tische redenen reeds in gang gezette ontwikkeling.
De samenwerking met laatstgenoemde instel
lingen dient zich naar de mening van de werk
groep overigens wel te beperken tot die instellin
gen, waar een veilige bewaring, een deskundig be
heer en een goede toegankelijkheid conform de
regels in de Archiefwet zijn gewaarborgd. De aan
dachtsgebieden met een landelijke werkingssfeer,
die nog niet worden bestreken, kunnen naar de
mening van de werkgroep het beste worden 'ver
deeld' over bestaande archiefbeherende instellin
gen, bij voorkeur overheidsarchiefdiensten. Op
deze wijze kan worden voorkomen, dat voor deze
sectoren nieuwe archiefbeherende instellingen
worden opgericht en van overheidswege (wvc!)
worden gefinancierd.
Tekeningen van een door A. Lipkens ontworpen
duikboot (ca 1840). (boven) Foto van het in het Rijks
museum in Amsterdam berustende model van de door
Lipkens ontworpen duikboot, 1978. (onder) Uit: ar
chief van de familie Uhlenbeck, inv.nr. 36 en 205
(Algemeen Rijksarchief, Tweede Afdeling)
Het benutten van de bestaande infrastructuur
voor nog niet door archiefdiensten bestreken aan
dachtsgebieden voorkomt een verdere versnippe
ring van middelen, het optreden van 'onnodige
doublures en ongewenste lacunes' en een grotere
concurrentie op de markt van particuliere archie
ven. Immers, archief- en documentatiecentra
voor sport en recreatie, voor de geschiedenis van
etnische minderheden - om maar in wvc-sfeer te
blijven - zullen zich zeker niet beperken tot het ac-
quireren van archieven met een landelijke wer
kingssfeer!
Op provinciaal niveau kunnen eveneens afspra
ken worden gemaakt over de afstemming van de
acquisitie. Het bovengenoemde Brabants conve
nant kan de basis leggen voor de opbouw van een
representatief bestand in de sector bedrijfsarchie
ven. Doordat men bij de afbakening van de acqui
sitie aansluiting heeft gezocht bij reeds door de af
zonderlijke diensten beheerde fondsen, kan men
eerder alert zijn op oververtegenwoordiging.
Het Brabants convenant voorziet in de moge
lijkheid van een tijdelijk depot bij naburige lokale
archiefdiensten of het Rijksarchief aldaar, wan
neer een dienst bijvoorbeeld uit oogpunt van ca
paciteit niet in staat is het bedrijfsarchief daad
werkelijk te acquireren.
Deze 'vangnetfunctie' manifesteert zich binnen
het openbaar archiefwezen tot nu toe in het bij
zonder ten aanzien van kerkelijke archieven. Er
kenning van de bijzondere culturele en weten
schappelijke waarde van deze archieven, zeker
voor zover zij betrekking hebben op de periode
waarin de kerk een grote rol in het maatschappe
lijk leven speelde, heeft geleid tot het opstellen van
regels voor het opnemen en bewaren van kerkelij
ke en semi-kerkelijke archieven door archiefdien
sten van de overheid. Deze regels zijn geformu
leerd in het Kerkelijk Archiefbesluit (kab), dat in
samenwerking tussen de participerende protes
tantse kerkgenootschappen, het Convent van
rijksarchivarissen en de Landelijke Kring van Ge
meente- en Streekarchivarissen in 1985 tot stand is
gekomen. Krachtens het KAB kan een Rijksarchief
in de provincie archieven van plaatselijke organen
en vergaderingen van kerkgenootschappen en se
mi-kerkelijke organisaties opnemen, indien en
[130]
y'A, A t //ad' (écw
ÓfatiL 'V
rz /'//'tv/re- hit: ../i/uttfJ. 'Tt
st< //c ftitft U./' t<t< rtH*-/'t t.t.
■Jttt*
v /tv./ t/r
'ett-r iZfc
Wisselbrief ten laste van de firma Ketwich en
Voombergh, 1809 (uit: archief k v, Gemeentear
chief Amsterdam)
WW-
Plattegrond van de droogmakerij van de Grote
en de Kleine Moeren' op de grens van België en
Frankrijk bij Duinkerken, 1781. Hollanders zorgden
voor het benodigde kapitaal (uit: archief Ketwich
en Voombergh, Gemeentearchief Amsterdam)