pelijke activiteiten van de samenleving in het licht van de (lokale, regionale, provinciale, landelijke) historische ontwikkeling evenwichtig zijn verte genwoordigd. Bij de afbakening van het acquisi tieterrein tussen overheidsarchiefdiensten geldt als globaal uitgangspunt een geografische verdeel sleutel, gebaseerd op de werkingssfeer of betekenis van de betrokken archiefvormer: archieven van lo kale en regionale betekenis worden geacquireerd door respectievelijk gemeente- en streekarchief diensten, archieven van bovenregionale en pro vinciale betekenis door de rijksarchieven in de provincie en archieven van landelijke betekenis door het Algemeen Rijksarchief. Grootboeken van John Knox en Dortland Ban kierskantoor te Gouda, 2e helft ipe eeuw. Uit: ar chief John Knox en Dortland Bankierskantoor (Rijksarchief in Zuid-Holland) De acquisitiepraktijk Over het algemeen wordt door overheidsarchiefdiensten nog geen beleid gevoerd, gericht op de opbouw van een re presentatieve dwarsdoorsnede van particuliere ar chieven in hun ressort. Wel zijn er belangrijke aanzetten tot de ontwikkeling van een actieve, planmatige acquisitie en een acquisitiebeleid waar te nemen. Zo hebben verschillende rijksarchieven in de provincie (bijvoorbeeld het Rijksarchief in Fries land, het Rijksarchief in Overijssel) systematisch vooronderzoek verricht en acquisitiecampagnes gevoerd om lacunes in het bestand aan particulie re archieven op te vullen. Sommige gemeentear chieven (bijvoorbeeld de gemeentearchieven van 's-Gravenhage en Amsterdam) hebben enquêtes uitgevoerd onder bedrijven om op basis hiervan gerichte acquisitie-activiteiten te ontwikkelen. Een interessante aanzet tot samenhangend acqui sitiebeleid is gegeven door de Kring van Archiva rissen in Noord-Brabant. Zoals bekend, heeft de provincie Noord-Brabant als enige provincie een dekkend net van archiefdiensten. Profiterend van deze unieke situatie is met betrekking tot de ac quisitie van particuliere archieven in 1986 door de Brabantse archivarissen een convenant gesloten, waarin een verdeelsleutel op basis van werkings sfeer en plaats van vestiging werd vastgelegd. Daar deze voor bedrijfsarchieven niet goed werkbaar bleek, is in een later stadium voor deze categorie een aparte verdeelsleutel vastgesteld, ge baseerd op de standaardbedrijfsindeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze verdeel sleutel sluit zoveel mogelijk aan op de reeds door de afzonderlijke diensten beheerde fondsen. Een zekere mate van afstemming van de acqui sitie vindt al sinds 1982 plaats in de provincie Lim burg, waar het Rijksarchief en de gemeentear chiefdiensten een convenant hebben gesloten met het Sociaal-Historisch Centrum (shc) te Maas tricht. In dit samenwerkingsmodel is een verdeel sleutel vastgelegd op basis van werkingsgebied; het shc en het Rijksarchief hebben hierin voorts de onderlinge afstemming van de acquisitie van archieven met een regionaal werkingsgebied na der geregeld, waarbij het shc exclusieve rechten laat gelden op archieven van vak- en standsorgani saties en van politieke partijen. Ook binnen de Rijksarchiefdienst als geheel zul len waarschijnlijk binnenkort nadere afspraken worden vastgelegd over de acquisitie van parti culiere archieven. Deze hebben allereerst betrek king op archieven met een landelijke werkings sfeer en betekenis en zijn ten dele uit nood - ge brek aan capaciteit bij de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief - geboren. Al in een eerder stadium zijn tussen deze afdeling en het Rijks archief in Utrecht afspraken gemaakt met betrek- [128] king tot de acquisitie van archieven van landelij ke, kerkelijke en semi-kerkelijke instellingen. De Tweede Afdeling heeft het voornemen zich in de acquisitie voortaan te beperken tot die particulie re archieven, die vanouds binnen de interessesfeer van de dienst vallen, namelijk archieven van lan delijke betekenis, die een nauwe relatie hebben met de nationale politiek en het sociaal-econo misch beleid (zie bijlage c, voorlopige schets van de afbakening van de acquisitie van archieven met een landelijke werkingssfeer binnen de Rijksar chiefdienst). sitieoptiek veelal niet tot landelijke archieven. Zij richten zich op archieven in een bepaalde sector van het maatschappelijk leven, ongeacht hun wer kingssfeer (lokaal, regionaal, provinciaal of lande lijk). Binnen het openbaar archiefwezen wordt de noodzaak tot het maken van afspraken met deze instellingen over de afstemming van de acquisitie wel onderkend. Tot nu toe hebben deze echter al leen in de provincie Limburg en in de vorm van voorlopige afspraken tussen de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief en het iisg eniger mate gestalte gekregen. ft c3nCVSflt eXVLtnns SQViv^tfii'CatiV^ aVdnOC.* Ju i&fltfCOoSj f&tlLögVe j?lCtei JaCeb_ i n 1 72 Aïïf ev 'btu-rtA c*< Jbd UwlJzLfexjAc'ii1fJrr.ft /{e. feO'd.J Afbeelding van Willem, heer van der Marck, heer van Lumey voor den Driel. Uit: archief van de familie Van Wassenaer van Rosande, inv.nr. 353 (Rijksarchief in Zuid-Holland) Op dit terrein zijn vanouds ook categoriale, ar- chiefbeherende instellingen zoals het iisg, het hdc en het kdc actief. Deze instellingen beper ken zich daarbij vanuit een anders gerichte acqui- 2 3 Representativiteit en vangnetfunctie Voorgaande schets van de criteria voor de acquisi tie en de acquisitiepraktijk illustreert de kloof tus sen theorie en praktijk. De inhoudelijke criteria voor de acquisitie zijn vaag en multi-interpreta- bel, de beleidsuitgangspunten met betrekking tot de afbakening van het acquisitieterrein blijken in de praktijk niet altijd gemakkelijk uitvoerbaar. De werkgroep is van mening dat het daadwerkelijk ter hand nemen van een planmatige acquisitie - bijvoorbeeld op basis van de in hoofdstuk 4 van dit rapport gegeven aanwijzingen - een vruchtba re wisselwerking zal geven tussen theorie en prak tijk. De problemen zijn voorts te ondervangen door bij de uitgangspunten voor de acquisitie uit te gaan van een ruime opvatting van het begrip representativiteit. Bij het onderzoek naar de ma te van representativiteit van het reeds geacqui- reerde bestand kan rekening worden gehouden met hetgeen door andere overheidsarchiefdien sten en categoriale, archiefbeherende instellin gen op lokaal, regionaal, provinciaal en landelijk niveau is verworven. Zo kan bijvoorbeeld de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief het principe van landelijke representativiteit rea liseren op basis van goede afspraken met rijks archieven in de provincie, gemeentearchieven die reeds landelijke fondsen beheren en categoria le, archiefbeherende instellingen met een lande lijke competentie. Hiermee wordt voorgebouwd op een door deze afdeling om overigens pragma- [129]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 35