gewesten. De feitelijke macht lag echter bij het ge west Holland, veruit het rijkste gewest, maar ook het gewest met de grootste schulden. Over dat ge west schrijft Dormans in zijn derde hoofdstuk. In perioden wandelt hij de zeventiende en achttiende eeuw door. Aan de hand van veel cijfermateriaal laat hij zien welke de Hollandse schulden waren en hoe de overheid daarmee omging. Een vrolijk verhaal is het niet. Het is een aan eenrijging van groeiende schulden, waartegen de Staten van Holland nu eens beperking van de kos ten probeerden te realiseren (troepenverminde ring), dan weer belastingen verhoogden, nieuwe leningen aangingen of de rente reduceerden. Voor 1599 berekende de auteur een schuldenlast van 3,6 miljoen gulden, voor 1699 ruim 191 miljoen gulden en voor 1796 442 miljoen gulden (de jaar tallen zijn willekeurig). In hoofdstuk 4 zet Dormans tegenover de cijfers van de Hollandse schuld die van de Generaliteit. Ook de andere gewesten konden bij lange niet aan hun verplichtingen voldoen. De oorzaak daarvan waren vooral de oorlogslasten. In vergelijking met de Hollandse schuldenlast vormden de generali- teitsschulden echter een vrij klein bedrag. Het dieptepunt lag in 1661 met 16,3 miljoen gulden. In tegenstelling tot Holland namen de generali- teitsschulden in de achttiende eeuw niet meer toe. De Staatsregeling van 1798, een produkt van ver lichte revolutionairen, beschouwde alle schulden van de gewesten en de generaliteit als nationale schulden. De omvang van die nationale schuld moet een duizelingwekkende hoogte hebben ge had. Dormans noemt een bedrag van 1 miljard gulden. In het eerste decennium van de negentien de eeuw waren de inkomsten uit belastingen 33 miljoen, de staatsuitgaven plus de rentelast ech ter 71 miljoen. In zijn laatste hoofdstuk wijdt de auteur enige aandacht aan diverse aspecten van staatsschuld, zoals de verhouding tot de financiële sector (waar kwam het geld vandaan?), economische theorieën uit vooral de achttiende eeuw en een beoordeling van de staatsschulden van de Republiek. Het hoofdstuk biedt ruimte zowel voor die zaken die de schrijver elders niet kwijt kon als voor een sa menvattende beschouwing. Zelfs de neo-klassie- ken en de Keynesianen voert hij ten tonele ter ad structie van de optimale omvang van het financie ringstekort van de overheid. Wie het boek Het tekort leest, zal bewondering en respect krijgen voor de moedige duik van Dormans in de ondoorzichtige en kleverige brij der staatsfinanciën ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hij is erin geslaagd de Hollandse schuld in concrete cijfers uit te druk ken en legt daarmee een belangrijke basis voor na der onderzoek naar de geschiedenis van de over heidsfinanciën. In zijn 'ten geleide' relativeert de schrijver zijn onderzoek tot een eerste verkenning (blz. x). Ik voeg daaraan toe: maar wel een zeer nuttige. Er is nog een reden die bespreking van dit boek in het Nederlands Archievenblad rechtvaardigt. De Nederlandse archiefbewaarplaatsen zijn voor een niet onaanzienlijk deel gevuld met 'belastingar chieven: de neerslag van het handelen van de over heid ter bekostiging van haar uitgaven. Archivaris sen klagen vaak dat het onder hun beheer staande materiaal zo prachtig is, maar ook zo weinig ge raadpleegd wordt. Toetst men het boek van Dor mans aan deze klacht, dan kan gezegd worden dat de archivaris deze onderzoeker aan het hart kan drukken. Dormans heeft een indrukwekkende hoeveelheid archieven geraadpleegd, zowel van de overheid als van particulieren, waarbij die van de Raad van State, de Financie van Holland en de Fa- gels mij het belangrijkst voorkomen. Een recensent wordt niet alleen ingehuurd voor loftuitingen, maar ook voor kritische opmerkin gen. Ik veroorloof mij er enkele. Zoals boven al aangegeven is het onderwerp van het boek niet eenvoudig. Te weinig slaagt de auteur erin de moeilijke materie voor een lezerspubliek van (zelfs geïnteresseerde) leken toegankelijk te maken. Deels is dat een gevolg van redaktie en terminolo gie, deels van systematiek. Maar juist bij een zo moeilijk onderwerp mag van een auteur iets extra's worden verwacht om zijn produkt voor de belang stellenden aantrekkelijk te maken. Een tweede opmerking betreft het hollando- centrisme, waarop de titel van het boek niet duidt, maar waarvan de inhoud wel getuigt. Gezien de positie en de macht van het gewest Holland is het [76] volstrekt voor de hand liggend dat de aandacht vooral hierop gericht is. Maar dan had dat toch minstens uit de titel van het boek moeten blijken. Een licht gevoel van teleurstelling bekruipt degene die nu eens wat meer over de andere gewesten van de Republiek wil weten. Niettemin overheerst het gevoel van bewonde ring en ben ik, met Dormans, van mening dat 'het tekort in de schatkist en het tekort in onze kennis' onze aandacht moeten blijven houden. Paul Brood Schakels Zven'ja. Istoriceskij al'manach. Vypusk 1. Moskva, 1991. Vorig jaar verscheen het eerste deel van een serie 'historische almanakken' die onder de titel Zven'ja (Schakels) wordt uitgegeven door de vereniging Memorial te Moskou. Het woord almanak lijkt hier overigen wat minder goed op zijn plaats. Wie net als ik bij het woord almanak denkt aan iets handzaams en bescheidens komt in ieder geval bedrogen uit. Dit eerste deel blijkt een stevig ge bonden boek van 620 pagina's, compleet met zo'n 25 bladzijden naamindex. De meeste krantelezers zullen wel eens iets over de vereniging Memorial gelezen hebben. Een van de meest bekende leden is Dmitri Joerasov, die in zijn studentenjaren tijdens de 'periode van stagna tie' een omvangrijke kartoteek aanlegde van perso nen die in de Stalintijd slachtoffer zijn geworden van de repressie. De vereniging stelt zich ten doel de geschiedenis van de repressie te reconstrueren, het lot van individuele slachtoffers op te helderen en overlevenden bij te staan. Inmiddels is er een hele organisatie gegroeid die op professionele wij ze archief- en ander documentatiemateriaal verza melt, beheert en ontsluit. Verschillende specialis ten, die hun opleiding ontvangen hebben aan het Moskouse Staatsinstituut voor Geschiedenis en Archieikunde, zijn als betaald of onbezoldigd me dewerker aan Memorial verbonden. De onkosten van de vereniging worden bestreden uit bijdragen van donateurs, grote en kleine, zowel in de Sowje- tunie als in het buitenland. De titel van de nu gestarte serie jaarboeken roept associaties op met de ketenen die de onvrij heid symboliseren, en verwijst tevens naar het feit, dat de in deze serie gepubliceerde opstellen elk voor zich te beschouwen zijn als stukjes in een leg puzzel die samen een compleet beeld moeten ople veren, zoals verschillende schakels samen een ke ten vormen. Doel en opzet van de serie zijn in mijn ogen in drukwekkend, zoals past bij de ongehoorde om vang van het te overwinnen kwaad. De samenstel lers van deze bundel zeggen het zelf heel duidelijk en ik kan dan ook niet beter doen dan hen citeren: 'Wie is opgevoed in een denktrant van mythen kan zich niet neerleggen bij de vernietiging van die mythen. Op de brokstukken van de ingestorte le genden schieten onmiddellijk weer nieuwe leu gens op.' Tegen die leugens willen de samenstellers ten strijde trekken met archiefstukken, mondelin ge en schriftelijke getuigenissen, statistische gege vens, realia, verzameld tijdens speurtochten door de provincie. De redactie beperkt zich er toe de be trouwbaarheid van het materiaal te controleren en het bij de presentatie te voorzien van een sober commentaar waarin alleen het allernoodzakelijk ste wordt meegedeeld. Ze onthoudt zich met op zet van beschouwende artikelen. 'We prepareren slechts stukken voor het gerecht van de geschiede nis, maar spelen zelf geen rechter. Dat is een ander genre.' De samenstellers willen zich ook niet spe ciaal richten op de lotgevallen van bekende en be langrijke personen. Het eerste doel is het aan het daglicht brengen van het lot van het volk, van de gewone burgers. Op deze manier willen de initiatiefnemers hun steentje bijdragen aan de enorme opgave waarvoor de bevolking van de voormalige Sovjetunie staat, het boven water halen en verwerken van de eigen geschiedenis. Omdat zowel de actualiteit als het verleden enkele generaties lang ontkend zijn is de overwinning op de leugens een noodzakelijke voorwaarde om zichzelf terug re vinden. Wat vindt men nu zoal in deze eerste bundel? Het zou te ver voeren alle opgenomen artikelen te noemen. Ik beperk me hier tot enkele stukken die mijzelf het meest zijn opgevallen. [77]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 40