vERLEDEh O^QEVmo moM Niet alleen was er concurrentie van andere archief manifestaties, maar ook omdat het fenomeen van 'een nationale dag' nieuw was, is de invulling en de mate van publiciteit verschillend geweest, wat in bepaalde gevallen tot soms wat tegenvallende be zoekersaantallen heeft geleid. Als we bovendien weten dat de Open Monumentendag (14 septem ber) en de Open Gemeentedag (21 september) aan de archievendag voorafgingen, dan kan men ver moeden dat de gevreesde 'open-dagen-moeheid' in oktober op bepaalde plaatsen onder de bevolking reeds heerste. Daarnaast werd door sommigen als een bezwaar ervaren dat de dag aan het begin van de herfstvakantie lag. Niettegenstaande al deze bijkomende zaken va rieerde in de gesprekken na afloop de stemming bij archivarissen van enthousiast tot 'compleet uit de bol gegaan'. Bij diverse kleinere en middelgrote ar chiefdiensten werd men geconfronteerd met een overrompelende belangstelling van publiek en me dia. Vrijwel iedereen was het er over eens: dit vraagt om herhaling; en dan niet elk jaar maar zo om de drie jaar een Open Dag. Over het algemeen bleek de doelstelling van de open dag - het binnenhalen van een met de functie en werking van een archief niet vertrouwd publiek - goed geslaagd. De meerderheid van de bezoekers kwam voor het eerst over de drempel van een ar chiefdienst. We beschikken over harde cijfers dankzij de enquête die twee archieven die dag heb ben gehouden. In het gemeentearchief Helmond bleek 61% en bij het Rijksarchief in Friesland was 63% voor het eerst geweest. Dat een en ander op termijn ook niet zonder effect blijft, blijkt uit de intentie van de helft van de Helmondse bezoekers om in de toekomst zeker meer gebruik van de ar chiefdienst te gaan maken. Dertig procent was dat misschien van plan. In Friesland waren de percen tages respectievelijk 20 en 46. De meeste archiva rissen merkten op dat de nieuwe bezoekers ook lang bleven hangen, gemiddeld ruim anderhalf uur. Klinkende resultaten! Waar ging binnen de bezoektijd de aandacht van de bezoekers naar uit? In ieder geval niet naar de vaktechnische zaken van de archivistiek als ont sluiting en dergelijke. Wel naar al wat met genealo gie te maken heeft, het audio-visuele materiaal, de restauratie-afdeling, de depots, de topografische atlas, de expositie en, in iets mindere mate, de stu diezaal. Bij alles was de hang naar veel extra mon delinge informatie bijzonder groot. Van de tentoongestelde stukken deden vooral alle locale, 'eigen' items het goed. Maar ook de 'cu riosa', de topstukken, het oudste stuk, charters met veel zegels, oude kaarten, oude kranten, adelsbrie ven en bijvoorbeeld processtukken met opzienba rende 'wandaden' en doopinschrijvingen van be roemde Nederlanders. Helaas bleek het wel dat de aan de dag deelnemen de categoriale instellingen het in het geweld van het gemeentelijk en rijksarchiefbeheer wat in de verdrukking zijn gekomen. Bij volgende gelegen heden zal daar meer aandacht aan moeten worden besteed. Ook met de thema's konden zij niet uit de voeten. Maar dat gold niet alleen voor hen, in het algemeen werden de themas, ook door de bezoe kers, niet zo aansprekend bevonden. Zoals gezegd bleek vrijwel overal het concrete materiaal over de eigen stad en streek het meest aan te spreken. Het (audio-)visuele materiaal (oude foto's, ansichten, en vooral video's van oude lokale films) stak er daarbij met kop en schouders boven uit. Een archi varis formuleerde het als volgt: Je moet je op zo n dag museaal opstellen, met veel gemakkelijk en snel op te nemen (beeld-)materiaal. Enigszins in tegenspraak hiermee is de ervaring dat een beperkte groep bezoekers graag direct met stamboom- of huisonderzoek aan de slag wilde. Voor hen is het misschien zinvol een kamer met inleidende literatuur en hulpmiddelen in te rich ten. In dit verband moet ook het genealogisch spreekuur worden genoemd zoals dat onder meer op het Rijksarchief in Overijssel werd gehouden en een groot succes was. Als extra attractie werd ervaren het uitnodigen van standjes van verwante instellingen (vriendenkring, heemkundekringen, historische verenigingen [his torische markt], musea [met tentoonstelling al daar], monumentenzorg [bijvoorbeeld mip], ge nealogen voor 'spreekuur') en ook het houden van excursies door de stad en de verkoop van boeken, inventarissen, kaarten, foto's, dia's, video's. Vooral de verkoop van dubbele boeken, verordeningen, dubbele reprofoto's en ansichtkaarten deed het goed. [18] Commissaris van de Koningin in Friesland na het van het Rijksarchief te Leeuwarden. Foto Friesch hijsen van de vlag voor het begin van de Open Dagen Dagblad [19]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 11