veau. Zo treffen we resoluties aan over uiteenlo pende zaken als de bouw en uitrusting van sche pen, de in- en verkoop van goederen, de werving, instructie en betaling van personeel en bemannin gen etcetera. Door middel van een zakenindex in het archief van de kamer Amsterdam en alfabeti sche indices in de Zeeuwse resolutieboeken zijn de besluiten toegankelijk voor onderzoek. 2 Uitgaande stukken In de brievenboeken van de Heren Zeventien en de kamer Amsterdam - van Zeeland resteert slechts voor de jaren 1773-1794 een kopieboek - die de correspondentie aan de Gouverneur-Generaal en Raden en de overige vestigingen die rechtstreeks met de Republiek in contact stonden bevatten, treffen we de besluiten aan betreffende de aangelegenheden in Azië en de hieruit resulterende opdrachten voor het bestuur aldaar. Zowel in de Republiek als in Azië werden op deze belangrijke brievenseries alfabetische za- kenindices vervaardigd. De correspondentie tus sen de kamers onderling en met de Heren Zeven tien is nog grotendeels in het archief van de kamer Zeeland terug te vinden. 3 Ingekomen stukken uit Azië en Kaap de Goede Hoop Voor de geschiedenis van de Nederlanders in Azië en van veel Aziatische landen zelf vormen de series ingekomen stukken de belangrijkste bron van onderzoek. Zij geven een beeld van de handel en het leven in de diverse factorijen, de contacten met de plaatselijke machthebbers en bevolking en het netwerk van de voc tussen de verschillende landen. De meest toegankelijke serie bevindt zich in het archief van de kamer Amsterdam, omdat deze allereerst chronologisch, vervolgens naar aard van de stukken en tenslotte geografisch is ge rangschikt. De serie van de kamer Zeeland bestaat globaal uit dezelfde bestanden, maar is in veel ge vallen minder volledig en kent een slordige, geo grafische ordening. De serie ingekomen stukken van de kamer Am sterdam valt uiteen in drie delen: a de kopie-resoluties van de Gouverneur-Gene raal en Raden, b de kopie-uitgaande stukken van de Gouver neur-Generaal en Raden en C de overgekomen brieven en papieren. Oorspronkelijk schijnen er vijf delen geweest te zijn, maar de dagregisters van de verschillende vestigingen en de registers van de boekhouders in Azië zijn vrijwel geheel verloren gegaan.12 De ko pie-resoluties van de Gouverneur-Generaal en Raden schetsen een beeld van het bestuur van dit hoogste bestuursorgaan in Azië, waarbij de na druk ligt op handelsactviteiten, benoemingen, be stuurlijke aangelegenheden en regelgeving. Over het beleid van Batavia komen we echter uit de re soluties weinig te weten, ofschoon ze uitgebreider en informatiever zijn dan die van de Heren Zeven tien en de kamers. Beleidskwesties komen we daarentegen weer wel meer tegen in het zoge noemde 'Batavia's uitgaand briefboekwaarin zich de kopie-uitgaande stukken van de Gouver neur-Generaal en Raden aan de kantoren in Azië en Kaap de Goede Hoop en aan Aziatische autori teiten bevinden. De meest omvangrijke correspondentie bevat ten de series overgekomen brieven en papieren uit Indië, de Kaap en China, gericht aan de Heren Zeventien en de kamer Amsterdam. De serie af komstig uit Indië (1607-1794) bevat de generale missiven van Gouverneur-Generaal en Raden, stukken over de bedrijfsvoering afkomstig van de departementen in Batavia en van de Raad van Jus titie, stukken van de kantoren die rechtstreeks met de Republiek correspondeerden (zoals Bengalen, Ceylon, Coromandel, Malabar en de Perzische kantoren) en 'Batavia's inkomend briefboek', met afschriften van brieven uit de diverse vestigingen. De serie brieven afkomstig van Kaap de Goede Hoop behelzen vooral de bedrijfsvoering en justi tiële zaken in deze verversingspost over de periode 1651-1794. De stukken afkomstig uit de factorij Canton in China tenslotte, werden in de Repu bliek door de zogenoemde 'Chinasche Commis sie' (Commissie voor de vaart op China) behan deld en zijn dientengevolge in een aparte serie op genomen. De inhoudsopgaven van de drie series in het ar chief van de kamer Amsterdam zijn op initiatief van mevrouw Meilink-Roelofsz uitgetypt en in totaal 35 delen gebundeld (de zogenoemde 'blau we' banden). De meeste zijn samengesteld aan de hand van de oorspronkelijke inhoudslijsten en ge ven een beschrijving van ieder document afzon- [180] derlijk. Voor naar plaats en tijd goed afgebakende onderwerpen of gebeurtenissen, zoals het vergaan van een bepaald schip, waarvan naam, plaats en jaartal bekend zijn, vormen zij een goede ingang. Voor een ruimer opgezet onderzoek naar bijvoor beeld het totale verlies aan schepen en lading uit gedrukt in geld kan men beter beginnen met het lezen van de repertoria op de Bataviase resoluties, de gedrukte extracten van de generale missiven en de samenvattingen van de overgekomen brieven en papieren opgesteld door het Haags Besogne.1' Daarna kunnen de inhoudsopgaven gedetailleer der informatie verschaffen. 4 Commissiearchieven De zes kamers vaardigden niet alleen bewindhebbers af naar het college van de Heren Zeventien, maar ook naar verscheidene commissies en 'besognes'. In deze commissies werden zaken voorbereid en geregeld, die niet tij dens de zittingsperioden van de Heren Zeventien afgewerkt konden worden. De belangrijkste com missies werden gevormd door het Haags Besogne (vanaf 1787 Vijfde Departement of Préparatoir Besogne) dat op basis van de overgekomen brie ven en papieren een conceptmissive voor het be stuur in Azië opstelde, een commissie voor het opmaken van de jaarlijkse 'generale' staat en de Commissie voor de vaart op China. Van de andere commissies, zoals de 'secrete commissie', die ten tijde van oorlog geheime routes en seinen voor schreef en de commissies voor controle van de boekhoudingen en de veilingen van de kamers is nauwelijks archief bewaard gebleven. 5 Afzonderlijk gehouden stukken, oorspronkelijk losse stukken Binnen de archieven van de kamers Amsterdam en Zeeland zijn stukken die niet tot de administratie of het archief van een bepaald kantoor van de kamer konden worden herleid, in deze rubriek opgenomen. In twee gedeelten, geti teld 'Beheer in Europa' en 'Beheer buiten Europa' worden stukken met betrekking tot gevarieerde onderwerpen als particuliere handel, kerkelijke zaken, vreemde mogendheden, militaire zaken en retourvloot beschreven. 6 Departementsarchieven Iedere kamer kende kantoren en departementen, die zich met de be drijfsvoering bezig hielden. Voor de bouw en uit rusting van de schepen, de aanmonstering van zeelieden en soldaten, alsmede de navigatie, droeg het departement van de equipage zorg. Het depar tement van de commercie of koopmanschappen hield toezicht op de in- en verkoop van de goede ren, terwijl het departement van de ontvang of thesaurie de kassier controleerde en voor de in koop van goud en zilver voor Azië zorgde. Aan archiefmateriaal is er voor de departemen ten van de equipage, de commercie en de ontvang alleen in de archieven van de kamers Zeeland en Amsterdam nog wat overgebleven. Belangrijke onderdelen van het departement van de equipage vormen de (onvolledige) serie scheepsjournalen en de registers van uitgelopen schepen, de zoge noemde 'uitloopboekjes'. In deze boekjes staan de uit- en thuisreizen van de schepen die voor de ka mers uitvoeren een voor een genoemd, met vermelding van onder andere de reisdata, het aan tal opvarenden, de naam van de schipper.'4 De twee belangrijkste departementsarchieven zijn die van de opperboekhouder en het soldijkan toor. Van beide is in de archieven van de meeste kamers nog aanzienlijk veel bewaard gebleven en ze bieden zodoende een belangrijke bron voor on derzoek. De opperboekhouder hield voor de ka mer de grootboeken en journalen bij en zorgde voor de administratie inzake de aandelenhandel en de door de kamer verstrekte geldleningenVoor met name de achttiende eeuw is het archief voor bedrijfseconomisch onderzoek bij uitstek ge schikt, maar ook over de kosten van de scheep vaart van de voc biedt het de nodige informatie. Zo staan in de grootboeken en journalen de beste de bedragen aan scheepsbouwmaterialen, de be voorrading van de schepen (inclusief namen van leveranciers), de meegegeven contanten, handels waar en overige benodigdheden in Azië vermeld. Het soldijkantoor was belast met de omvangrij ke administratie van het personeel op de schepen en in de vestigingen in het octrooigebied. De ad ministratie bestaat uit drie grote bestanden, te we ten a de generale land- en zeemonsterrollen, b de scheepssoldijboeken en C de rollen van de gekwalificeerde civiele en mili taire dienaren. [181]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 5