Renewed interest in a forgotten colo ny The part played by The Netherlands in the early colonial history of North-America is a subject which has become increasingly popular in recent years. New Netherland - A forgotten colony is the theme of a series of lectures to be held at Dutch universities in the spring of 1993. This will be followed in the autumn by a symposium de dicated to the same subject at the John Adams Institute, Amsterdam. An interview with Dr Charles Gehring, director of the New Netherland Project in Albany, New York. De belangstelling voor het Nederlandse aandeel in de vroege koloniale geschiedenis van Noord- Amerika is vooral in de Verenigde Staten de laatste jaren sterk toegenomen, vooral getuige het groei end aantal academische dissertaties en andere we tenschappelijke publicaties op dit terrein. Jaarlijk se symposia in Albany, een eigen vereniging en een belangrijke serie bronnenuitgaven hebben van het thema een volwaardig specialisme binnen de Amerikaanse koloniale geschiedenis gemaakt. Als er één man verantwoordelijk is voor de groei van de belangstelling voor dit onderwerp is het de Amerikaanse Germanist Charles Gehring. Charles Theodore Gehring werd geboren in 1939 in het stadje Fort Plain, langs het Eriekanaal in het noorden van de staat New York. Al vroeg kreeg hij belangstelling voor de geschiedenis van zijn geboortestreek en las hij boeken over Pieter Stuyvesant en het oude New York. 'Zo rond 1964 heb ik voor het eerst een verbin ding gelegd tussen de historie van mijn geboorte streek en mijn belangstelling voor talen. Ik ging Duits studeren in West-Virginia en behaalde daar mijn ma. Daarna kreeg ik een fellowship aan de universiteit van Indiana in Bloomington voor een promotieonderzoek. Ook heb ik enige tijd met een Fulbright Fellowship gestudeerd in Freiburg en was ik medewerker bij het Meertens-Instituut in Amsterdam. Van 1968 tot 1974 werkte ik als do cent Duitse taal- en letterkunde aan de State Uni versity of New York in Albany. Al die tijd had het Nederlands mijn bijzondere belangstelling en uit eindelijk ben ik dan in 1973 gepromoveerd op een studie over de sociale aspecten van het verval van de Nederlandse taal in de kolonie New York. Ik zat in Albany immers bovenop de bronnen, en ontdekte zo een enorme schatkamer die nauwe lijks was geëxploreerd.' Met financiële steun van de staat New York ging het jaar daarop (1974) het New Netherland Pro ject van start, met als doel de transcriptie en verta ling van alle bronnen uit de Nederlandse tijd van vóór 1674. Gehring viel als eerste en nog steeds enige directeur met de neus in de boter. Moeten we de start van het New Netherland Pro ject zien als een teken van de herlevende belangstel ling voor ethniciteit in Amerika? 'In zekere zin wel. De televisieserie Roots en allerlei instellingen en verenigingen hebben ook de belangstelling voor genealogie in de vs sterk aangewakkerd. In New York bestond natuurlijk al ruim een eeuw de Hol land Society, die de belangstelling voor het moe derland en het Nederlandse koloniale verleden van veel New Yorkers levend houdt. Deze trend ging samen met een toenemende belangstelling voor sociale geschiedenis, niet alleen de grote mannen en grote gebeurtenissen, maar een her waardering van het leven van gewone mensen in het verleden.' In Europa zijn regionale studies erg sterk opgeko men. Heeft de bestudering van Nieuw-Nederland daar ook in New York erg van geprofiteerd? 'Merk waardig genoeg niet. De State University of New York in Albany heeft sinds jaar en dag een "region al studies" programma, maar men heeft voor kolo niaal New York geen belangstelling.' Zou dat juist niet komen doordat de studie van het Nederlandse verleden een aantal specifieke vaar digheden vereist, die voor een ma- student te veel ge vraagd zijn? Ik denk aan kennis van paleografie en van Nederlands, en dan bovendien nogzeventiende- eeuws Nederlands. 'Dat zou kunnen. De belang stelling voor Nieuw-Nederland is toch wel sterk opgekomen, maar dat kwam vooral door het New Netherland Project en het feit dat eindelijk een moderne Engelse vertaling van vele belangrijke bronnen beschikbaar kwam. Bovendien organise ren we jaarlijks het Rensselaerswijck seminar, waarop elke keer een nieuw thema uit de geschie denis van Nieuw-Nederland door deskundigen wordt belicht, en is er ook nog een mededelingen blad de Nieu Nederlanse Marcurius. Ook het blad van de Holland Society, de Halve Maen is van een suffig verenigingsblad steeds meer op weg een pro fessioneel tijdschrift met historisch-wetenschap- pelijke artikelen te worden.' Je hebt in 1979 een belangrijke gids gepubliceerd van de Nederlandstalige manuscripten van vóór 1674 in Amerikaanse bibliotheken en archiefbewaarplaat sen, een absolute must voor elke Nieuw-Nederland- historicus. Zoiets ontbreekt in Nederland. 'Ja, in Ne derland loopt de belangstelling wat achter bij die in de vs. In 1993 zal ik een klein aantal lezingen in universiteitssteden houden en is er een symposium [224] in Amsterdam. Hopelijk brengt dat de zaak weer wat op gang. Men is in Nederland vrij slecht op de hoogte van de geschiedenis van de Amerikaanse kolonie. Het is opmerkelijk dat de weinige kennis die er is vaak is gebaseerd op de historische voor oordelen van Angelsaksische geschiedschrijvers. Hoe kan in Nederland een groter publiek worden be reikt? 'De in Nederland aanwezige bronnen ver dienen een veel grotere bekendheid. De rijke col lectie microfilms van Nederlandse archivalia in Amerika op het Amsterdamse gemeentearchief wordt veel te weinig gebruikt. Persoonlijke con tacten tussen Nederlandse historici en archivaris sen en hun Amerikaanse collegae kunnen een po sitieve bijdrage leveren. Een centrum voor de stu die van wat ik zou willen noemen The Dutch experience in North America before the Revolution zou een enorme stimulans zijn voor het onder zoek, en ook aan de ondoelmatige spreiding en ge brekkige coördinatie van het onderzoek een eind maken.' Summary Moot i Over de geschiedenis van de be werking van de Nederlandse ar chieven in New York werd eerder gepubliceerd in J. Folkerts, 'De Nederlandse archieven in de staat New York en hun bewerkingsge schiedenis', in: Nederlands Archie venblad')}, (1989) 140-153. [225]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 27