rf VA i Mi ifï/w s Z S-y i tiecriteria, die zoveel mogelijk aan huidige en toe komstige behoeften van onderzoekers tegemoet komen. Ik geef enkele suggesties, die nader zouden moeten worden bekeken op twee punten. In de eerste plaats is er de vraag of de inhoud van dossie rs en registers na 1945 veranderingen heeft onder gaan die voor de onderhavige kwestie van belang zijn, ten tweede moet nu reeds worden bezien welk gewicht hier moet worden toegekend aan automa tisering en nieuwe opslagtechnieken Het eerste wat zou moeten worden onderzocht is wat de consequenties zouden zijn van volledig bewaren van correspondentie, dossiers en dergelij ke. Dat klinkt op het eerste gezicht ongetwijfeld volstrekt wereldvreemd. Toch is dit het enig houd bare uitgangspunt. Strafdossiers bevatten namelijk in de regel - nog afgezien van brieven en andere niet-juridische stukken - niet alleen dichter bij de werkelijkheid staande (weergaves van) verhoren en getuigenverklaringen dan het uiteindelijke vonnis, maar ook het vonnis zelf. Moet vervolgens, het geen ik aanneem, de vraag aan de orde komen wat dan wel vernietigd zou kunnen worden, dan valt juist te denken aan vonnissen en processen-verbaal van zittingen. Dat is wel even slikken, want al eeu wen hebben de meer 'toonbare', overzichtelijke, minder ruimte in beslag nemende en - nog eens - puur juridische eindproducten een streepje voor gehad. Verder zijn uit de dossiers betrekkelijk een voudig, althans zonder reden voor twijfels, te ver wijderen dagvaardingen van getuigen, bevelen tot aanhouding en allerlei andere routinestukken. Het zal niet eenvoudig zijn een Nederlandse jurist te vinden die 'Cohen-Lindenbaum' niet kent, een ar rest van de Hoge Raad uitigip. Het is veel moeilijker iets over de strafrechtelijke voorgeschiedenis van deze zaak te vinden. Een restantontleend aan het Amster damse 'Register van strafzaken uit ipip, wordt ge toond in de dlustratie. Van déze beroemde zaak is misschien nog wel meer van deze aard terug te vinden, maar van talloze andere ongetwijfeld niet, hetgeen mede een gevolg is van de onderwaardering van dit deel van het strafrechtelijk bedrijf en de toepassing van de uit deze onderwaardering voortgevloeide selec tiecriteria. Rijksarchief in Noord-Holland, Arron dissementsrechtbank en officier van justitie Am sterdam 1838-1921,inv.nr.945 (zaaknr.592) StPJ 1 Si X S3 II scfS et zvs-sy z- fP y-^'er/z 7 £-2 ers.A. 'i'l j/tP pp'I/re-??'S-f. /sA ygtZés./iyiyym A'S/S./ f'? 'A é/yyyy/ ■- /yy Sryyyyyy at^rrt Véyyy y-yyzaS yyf'/yyVy'Y/y yyj/y/tyy/Z Ysy' J y S/y y yyyZ tyt yyy/yJ' (Zf. g'yyy/y' yrt dds /ïSAyrsly' dfyy.Z/yy/ -y'yy/, yyy/ yZy.y'yyY/y.y yS epjy-yy 'A Vsyy-i'ZVyAyZzyysyzy// S? yyyf-C?.' C -kj V yc A yZ-yyAy yyty y/yyy-yyy'yyV yyéZZ?-' At'Cv y,--,Y yyZyC.y'yyyy S 52. J Mocht het zo zijn dat de hier bedoelde overlap minder groot is dan verondersteld, dan blijft het bewaren van vonnissen en dergelijke noodzakelijk en kunnen degenen die dat vanzelfsprekend vin den zich verheugen in het voortzetten van een lan ge traditie. Wat dan evenwel met de dossiers te doen, als men met schrijver dezes de opvatting heeft dat het hanteren van de grens van een jaar geen enkele steun verdient, alleen al - een argu ment dat hierboven nota bene nog niet eens aan de orde kwam - omdat een jaar gevangenisstraf anno 1991 en het bijbehorende delict niet zonder meer op een lijn staan met die van 1936? Eén alternatief kwam al ter sprake: het systema tisch ontdoen van alle strafdossiers (en de tot nu toe veronachtzaamde verzamelingen van parket stukken) van juridische routinestukken en, in deze variant, ook van zittingsverslagen en vonnissen en vervolgens het restant compleet bewaren. Daar naast zou correspondentie (inclusief telefoonno tities) bewaard moeten blijven. Een andere mo gelijkheid zou zijn het bewaren van een deel van de dossiers door toepassing van een aselecte steek proef (mits op de correspondentie niet eenzelf de methode zou worden toegepast). Terecht is door Ketelaar de principiële juistheid van deze me thode, die in elk geval te preferen is boven het han teren van een ernstcriterium zoals thans, bena drukt.6 Een groot nadeel zou zijn dat, anders dan bij de methode van systematische uitdunning, sommige stukken, zoals vonnissen, dubbel be waard zouden blijven, terwijl door de rechtvaardi ge, maar harde werking van de steekproef het ver lies van unica als zoals brieven te betreuren zou zijn. Tenslotte nog iets heel anders ter overweging. Opmerkelijk in de nieuwe vernietigingslijst is het ontbreken van een uitzonderingsbepaling die tien jaar eerder voor kantongerechtsarchieven werd geïntroduceerd. Van schoning gevrijwaard werden namelijk bij beschikking van 4/27 februari 1981 de archieven (1947-1985) van de kantongerechten van Hoorn, Harderwijk, Zierikzee, Boxmeer en Heerenveen. Waarom is men nu al weer van een dergelijke aanpak afgestapt, althans voor de onder havige archieven? Mij lijkt een aangepaste uitwer king van deze 'museumgedachte' bijzonder de moeite waard, namelijk een waarbij rekening ge houden wordt met de toestand van de oudere ge deelten van de rechterlijke archieven en natuurlijk vooral met de sterke punten van de respectieve ar chieven. Genoemd werden al de parketregisters van Amsterdam. Het zou jammer zijn als we wat een dergelijke bron betreft de 'vijf eeuwen stedelijk strafrecht' niet zouden halen. Andere voorbeelden: de circulaire-verzameling van de rechtbank Alk maar7 en de dossiers van de rechtbank die ik nog hoop te vinden. Ook valt te denken aan een com binatie van beperkte bewaring van de harde kern van het justitiële materiaal met bewaring elders van door sommigen als 'soft' getypeerde gedeelten. Een concrete suggestie bij wijze van voorbeeld: het archief van de Amsterdamse rechtbank uit de jaren 1811-1838, dat zich nog in Amsterdam bevindt, wordt herenigd - terecht - met dat van de periode daarna (in het Rijksarchief te Haarlem), maar een deel blijft achter in Amsterdam. Overeenkomstige gedeelten verhuizen van Haarlem naar Amster dam. Niet alleen strafdossiers, maar ook andere nader overeen te komen gedeelten waaraan een 'echte' rechtshistoricus minder waarde toekent. Ik denk aan de vele negentiende- en twintigste-eeuw- se echtscheidingsdossiers, waarvan de historische waarde tenminste zo groot is als die van de straf dossiers. Zo nodig kan die massa met de eerder omschreven uitdunningsmethode beheersbaar ge maakt worden. Misschien iets voor de vernietigingslijst van 2001? Summary Judicial archives and destruction (S. Faber) In March 1991 the minister of Justice and the minister of Welfare Health and Cultural Affairs issued an order concerning the destruction of records from judicial archives. Professor Faber gives some critical comments, especially with regard to the new disposal schedule of criminal records. [53]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 28