m.g.h.a. de graaff en a.m. tempelaars, In
ventaris van het archief van de Algemene Secretarie
van de Nederlands-Indische regering en de daar
bij gedeponeerde archieven, 1442-1440. Deel i-iv
1007 blz. Algemeen Rijksarchief, Tweede Afde
ling. 's-Gravenhage 1990.
Bespreking van inventarissen
Building an economic-historical appa
ratus: NEHA-Series-V The Nederlandse!
Economisch-Historisch Archief is a society which
was founded in 1914 with the aim of developing a
scientific and documentary infrastructure for re
search, in particular research into the history of
trade and industry. One of the activities of the
society is the publication of a number of series
to be used in support of economic-historical
research. In this article one of these series is discus
sed in detail.
Slot
Summary
Me: de Series-v voorziet het n e ha in een evidente
behoefte. De uitgaven mogen in geen enkele ar
chiefbibliotheek ontbreken. Voor het openbaar
archiefwezen is uiteraard vooral de verdere ont
wikkelingvan het barn van belang. Een up to da
te register van bedrijfsarchieven maakt een funda
mentele herbezinning op het vraagstuk van selec
tie en behoud van bedrijfsarchieven mogelijk.
Titels
1 B.P.A. Gales enJ.L.J.M. van
Gerwen, Sporen van leven en scha
de. Een geschiedenis en bronnen
overzicht van het Nederlandse ver
zekeringswezen. NEHAAmsterdam
1988. 363 blz.
2 P. Dehing en C. Seegers, Katalo-
gus van de kollektiegedenkboeken
van ondernemingen en organisaties
in de Economisch-Historische Bi
bliotheek. NEHAAmsterdam 1988.
455 blz.
3 J.J. Seegers, Economisch-Histori
sche Wegwijzer. Een gids voor het
bronnen- en literatuuronderzoek
van de Nederlandse economische ge
schiedenis. NEHAAmsterdam
1990. 233 blz.
4 J.L.J.M. van Gerwen, J.J. Seegers
en S. W. Verstegen, Mercurius'er
fenis. Een geschiedenis en bronnen
overzicht van de Kamers van Koop
handel en Fabrieken in Nederland.
NEHAAmsterdam 1990.164MZ.
5 B. Hijma, Textiel-Historische Gids.
Collecties bij Nederlandse archief
diensten, bibliotheken en musea.
N E HA Amsterdam/Stichting Tex-
tielgeschiedenis Enschede 1991.
265 blz.
Moten
r Zie over de geschiedenis van het
neha: E.J. Fischer, J. L.J. M. van
Gerwen en J.J. Seegers, De Veree-
niging Het Nederlandsch Econo
misch Historisch Archief 1414-1414.
NEHAAmsterdam 1989. Bespro
ken in: Nederlands Archievenblad
94(1990), 190-191.
2 Zie voor een samenvatting van de
ze discussies: Bedrijfsarchieven.
Beschouwingen over acquisitie, be
heer en gebruik. NEHAAmsterdam
1989, en P. Nijhofetal., Het indus
trieel erfgoed en de kunst van het
vernietigen. Zeist 1989.
3 Noot 1, pagina 37.
[258]
Op 26 juli 1990 ontving de Indonesische ambassa
deur in Nederland het eerste exemplaar van de
vierdelige inventaris van de archieven van Alge
mene Secretarie Batavia uit de periode 1942-1950.
Met deze inventaris zijn de belangrijkste archie
ven over het Nederlands-Indonesische conflict
toegankelijk gemaakt. De publicatie zelf staat in
zekere zin symbool voor de nauwe samenwerking
tussen het Algemeen Rijksarchief en het Arsip Na-
sional, het staatsarchief in Jakarta. Opmerkelijk is
dat de in deze inventaris beschreven archieven
deels in Indonesië, deels in Nederland berusten.
Ter verklaring is het nodig eerst in te gaan op de
lotgevallen van deze archieven.
Binnen het centralistisch opgezette Neder
lands-Indische bestuur vormde de Algemene Se
cretarie (as) de spil van de administratie. Elk be
sluit van enig belang kwam alleen tot stand na
grondig onderzoek door ambtenaren van de as
die aldus een invloedrijke tussenlaag vormden
tussen de Gouverneur-generaal en de departe
mentshoofden. Terecht trekken de inventarisato-
ren hier een vergelijking met de situatie onder Ko
ning Willem I en diens almachtige Staatssecreta-
rie. Vanaf mei 1940 ressorteerden de politieke
aangelegenheden onder het Kabinet van de Gou
verneur-generaal. Dit Kabinet, een denktank van
adviseurs van de gg, bleef echter deel uitmaken
van de Algemene Secretarie, al stond de directeur
Kabinet niet onder, maar naast de Algemeen se
cretaris en coördineerde hij ook de politieke zaken
van de departementen.
Toen in de loop van 1949 duidelijk werd dat aan
het Nederlandse bewind over Indonesië een eind
zou komen, hebben de departementen uit veilig
heidsoverwegingen gedeelten van hun recent ar
chief gedeponeerd bij de as. Ook binnen het ar
chief van de as bracht men een scheiding aan.
Stukken die nodig waren voor het voortzetten van
de administratie en niet van vetrouwelijke aard
waren, werden aan de Indonesische autoriteiten
overgedragen. Bescheiden die de Hoge Vertegen
woordiger van de Kroon voor zijn taakuitoefening
nodig zou hebben alsmede stukken die om hun
vertrouwelijk karakter beter in Nederlandse han
den konden blijven, hield men buiten die over
dracht.
Deze laatste categorie, overwegend materiaal
met een politieke strekking, is in 1951 en 1952 naar
Nederland verscheept. Beide zendingen kwamen
in ons land onder beheer van verschillende minis
teries en geen van beide hebben dit beheer onge
schonden overleefd. Zo werden ondermeer uit
beide gedeelten, in het vervolg as-i en as-2 ge
noemd, stukken betreffende Nieuw-Guinea afge
scheiden. Ook werden, in flagrante tegenspraak
met het herkomstbeginsel, bepaalde series rappor
ten geplunderd om zo de serie in het ministerieel
archief te completeren tot een serie Rapportage
Indonesië.
In 1965 deed de Rijkscommissie voor Vader
landse Geschiedenis het voorstel de archieven
over te brengen naar het Algemeen Rijksarchief,
wat in 1966 inderdaad gebeurde. Drie jaar later
leidden publicaties in de media over door Neder
landse militairen in Indonesië bedreven excessen
tot verhoogde aandacht voor het bronnenmateri
aal uit deze voor Nederland zo cruciale periode.
De in 1969 door de regering uitgebrachte Exces-
sennota steunde voor een belangrijk deel op mate
riaal uit as-i en 2. De Rijkscommissie kreeg ver
volgens opdracht tot publicatie van de belangrijk
ste bescheiden uit de periode 1945 tot 1950, een
opdracht die anno 1991 nog altijd niet geheel is
voltooid.
Ten behoeve van deze bronnenpublicatie is het
gedeelte as-i van 1970 tot 1983 door het ara uit-
[259]