Je bent sedert i989 lid van de Tweede Kamer. Het ge beurt niet dagelijks dat zoiets iemand overkomt. Hoe is dat bij jou gegaan? Al heel vroeg was ik wat je noemt politiek geïn teresseerd. Sedert mijn achttiende jaar ongeveer maakte ik deel uit van de jongerenafdeling van de Partij van de Arbeid. In die tijd, zo midden jaren 70, vonden de grote vredesdemonstraties plaats en was er veel belangstelling voor de politiek. Maar ook op de middelbare school was ik al actief op dit terrein. De lessen maatschappijleer waren goed aan mij besteed. Al gauw werd ik voorzitter van de jongerenorganisatie van de PvdA in Alk maar en vervolgens werd ik actief op landelijk ni veau. Via het bestuurslidmaatschap van de partij afdeling in Alkmaar kwam ik in het gewestelijk bestuur, werd vice-voorzitter en tenslotte voorzit ter. Zo ging ik deel uitmaken van wat wel wordt genoemd 'de gewestelijke baronnen'. Op mijn dertigste stond ik op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. TWee banen Tegelijkertijd wasje tussen i986 en i989 gemeentear chivaris van Alkmaar. Ja. Rondom 1980, het precieze jaar weet ik niet meer, werd ik studiezaalmedewerker op het ge meentearchief, na het behalen van het diploma middelbaar archiefambtenaar. Voor mij geen onlo gische stap. Ik heb altijd interesse voor geschiede nis gehad. Na mijn opleiding aan de pedagogische academie heb ik mo geschiedenis gedaan en stu deerde ik uiteindelijk af aan de Universiteit van Amsterdam. Toen het duidelijk werd dat ik Fasel, die mij altijd heeft aangemoedigd het archiefwezen m te gaan, zou gaan opvolgen, heb ik ook nog de opleiding tot hoger archiefambtenaar gevolgd, al heb ik nooit examen gedaan. In feite vond en vind ik de scheiding tussen een opleiding voor middel bare en hoger archiefambtenaren onzin. De jaren op het gemeentearchief heb ik als zeer plezierig er varen. Maar in feite heb ik al die jaren twee banen gehad. Overdag was ik archivaris en 's avonds en de weekends partijlid en gewestelijk voorzitter. Een drukke tijd. Wasje overstap naar de landelijke politiek bewust ge pland of kwam het onverwacht Mijn kandidaatstelling lag eigenlijk wel in de lijn van de verwachting. Er heerste binnen het ge west een sfeer van: 'Valk, die komt er wel'. Maar ik kan je verzekeren dat je er hard voor moet werken voordat het zover is. Bij de verkiezingen in 1989 werd ik overigens niet direct in de Kamer gekozen. Ik kan me nog herinneren dat ik in de Volkskrant de uitslag van de verkiezingen doorlas. Het was duidelijk dat ik niet in de Kamer kwam. Althans zo leek het. Op het ge meentearchief kon ik die morgen iedereen gerust stellen. Jongens, ik blijf nog een paar jaar, maak je met ongerust'. Achteraf bleek dat ik niet als tweede reserve stond, maar als eerste. Op een zekere dag belde Aad Kosto mij op en zei: 'Gerrit, ik word staatssecretaris van Justitie. Gefeliciteerd, je komt in de Kamer'. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn gevoelens wat ambivalent waren. Enerzijds wilde ik graag naar Den Haag, maar anderzijds had ik in Alkmaar op het archief nog vee] te doen. Nieuwbouwplannen, automatisering, regionalisering. Maar een politie ke loopbaan kun je nu eenmaal niet plannen. Het komt zoals het komt. Het is nogal wat om je, laten we maar zeggen riante positie als gemeentearchivaris op te geven voor het on zekere bestaan vanfull-time politicus. Daarover heb ik geen moment nagedacht. Na tuurlijk, het Kamerlidmaatschap heeft iets onze kers, vooral als je lid bent van de fractie van de PvdA! Maar al te zeer op zekerheid spelen ont neemt je de mogelijkheid om eens wat leuke din gen in je leven te doen. Wat ik nu doe is een slopen de baan en met iets om tot je pensioen te doen. Een jaar of tien is wel het maximum. En wat ik ga doen als ik onverhoopt geen Kamerlid meer zal zijn zie ik dan wel weer. Een terugkeer in het archiefwezen sluit ik niet bij voorbaat uit. Vanitas-gevoel Hoe heb je de overstap van het gemeentearchief naar de Tweede Kamer ervaren? Aan de ene kant is de overstap niet groter dan [158] vanuit welke andere functie dan ook. Ook als ar chivaris ben je druk en bedrijvig. Het archief is een dynamische instelling. De tegenstelling tus sen de zogenaamd rustige archiefwereld en de woelige politiek bestaat niet. Wel is het zo dat de politiek een heel ander soort bedrijf is. Het is harder en je bent veel maar op je zelf aangewezen. Hoewel, in sommige kringen van het archiefwezen lijkt het nu en dan ook wel eens op de politiek! Het leven als Tweede Kamerlid is in mijn ogen een leuke hondebaan. Het werk houdt nooit op. Laatst zat ik in de bioscoop naar een film te kijken en in plaats van op te gaan in het verhaal, zat ik me af te vragen of de Filmkeuring niet eens zou moe ten worden afgeschaft. Ja, toen besefte ik: 'Gerrit, dit gaat te ver'. Welke zaken heb je in je portefeuille? In feite houd ik me met vier onderwerpen bezig: defensie, en dan vooral de dienstplicht; buiten landse zaken, met name Oost-Europa en de men senrechten; wetenschapsbeleid en cultuur. En bin nen 'cultuur' specifiek de sector cultuurbehoud: musea, monumenten en archieven. Vooral dit laat ste onderdeel geeft mij de gelegenheid nog regel matig voeling te houden met mijn roots. Al moet ik er bij zeggen dat dit maar een klein onderdeel vormt van mijn hele takenpakket. Heb je het als een voordeel ervaren dat je afkomstig bent uit de archiefwereld? Niet zo zeer mijn achtergrond als archivaris. Hoewel, ja ik gooi denk ik veel gemakkelijker aller lei papieren weg. Als je ziet wat voor stapels er dage lijks op mijn bureau terecht komen! Mijn beste vriend op mijn kamer (die de jonge politicus moet delen met nog drie anderen - rh) is de prullenbak. Wat ik wel als een voordeel zie is de historicus in mijzelf. Ik ben toch in staat op het juiste moment afstand te nemen, te relativeren. Het vanitas-ge voel, je kent het wel. Zeker in de politiek is het wel eens nodig. Stelje je als Kamerlid anders op dan in je functie van gemeentearchivaris? Nee, in wezen niet. Ook toen ik nog archivaris was heb ik altijd geprobeerd te werken vanuit de gedachte van de gemeente als geheel. Ik vond en vind dat je begrip moet opbrengen voor de keuzes die gemaakt moeten worden, al ben je het er niet al tijd mee eens. De afweging tussen de bouw van een nieuw ziekenhuis of een nieuwe archiefbewaar plaats is, lijkt mij, niet zo moeilijk. Al heb ik wel ge probeerd ook begrip bij anderen te krijgen voor mijn problemen. Ik geloof dat dat goed heeft ge werkt. Waar ik een hekel aan heb is dat Calimero- optreden dat je bij sommige collega's ziet: 'ze snap pen ons niet' of 'het interesseert ze toch niet wat we doen'. Zo'n houding werkt alleen maar contra-pro- duktief. En wat ik van wezenlijk belang acht voor het succes dat je wilt behalen: goede contacten. En het liefst persoonlijk. Geen afstandelijke, keurige brieven, maar veeleer een praatje. Zus en zo liggen de problemen. Hoe lossen we het op? Je moet een ander ook gunnen om mee te denken. Dat werkt veel beter. De weg naar Den Haag De Koninklijke van heef zich in haar concept-stra tegisch plan voorgenomen de contacten met de politiek te verbeteren. Wat vind je daarvan? Daar ben ik het geheel mee eens. Ik denk dat over het algemeen de archiefwereld de weg naar Den Haag nog onvoldoende kent. Zelf heb ik wel redelijk veel contacten in het land. Men weet mij ook te vinden. Maar als ik bijvoorbeeld kijk naar de wijze waarop de Kunstensector massaal te hoop loopt bij een mogelijke aantasting van de budget ten, dan denk ik: als de sector Cultuurbehoud daarvan iets zou overnemen, dan zou er bijvoor beeld nooit zo gesneden zijn in de monumenten budgetten als de laatste jaren is gebeurd. Over het algemeen is men te netjes. Men zou wat bruta ler moeten zijn. Overigens vind ik wel dat minister d'Ancona het met betrekking tot Cultuurbehoud goed doet. Is er, volgens jouw inschatting, in de Tweede Kamer voldoende belangstelling voor het onderwerp archie ven? In de politiek heeft men de afgelopen jaren wel ervaren hoe belangrijk het is goed geordende ar chieven te hebben. Denk maar eens aan de zaak- [i59]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 10