het archiefbeheer aan staatsinstellingen, gemeen ten en particuliere organisaties het opnemen van particuliere archieven. Interessant is het voorts om op te merken dat het Nationale Archief naast de vier archiefafdelingen (section ancienne; section moderne; section con temporaine; section administrative et économi- que) twee studiecentra bevat, namelijk het Centre d'études et de documentation historiques en een soortgelijk centrum voor la litérature nationale. Deze laatste sectie zal in de meeste landen eerder aan de Nationale Bibliotheek gekoppeld zijn. Het hoogste echelon ambtenaren van de culturele in stellingen behoort of een universitair diploma te hebben of in het bezit te zijn van de leraarsbe voegdheid voor het middelbaar onderwijs in Luxemburg (artikel 21). De raadpleging van archiefstukken wordt in de wet van 5 december 1988 niet geregeld. De oudere bepalingen terzake komen neer op openbaarheid van overgedragen archieven, tenzij de inhoud de privacy van personen of families aantast. Voor de overbrenging geldt de dertig-jaren-regel. Voor de raadpleging van overgebrachte diplomatieke ar chieven na 191 3 was (althans in mijn bron van 1979) speciale toestemming van het ministerie van Buitenlandse Zaken vereist. Andere staatsarchie ven zijn tot 1945 raadpleegbaar. De sectie oude archieven loopt tot 1880, soms tot 1890. Deze sectie bevat twee archieven die in Den Haag gevormd zijn, namelijk de Luxemburg se kanselarij van de koningen Willem 1 en 11 (1830- 1848) en het secretariaat van de koning-groother tog sinds de nieuwe constitutie van 1848 tot 1890. De section moderne loopt tot ongeveer 1940/45. Het bestuur van het Groothertogdom door middel van een 'Administration Generale' met een viertal afdelingen werd daarna vervangen door een sys teem van ministeriële departementen. Het Nationale Archief dient ook als depot voor de notariële archieven. In 1942 werden de notarië le protocollen naar het Staatsarchief overgebracht van de rechtbank van Luxemburg en in 1951 van de rechtbank van Diekirch. Op grond van de or donnantie van de koning-groothertog van 30 ok tober 1841 waren de notarissen verplicht protocol len ouder dan honderd jaar bij de rechtbank te de poneren. Het notarieel archief omvatte in het Staatsarchief in 1977 al ruim 560 meter. Particuliere archieven kan men veelal aantreffen in het bruikleen van het Groothertogelijk Insti tuut aan het Staatsarchief of zijn door archivaris Ruppert geïncorporeerd in de sectie oudere archie ven; met name gaat het dan om de archieven van de in de Franse tijd opgeheven geestelijke instellin gen, waaronder de St. Willibrordsabdij te Echter- nach. Van de particuliere archieven die daarnaast in het kader van dit artikel het vermelden waard zijn, noem ik het archief van de heerlijkheid d'An- sembourg, voor de raadpleging waarvan de toe stemming van de graaf nodig is, en het archief met de verdere collecties van de in Diekirch geboren archivaris bij de Belgische staatsarchieven Jules Vannerus (legaat uit 1970). De totale omvang van alle archieven in het Luxemburgse Nationale Archief bedraagt onge veer 30 kilometer. Bij het nagaan van de publicaties van deze instel ling bemerkt men dat het educatieve aspect een veel grotere rol speelt dan bij Nederlandse archief diensten. In het bijzonder komt dat tot uiting bij tentoonstellingen. Ik noem slechts twee evene menten in dat genre, als eerste Le Luxembourg sous la Maison d'Orange-Nassau, 1974, waaraan onze collega Bervoets heeft meegewerkt. Deze tentoon stelling is ook in Den Haag te zien geweest. De tweede, Luxembourg-Memorial de l'histoire, was een bijzondere prestatie van archivaris Guy May en archiefdirecteur Paul Spang. Zestig van de be langrijkste documenten voor de geschiedenis van het Groothertogdom waren toen bijeengebracht uit heel Europa en gaven een duidelijk beeld van de geschiedenis van dit stukje Europa van 762 tot 1965.5 Epiloog Het Groothertogdom Luxemburg heeft als mo derne staat een jonge geschiedenis. De staat is als het ware de wieg voor de natie geweest. Dit thema werd als Leitmotiv voor de herdenking van 1989 genomen en verwoord in de rede van Luxemburgs [58] bekendste historicus prof. dr Gilbert Trausch, De l'Etat a la Nation. Het nationale gevoel, zo zagen we, werd mede gevoed door de aanwezigheid van een dynastie, sinds 1890 een eigen dynastie. Het Nationale Archief bepaalt verreweg het gezicht van Luxemburg op ons vakgebied. Als separate instel ling met zelfstandige taken heeft dit archief zich sinds 1958 sterk ontwikkeld, niet in het minst door op internationaal terrein het contact met vakgenoten te zoeken. Zo kan het Luxemburgse archief binnen de eeg een volwaardige plaats in nemen. Het Nationale Archief vervult een duidelijke rol in de verspreiding van de kennis over de eigen ge schiedenis. Dat gaat soms wel ten koste van de be werking van instrumenten voor de toegankelijk heid van de archieven. De historische banden tussen ons land en het Groothertogdom brengen een regelmatig contact tussen archivarissen en historici met zich mee, waar een ieder die daarmee ervaring heeft opge daan, met genoegen op terug ziet. In 1989 bestond het culturele verdrag tussen Luxemburg en Nederland veertig jaar. Ter gele genheid daarvan vond er een historisch symposion in Luxemburg plaats onder de titel Les relations entre les Pays-Bas et le Luxembourg. Onder redactie van de historici Tamse en Trausch verscheen een zeer lezenswaardige gelijknamige bundel uitgege ven door de sdu (1991). Bij de voorbereiding van dit symposion heb ik de suggestie gedaan om ter gelegenheid van een volgend lustrum een gids te publiceren, waarin de archiefbronnen in Neder land aanwezig voor de geschiedenis van het Groot hertogdom beschreven zouden worden. Zowel in het Algemeen Rijksarchief als in het Koninklijk Huisarchief, maar vermoedelijk ook elders kan men stukken van die aard lang niet altijd makke lijk vinden, waardoor een dergelijke gids een nut tige handreiking kan zijn voor het bestuderen van de Luxemburgse historie. Moten 1 De L'Etat a la Nation 1938-1989 a 15 0 Jaer onofhéingeg, onder redactie van Jean-Claude Muller, Luxem burg 1989 b 100Jaer Lëtzebuerger Dynastie. Collections et Souvenirs de la Mais on Grand-Ducale. Catalogue de l'exposition au Musée National d'histoire etd'art, onder redactie van Jean Claude Muller, Luxem burg 1990. 2 Hetgemeentearchiefvandestad Luxemburg komt uit historisch oogpunt toch een korte vermel ding toe. Het bevindt zich in het stadhuis en heeft een omvang van 2500 meter. De huidige gemeente archivaris is Fernand Emmel. Daar het Groothertogdom geen algeme ne archiefwet voor overheidsar chieven kent, wordt de benutting van de archieven geregeld in een gemeentelijk besluit van 1981. Ar tikel 1 stelt dat de documenten toegankelijk zijn voor ieder met een gerechtvaardigd belang en dat de archivaris op schriftelijk inge diende verzoeken over de toelating beslist (artikel 2). Het stadsarchief kent de gebrui kelijke oudere series, zoals reke ningen, burgerboeken, parochiere- gisters. De oudere fondsen zijn echter verre van compleet. De ou de rechterlijke archieven bevinden zich in het Nationale Archief, evenals de notariële protocollen. Wel zijn in het gemeentearchief de kleinere archiefjes opgenomen van in 1920 opgeheven plattelandsge meenten, die direct op de oude vesting aansloten. 3 Voor de archiefgeschiedenis heb ik drie brochures benut, namelijk: Antoine May, Les Archives de l'état du Grand-Duché de Luxemburg et l'histoire localeLuxemburg 1964; Paul Spang, Quandles archives ra- content l'histoire des archives Luxemburg 1979; Guy May, Les Archivespubliques au Grand-Duche de Luxembourg, Legislation etcon- sidérationgénérales, Luxembourg 1986. 4 Memorial, Journal officieldu Grand-Duche de Luxembourg, Re- cueil de Legislation, A-7128 de cember 1988. 5 a Luxemburg onder Oranje-Nassau 1813-1890. De illustraties bij deze catalogus waren verzorgd door de tekenaar Opland! b Guy May, Luxemburg Memorial de l'histoire- Dokumentezur Geschich- te - Evidence of the Past, avec une préface de Pierre Werner, président du Gouvernement et une étude de Paul Spang, directeur des Archives de l'Etat. Luxembourg 1983. [59]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 31