[9]
zijn ambtstermijn na aan de Archives Nationales;
zijn persoonlijke stukken nam hij mee naar huis.
Presidentiële archieven zijn in Frankrijk na zestig
jaar openbaar.
STANDAARDISERING EN NIEUWE TECHNO
LOGIE VANUIT HET GEZICHTSPUNT VAN DE
archivaris was het thema van een andere bij
eenkomst.
Inleider Gérard Naud richtte zich in de eerste
plaats op normen die archivarissen zullen moeten
formuleren ten aanzien van nieuwe technologie:
Software en hardware standaards, ook audio-vi-
suele standaards.
In het bijzonder ging hij in op de consequenties
van informatiesystemen die in netwerken met el
kaar verbonden zijn. De inhoud van de informatie
wordt voortdurend vernieuwd. Hij refereerde aan
een studie door Charles Dollar en David Bearman
over noodzakelijk interventie door archivarissen
bij het ontwerp van geautomatiseerde informatie
systemen. Archivarissen zullen moeten leren de
taal van systeemontwerpers te spreken en verstaan.
Een ander aandachtsveld is de toepassing van
informatietechnologie bij het beheer van archie
ven. De informatica maakt het mogelijk grote
hoeveelheden papier te beheren, wat handmatig
nauwelijks meer mogelijk is.
Vooral bij het toegankelijk maken is een aantal
probleemgebieden, zoals het bewaren van de con
text van de beschrijvingen. Gestandaardiseerde
lijsten van indextermen zijn op zijn minst nuttig.
In hoeverre kan de technologie van Image pro
cessing toegepast worden bij beheer en beschik
baarstellen? Volgens de aanbieders van produkten
is alles mogelijk, maar in de praktijk zijn er nog al
wat problemen. Zo is browsenbladeren, nauwe
lijks mogelijk. Indicering, met alle problemen, is
nog steeds noodzakelijk.
Michael Cook signaleerde een omslag in ge
bruik van computers. Deze worden steeds meer
ingezet als communicatiemiddel, dus voor het ver
zenden van data over netwerken.
Beschrijvingsstandaards zijn bij uitwisseling
tussen archiefdiensten noodzakelijk. Cook stak in
dat verband de loftrompet over de Canadese colle
ga's, die momenteel op dit terrein een leidende rol
vervullen. In internationaal verband moet het
werk van een icA-werkgroep genoemd worden,
die onlangs op het terrein van beschrijvingen een
Statement of Principles gepubliceerd heeft.
3
Het imago van de archivaris,
harmonisatie van opleidingen en
internationale mobiliteit
Plenaire zitting David Vaisey schetste ons
een korte historische ontwikkeling van het vak van
archivaris in Engeland. In 1947 werd voor het
eerst de beoefenaar van dit beroep gedefinieerd als
een vakman en the historian's mate. Nu de oplei
ding tot archivaris een universitaire postdoctoraal-
opleiding is, is ook het aanzien van het vak veran
derd. Nu is hij zowel de academicus, die voorwaar
den schept ten behoeve van wetenschappelijk
onderzoek als de informatievoorziener in lokaal
bestuur. Kenmerkend noemde hij de situatie in de
Tweede Wereldoorlog, toen in Engeland de bevol
king opgeroepen werd over de radio om histori
sche documenten in te leveren op het gemeente
huis of bij de dominee om ze van eventuele vernie
tiging te sparen. Niet bij een archivaris, maar bij
de plaatselijke autoriteiten. In dat licht bezien is
men in Engeland al een heel stuk verder gekomen.
Hans Hofmann pleitte voor bilaterale uitwisse
ling van archivarissen, voor stages in het buiten
land en voor samenwerking tussen universiteiten
en de beroepsverenigingen. Maar bovenal pleitte
hij voor een gestandaardiseerde internationale ar
chiefopleiding te Brussel, miet alleen in het per
spectief van Europa 1992, maar ook tot beheer van
de archieven van de Europese commissies.
Parallelle sessies De eerste parallelsessie
ging over de vraag welke opleidingen wel
ke KWALITEITEN DE N I ET-G E S P E CIA LI S E E R-
de archivaris nodig heeft. De eerste spre
ker, Juul Verhelst, docent aan de Vrije Universiteit
te Brussel, ging uit van de stelling dat een archi
varis een afgestudeerd historicus moet zijn. Met
name voor schoning en selectie is historisch in
zicht nodig. De theorie moet gericht zijn op alge
mene basisprincipes, uitgebreid met specialisatie-
[8]
cursussen. Praktijk, training on the spot, is noodza
kelijk. De archivistiek moet geen onderdeel zijn
van de informatiewetenschap. Ook de tweede
spreker, Johannes Wagner, gemeentearchivaris van
Bochum, benadrukte de noodzaak van een acade
mische opleiding als historicus voor een volwaar
dig archivaris. De archivaris moet zeker onderzoek
doen en mag zich niet slechts als bemiddelaar op
stellen, waarbij hij producent noch gebruiker van
archieven is. Een archivaris moet wel alle aspecten,
waarmee hij in aanraking komt, beheersen. Hij
moet een specialist zijn die overal inzetbaar is. Dus
eigenlijk een schaap met vijf poten. In de discussie
werd naar voren gebracht dat ook andere vaardig
heden als management en begrotingstechnieken
gedoceerd moesten worden.
Internationale ontmoeting is een belangrijk on
derdeel van een congres
De beide sprekers waren van mening dat de oplei
ding beperkt moest blijven tot een puur archivisti-
sche na een algemeen historische. Het overige zou
in afzonderlijke cursussen gedaan moeten worden.
WELKE OPLEIDING EN WELKE KWALITEITEN
ZIJN VEREIST VOOR EEN GESPECIALISEERD
archivaris? was de keuze van een andere works
hop. Theo Thomassen, directeur van de Rijksar-
chiefschool, hield een helder betoog over de ont
wikkeling van de audiovisuele specialist vanaf
1980. De ideeën over de AV-specialist zijn op gang
gekomen na een oproep van Unesco in 1980. Tij
dens een ronde-tafelconferentie in 1987 zijn de
volgende eisen geformuleerd ten aanzien van av-
specialisten: educatie en praktijk zijn noodzake
lijk, een AV-archivist moet all-round zijn, het
wetenschappelijk en technologisch aspect moet
gescheiden blijven en de opleiding moet geïnte
greerd worden in bestaande opleidingen. Voorts
ging hij nader in op de plaats van de AV-specialist
in de organisatie.
De tweede spreker, Olivier Guyot Jeannin, do
cent aan de archiefschool te Parijs, was verhinderd.
Zijn tekst werd voorgelezen door mw. M.P. Ar-
nauld. Na een algemene inleiding hield ze een plei
dooi voor flexibiliteit, de 'all-round' archivaris,
specialisatie binnen de bestaande organisatie en
een verzwaring van de archiefopleiding. Robert
Egeter van Kuyk, hoofd van het film- en fotoar
chief van de Rijksvoorlichtingsdienst, zette op ver
zoek van Thomassen de ontwikkelingen in Neder
land uiteen inzake het op te richten Nationaal Au
diovisueel Archief5.
Twee zeer uiteenlopende verhalen werden tijdens
een interessante sessie over de bescherming
van het beroep van archivaris gepresen
teerd door mevrouw Thompson, registrator van de
Society of British Archivists, en T. Eastwood, do
cent aan de school voor bibliotheek-, archief- en
informatiestudies van de universiteit van Brits
Columbia in Canada.
In het Verenigd Koninkrijk kan volgens Kate
Thompson iedereen die van 9 tot 5 met archief
stukken in de weer is, zich archivaris noemen.
Hiertegen is de Society of British Archivists een
jaar of tien geleden in het geweer gekomen door
een officieel register voor archivarissen en archief
beheerders in het leven te roepen. Diegenen die in
het register ingeschreven wensen te worden en
daarmee hun beroepsmogelijkheden aanzienlijk
vergroten dienen aan een van de drie volgende
voorwaarden te voldoen:
1 Een voltooide opleiding aan één van de vier uni-