerst voor intern trans port? Toch is al meer en meer een vorm van elec tronic mail gemeengoed geworden: de fax, die over de telefoon een pagina tekst in dertig secon den overbrengt. Wie had dat tien jaar geleden ge dacht? Toch zullen we mijns inziens papier niet kunnen missen. Sommige mensen willen iets al tijd graag zwart op wit. Maar het zal naar mijn idee veel minder worden. Daarom moet U dat schema van de multifunctionele werkplek toch in gedachten houden, want dat zal over niet al te lange tijd op vele kantoren de werkelijkheid zijn. De ontwikkelingen gaan die kant op. Beperkt pa- piergebruik en elektronische archieven. Daarop zullen de beheerders van informatie moeten anti ciperen. Ook de archivarissen behoren tot die be heerders. Zij mogen hun cliënten in het jaar 2050 niet teleurstellen. In het schema ziet U gestructureerde en ongestruc tureerde informatiearchieven - in de vorm van ge gevens- en tekstbanken - direct ter beschikking van de gebruiker. Inderdaad een omslag in opslag. Wel terugkeer naar het brede terrein van informatie voorziening, geen afscheid van het archief. Want dat wordt in elektronische vorm een onderdeel van het informatievoorzieningssysteem. Hier is al een eerste antwoord gegeven op de vraag of mlg's vanuit het oogpunt van historische en culturele waarde van belang zijn. In principe ja dus. Planning, wetgeving, financiering Daarmee is nog geen antwoord gegeven op de vraag welk deel van de gestructureerde en onge structureerde informatie, opgeslagen in een met het informatievoorzieningssysteem geïntegreerd archief, dient te worden bewaard uit een oogpunt van cultuurhistorische waarde. Het zal U inmid dels duidelijk zijn dat het bij gestructureerde infor matie niet alleen gaat om salaris- en voorraadgege- vens? Wat dan? Het uitgangspunt zal hier dienen te zijn het reeds genoemde bekende bezwaarcrite- rium: 'alleen die informatie die bijdraagt tot de mogelijkheid om in de toekomst het handelen van de Rijksoverheid in hoofdlijnen te kunnen recon strueren, moet permanent bewaard blijven'. Het lijkt mij goed om daarom nog eens de instrumen ten te beschouwen, waarmee de overheid handelt, waarmee zij activiteiten ontplooit om haar doelen te bereiken, kortom haar beleid vorm te geven. Het zijn er natuurlijk vele, ik noem er slechts drie - we praten immers in hoofdlijnen: planning, wetgeving en financiering. Planning is in feite het ordenen van wat bereikt moet worden. Ik wil hier slechts spreken over twee soorten planningen. Ik noem ze de strategische en [166] de operationele planning. De strategische plan ning omvat een systematische en consistente orde ning van het te voeren beleid, waarin een eindtoe stand voor ogen staat. Zo'n planning is informatief en indicatief van karakter, bijvoorbeeld het bereik baarheidsplan Randstad, het structuurplan verkeer en vervoer en het nationaal milieubeleidsplan. Strategische planning zal vaak uitmonden in operationele planning, die meer normatief is en bindend voor overheid en burger, bijvoorbeeld het nieuwe politiebestel, herinrichtingsplannen voor gemeenten, inrichtings- en beheersplannen op ruimtelijk gebied, planning van voorzieningen op sociaal cultureel en medisch gebied. Wetgeving behelst - kort gezegd - het regelen van wat bereikt moet worden en vloeit in belangrijke mate voort uit de planning, die immers ordening beoogt. Onder wetgeving versta ik in dit verband zowel de wetten in formele zin als andere algemeen bindende voorschriften, zoals algemene maatrege len van bestuur en ministeriële beschikkingen. De organisatie en voorbereiding van wetgeving ver schilt van departement tot departement. Bij een enkel departement is sprake van concentratie in een centrale juridische afdeling. Bij andere depar tementen wordt wetgeving voornamelijk voorbe reid door beleidsdirecties. Financiering richt zich op het voorzien van geld voor wat bereikt moet worden en waartoe een be leid is uitgezet. Via het instrument planning zijn voor dat beleid de kaders aangegeven en via het in strument wetgeving kunnen daaraan grenzen zijn gesteld. De allocatie van de financiële middelen komt tot stand in de jaarlijkse begrotingen, zelf ookwetten. Claims voor de komende jaren vinden we in de meerjarenramingen. Daarbij kan het gaan om ex trapolatie van verondersteld ongewijzigd beleid, maar ook om tot uitdrukking te brengen de finan ciële gevolgen van nieuwe wetgeving en nieuw te voeren beleid. Het handelen met deze instrumenten geschiedt in een samenspel tussen bewindspersonen en ambte naren. In beginsel bestaat dat samenspel uit de ele menten planning, uitvoering en control. De planning is hier de beleidsvoorbereiding van een concrete activiteit, waar strategische planning overgaat in operationele planning. De uitvoering behelst het daadwerkelijke verwezenlijken van wat bereikt moet worden. Dit geschiedt op basis van de planning, binnen het kader van wetten en regels en met inachtneming van de begroting. Uitvoering kan ook worden overgedragen aan andere overhe den of aan publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organen, zoals die op het terrein van de sociale ze kerheid en de gezondheidszorg. Control wil ik vertalen als het greep houden op wat bereikt moet worden: het beheersen van het bestuurlijke proces. Control dient te geschieden via rapportages, die worden geconfronteerd met de planningen en waarmee de uitvoering kan worden bijgestuurd. Het gaat hier om het toetsen van effec ten, het bewaken van de efficiency van het proces; ook of dat zich voltrekt binnen het kader van de wet en de vastgestelde financiële grenzen. Beschouwen we de geschetste instrumenten van het bestuurlijk overheidshandelen, dan constate ren we naast samenhang eveneens complexiteit. In schema 2 is getracht het geheel in elkaar te passen. De daaruit blijkende verbanden wijzen op de noodzaak van een sterke communicatie tussen di verse onderdelen. Een middel om tot communicatie te komen is informatie. De totstandkoming daarvan voltrekt zich in de informatievoorzieningssystemen van de partementen en departementsonderdelen als weer gegeven in schema 1Zij zijn als het ware verstren geld met alle activiteiten, die tot het handelen van de rijksoverheid gerekend kunnen worden. Naar mijn mening kan dit schema en de toelich ting erop een bijdrage leveren aan het verdere denkwerk over de wijze waarop vastgesteld moet worden welke ongestructureerde en met name ge structureerde informatie, neergelegd in mlg's, voor het cultuurhistorisch erfgoed van belang zijn. Planning, wetgeving en financiering bepalen in be langrijke mate het handelen van de overheid. Bij planning en financiering wordt veel gebruik ge maakt van gestructureerde informatie. Voor toe komstig historisch onderzoek lijkt het mij waarde vol te weten hoe in deze tijd daarover is gedacht en hoe daarmee is gehandeld ten behoeve van het be sturen. [167]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 14