algemene rijksarchivaris werd ter verantwoording
geroepen. Er werd zelfs over gesproken de inventa
ris uit de handel te nemen en de archivarissen aan
wie indertijd een inventaris was uitgereikt, werden
speciaal gewaarschuwd voorzichtig te zijn met ge
gevens te verstrekken uit deze inventaris. Gelukkig
ebde de belangstelling van de pers net zo snel weg
als ze was gekomen.
Maar de inventaris van Zwart Front c.a. uit 1977
zou vandaag nooit meer op deze manier worden ge
publiceerd. Nu zouden persoonlijke gegevens in de
inventaris zelf niet voorkomen, maar verstrekt
worden via aparte toegangen, zoals indices. Die in
dices worden niet gepubliceerd. Iets dergelijk ge
beurt nu al met de inventarisatie van het Militair
Gezag.
Verwerving en afspraken
persoonlijk archief
Er moet onderhandeld worden met eigenaars of
erfgenamen om hun archief in bezit te krijgen en
in bezit te houden. Die onderhandeling op zich is
een belangrijk punt waarmee vaak wordt bepaald
wat de voorwaarden van openbaarheid zijn. Een
goed onderhandelaar, die bovendien uitgaat van
het standpunt dat archivering in principe tot
openbaarheid moet leiden, bewerkstelligt zo wei
nig mogelijk beperkende voorwaarden. Dat is dus
tijdens de acquisitie het eerste en waarschijnlijk
belangrijkste moment waarop de archivaris gecon
fronteerd wordt met dit probleem.
Telkens moeten wij ons de vraag voorhouden:
wat is de bedoeling van archiveren en nadien in
ventariseren? Wat mij betreft heel eenvoudig: alles
moet toegankelijk worden en moet gebruikt en ge
openbaard kunnen worden. Verloopt het gesprek
met de eigenaar goed dan bereik ik dit doel. Meest
al echter zal het resultaat anders zijn en ontstaan er
condities over de bewerking en vooral over de toe
gankelijkheid voor wie en wanneer. Dus naar tijd
beperkt en naar kwaliteit van het onderzoek en
ook wel naar het doel waarvoor gebruikt. Die
voorwaarden zullen dan in de inventaris bekend
gemaakt worden. Hoe dat afloopt is een zakelijke
uitkomst van de onderhandelingen.
De archivaris wil de papieren graag hebben,
maar hij heeft er alleen iets aan (tenzij hij alleen zijn
persoonlijke nieuwsgierigheid wil bevredigen)
wanneer hij ze toegankelijk kan maken. De ver
strekker heeft soms redenen om dingen te willen
verbergen zonder dat dat kennelijk in de weg staat
aan zijn behoefte om het archief over te willen dra
gen. De werkelijkheid is dan over het algemeen nog
wat gecompliceerder. De verstrekker is namelijk
wel eens iemand die de inhoud niet zo goed kent
omdat hij het ook maar geërfd heeft of omdat hij
ook maar van oude spullen afwil, maar die ander
zijds toch wel het gevoel (en soms zekerheid) heeft
dat hij voorzichtig met die spullen moet omsprin
gen. De archivaris heeft hier de beroepsplicht, des
noods ongevraagd, de privacy te beschermen.
Ik spreek nu over archieven die niet zijn aange
boden maar waarvoor de archivaris aktief op pad is
gegaan, er om gevraagd heeft en de overdracht
soms moet bevechten op iemand die eigenlijk lie
ver alles vernietigde. Het moeilijke proces van het
verwerven en de te stellen voorwaarden is telkens
weer anders: algemene regels zijn niet te maken.
De aanvankelijk gereserveerde mening over een
persoon kan bij nadere bestudering zich zo wijzi
gen in een meer positieve opvatting, wat tot gevolg
kan hebben dat bij nadere bespreking de schenker
minder argwanend staat tegenover publiciteit. Zo
ontstond tussen de heer De Quay en mij een goede
vertrouwensrelatie die het mogelijk maakte om
nadere toelichtingen van de heer De Quay te vra
gen, of zijn medewerking bij het maken van inter
views. Voorbeeld: er is in het archief-De Quay wei
nig bewaard gebleven van zijn aktiviteiten als
voorzitter van de Vereniging voor Nationale Vei
ligheid. Een vereniging die aktief was in de jaren
dertig en zich fel keerde tegen de politiek van het
gebroken geweertje. Omdat er veel vraag is naar
dit archief heeft De Quay een goed verhaal ge
schreven met de nodige verwijzingen over de Ver
eniging voor Nationale Veiligheid.
De gever kan met de archivaris vertrouwen hebben
in het feit dat uiteindelijk de stukken uit het ar
chief voor zichzelf zullen spreken. Dat leidde bij
het archief-De Quay tot het aanpassen van de
voorwaarden in positieve zin. Veel sneller dan aan
vankelijk was afgesproken (2050) is het archief De
Quay voor wetenschappelijk onderzoek geopend
geworden.
[46
Glasnost in oorlogsarchieven, over
openbaarheid en toegankelijkheid
De onderzoeker dr A. van den Oord poneerde de
volgende stelling: de onderzoeker en de burger zijn
gebaat bij een zo groot mogelijke openbaarheid
van overheids- en particuliere archieven uit de oor
logsjaren.
'Ik draag voor deze stelling vier argumenten
aan:
1 het bestrijden van mythevorming (ik denk daar
bij aan perspublikaties over gesloten archieven en
het geruchten/roddelcircuit in een lokale gemeen
schap)
2 het tegengaan van lacunes in de geschiedschrij
ving (zo kent Noord-Brabant bij voorbeeld nog
geen enkele studie naar de N s b)
3 openbaarheid 'democratiseert' de geschied
schrijving: niet alleen de 'geschiedschrijver des
rijks' of een hoogleraar kunnen dan een trend zet
ten, maar iedere serieuze onderzoeker. Het beste
voorbeeld zijn wellicht de archieven van Zwart
Front waaruit onderzoekers een beeld hebben
kunnen presenteren dat het statische 'goed-fout'-
schema doorbrak en nieuwe impulsen bood voor
verder onderzoek.
4 beperking van openbaarheid leidt bovendien tot
scheve verhoudingen. De onderzoeker mag ener
zijds wel kennis nemen van de opmerkingen van
een pastoor in zijn memorialen over communisten
in zijn parochie, maar niet over de activiteiten van
N s B'ers in diezelfde parochie in de oorlogsjaren.
Beperkingen van de openbaarheid
Beperkingen met betrekking tot openbaarheid
moeten aan zorgvuldige regels gebonden zijn. Ik
geef een drietal voorbeelden:
1 de serieusheid van de onderzoeker is pas achteraf
vast te stellen, dat wil zeggen dat inzageplicht voor
publikatie een betere beperking is dan uitsluiting
van openbaarheid.
2 zo groot mogelijke openbaarheid moet naar
mijn mening niet alleen gelden voor archieven van
organisaties, maar ook voor archieven van perso
nen die een pregnante rol speelden in politieke of
sociale groeperingen (bestuurders, parlementaire
vertegenwoordigers etc.), voorzover de archivalia
geen betrekking hebben op het privéleven (familie
zaken). Politiek en politieke keuzen worden door
mensen gemaakt en die moeten er achteraf ook op
aan te spreken zijn. Het politieke leven speelt zich
in de openbaarheid af (of beter: zou zich in de
openbaarheid af moeten spelen). Ook een keuze
voor het verzet, de Nederlandse Unie, de nsb, het
leger of accommodatie is uiteindelijk een politieke
keuze. Wanneer bijvoorbeeld rondom het vraag
stuk van de zuivering gegevens over personen uit
gesloten worden van de openbaarheid, rest de on
derzoeker slechts de periodieken uit die tijd (Tribu
naal-verslagen in kranten en zuiveringslijsten in
het Publikatieblad van het Militair Gezag). Dat be
tekent dat slechts vonnissen en namen meegeno
men kunnen worden en motieven etc. buiten beeld
blijven en dat leidt weer tot lacunes in de geschied
schrijving en mythevorming.
3 het embargo dat rust op sommige scripties, is be
grijpelijk vanuit het gezichtspunt van de afgestu
deerde. Daardoor blijft de mogelijkheid bestaan
om later de scriptie om te werken tot een artikel,
boek of dissertatie. Veelal liggen nu scripties met
een embargo echter stoffig te worden in archiefkas
ten zonder dat er nog plannen bestaan bij de auteur
om er iets mee te doen. Een archief zou embargo's
in tijd moeten beperken met de mogelijkheid voor
de auteur tot verlenging.
Toegankelijkheid van archieven
Openbaarheid is een eerste stap om goed onder
zoek te kunnen verrichten, toegankelijkheid is een
tweede noodzakelijke stap. Sommige onderdelen
van het archief zijn wel zonder meer openbaar,
maar in de praktijk een ontoegankelijk oerwoud.
De talloze landelijke en provinciale circulaires van
bezetter, geallieerden en Militair Gezag in semi-
statische archieven geven de indruk dat de oor
logsarchieven in kwantitatieve zin erg rijk zijn, de
ontnuchering volgt bij het doorbladeren. Een
scheiding bespaart de onderzoeker veel werk en
geeft in inventarissen een betere indruk van het
specifieke lokale materiaal. Dergelijke circulaires
zouden, in verband met de beperkte archiefruim
te, provinciaal en landelijk op een centraal depot
toegankelijk moeten zijn. Daarnaast verdient het
aanbeveling om vooruitlopend op de BRG-publi-
katie Gids Noord-Brabant en Tweede Wereldoorlog
en de naderende herdenking van 50 jaar bevrijding
[47]