eeuw verkeerden. Vervolgens hopen we bij rwee plantersverenigingen op visite te gaan: de mach tige United Planters Association of South India (upasi) en de oude Central Travancore Planters Association (ctpa). Toen de planters kwamen - begin negentiende eeuw - vestigden ze zich in het bergland, in het bos. Van dit woud, dat onder andere het domein van kuddes olifanten en rondtrekkende slash-and- burn landbouwers was, is heden ten dage bedroe vend weinig over gebleven. De olifanten zijn ge deeltelijk getemd; de wilde exemplaren worden gejaagd wegens ruimtegebrek in de reservaten. De tribalen hebben zich moeten vestigen, en zijn niet zelden tot schuldslavernij vervallen. Hun schuld eisers zijn de plantage- eigenaren. Zowel het reser vaat van Periyar als dat van Ootacamund maken hierdoor, ondanks hun grootte, een deprimerende indruk. Wie er ook geprofiteerd hebben van de opkomst van de Britse thee- industrie in India, de ze bosbewoners niet. Een theeplukster aan het werk op een plantage Ik zie onze Europese nationaliteit als oorzaak van de hulp die wij de daarop volgende dagen ontvan gen. Huidskleur en nationaliteit zijn al eerder ons paspoort geweest. De bibliothekaris van de upasi heeft de boe ken en de passages uitgezocht die ons zullen inte resseren. Als we op een dag de halve collectie wil len fotocopiëren, wordt ons een jeep ter beschik king gesteld om alles naar de dichtst bijzijnde copyshop te transporteren. Alleen de oudste, voor de Britse planters meest belastende documenten (eind tweede helft negentiende eeuw) krijgen we niet te zien. Er is 'brand' geweest. Enkele gegevens over loon, voeding, verschulding en huisvesting hebben we echter al gevonden. Als beursregisters ons in staat stellen daar winstpercentages naast te leggen, verdwijnt mijn sympathie voor de Britse theebedrijven geheel. 206 Waar de tijd lijkt stil te staan... Plantage Arnakal is in 1989 de voorzitter van de Planters Association of Central Travancore. Dat houdt in dat het archief van de 110 jaar oude ver eniging nu in haar bezit is. Het archief zit in een kist, die op slot is. De sleutel is in bezit van de bi bliothekaris, die op vakantie is. We zijn per onge luk onaangekondigd gekomen. Klopt dit bericht, of zit er belastend materiaal in de kist dat ze anders zouden hebben verwijderd? De volgende dagen wachten we op de biblio thekaris, snuffelen we rond op de plantage, voelen de eentonigheid en de isolatie. Management en plantagearbeiders wonen op het terrein en komen er zelden af. Onze gastheer, een van de managers, spreekt alleen met zijn (vier) gelijken en geeft be velen (in het Engels) aan de middenmannen die ze (in Tamil en Malayalam) doorgeven aan de arbei ders. Wij staan als blanken aan de top van de hiër archie en worden geacht ons daarnaar te gedragen. Dus geen contact met de arbeiders. We wachten vier dagen en vertrekken dan. Een paar weken later gaan we terug om alsnog in de kist te kunnen kijken. Alles wat er in zit blijkt door vocht onleesbaar te zijn geworden. Bescheidenheid Het is juni, en het wordt tijd om te gaan. Het on derzoek is gereed. De dagen zijn ondertussen gloeiend heet, en zo vochtig als een turks bad. Heel Kerala wacht op de moesson: op veel plaat sen is het water in de kreken zo laag gekomen dat het is gaan rotten en gevaarlijk is geworden als drinkwater. Overal varen nu bootjes met vaten zoet kraanwater. Ik zit op het moment van de eer ste bui in de trein naar Bombay (42 uur) en deel in de feestvreugde: de moesson is op tijd, de rijst oogst maakt goede kansen. Daarna ga ik verder met het ordenen van mijn aantekeningen, praat wat met mijn medepassagiers en probeer te inven tariseren of de afgelopen periode de moeite waard is geweest? Ik heb uniek materiaal gevonden, maar op zich had het Algemeen Rijksarchief iets derge lijks ook wel in huis gehad. Ik heb India een tijdje aan de lijve meegemaakt, maar moet toegeven dat het buiten mijn bereik ligt India, of zelfs maar Kerala te leren begrijpen. Ik heb wat bescheiden heid geleerd, als westers historicus die probeert over de contacten tussen India en Europa te schrijven. Ik weet nu dat het altijd pogingen zul len blijven, omdat de Indiase helft van dat verhaal zowel buiten mijn bereik als mijn begripsveld ligt. Maar wat geeft dat wanneer de mensen van het CDS er zijn om, op hun manier, hun eigen deel voor hun rekening te nemen? Summary A journey to the past? Archival re search in India In 1989 two students, Chris- tien Janson and Paul Baak, spent five months in southern India to collect material on how the tea plantations affected the local economy in the state of Kerala in the period 1830-1930. The Kerala State Archives and the libraries and archives of the Centre for Development Studies, the United Planters Association of South India and the Central Tranvacore Planters Association are described. Several aspects of archival research in a developing country such as India are also discussed. [207]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 18